Nederlands: De Habsburgse Nederlanden in 1555 aan het eind van de regering van keizer Karel V. In deze jaren (circa 1543 tot 1585) staan de Habsburgse Nederlanden ook wel bekend als de 'Zeventien Provinciën'. Tussen 1556 en 1714 staan ze (of wat ervan onder Spaanse controle bleef tijdens en na de Tachtigjarige Oorlog) ook wel bekend als de 'Spaanse Nederlanden'; dit restant wordt van 1585 tot 1795 ook wel de 'Zuidelijke Nederlanden' genoemd.
Op 25 oktober 1555 was de telling van de Zeventien Provinciën als volgt:
- graafschap Artesië
- graafschap Vlaanderen
- Rijsels-Vlaanderen (Kasselrijen Rijsel, Dowaai en Orchies)
- heerlijkheid Mechelen
- graafschap Namen
- graafschap Henegouwen
- graafschap Zeeland
- graafschap Holland
- hertogdom Brabant (met markgraafschap Antwerpen)
- hertogdom Limburg en de landen van Overmaas
- hertogdom Luxemburg
- heerlijkheid Friesland
- Doornik en het Doornikse
- heerlijkheid Utrecht
- heerlijkheid Overijssel (met Drenthe, Lingen, Wedde en Westwoldingerland)
- heerlijkheid Groningen (met de Ommelanden)
- hertogdom Gelre (met graafschap Zutphen)
Bron: Johan Rudolf Thorbecke, Robert Jacobus Fruin en Herman Theodoor Colenbrander (1922). 2. Verhouding tot het Rijk van de Zeventien Provinciën. Geschiedenis der staatsinstellingen in Nederland tot de dood van Willem II. Universiteit Leiden. Retrieved on 13 juli 2020.
De 17 volwaardige leden van de Staten-Generaal zijn hier met zwarte normale letters aangegeven, de van deze 17 volwaardige leden afhankelijke gebieden zijn cursief weergegeven (bijvoorbeeld: Zutphen was ondergeschikt aan Gelre; Drenthe, Lingen en Wedde waren ondergeschikt aan Overijssel). Gebieden die geen deel uitmaakten van de Habsburgse Nederlanden, maar er wel aan grensden of er zelfs door werden omringd, zijn genoemd in grijs (bijvoorbeeld: Luik, Stavelot-Malmedy, Ravenstein, Borculo, Kleef, Bentheim, het Kamerijkse en Bouillon).