In het Nederlandse taalgebied zijn onderstaande aanspreekvormen gebruikelijk (met name in formelere, schriftelijke correspondentie), hoewel zij sinds de jaren vijftig minder worden gebruikt.

Hieronder de titulatuur en de aanspreekvormen die gebruikelijk zijn in Nederland en Vlaanderen:

Koninklijk Huis (België)

In België is er een duidelijk verschil tussen het predicaat en de aanspreekvorm. Hoewel alle prinsen en prinsessen het predicaat Koninklijke Hoogheid voeren met de titel van Koninklijke Prins of Aartshertog, worden ze protocollair aangesproken met “Monseigneur” of “Mevrouw”. Dynastieke titels worden wel gerespecteerd met bijhorend predicaat; officieel sprak men over "Hare Koninklijke Hoogheid, de Hertogin van Brabant", en niet over "prinses Elisabeth".

Koninklijk Huis (Nederland)

Adel

Ambtenarij (Nederland)

Militairen

Zie ook Lijst van militaire rangen van de Nederlandse krijgsmacht

De aanspreekvorm is zowel van toepassing zolang de militair in actieve dienst is maar ook na zijn/haar dienstverlating. Bij gebruik in combinatie met de militaire rang wordt deze aangevuld met "b.d." voor "buiten dienst" (voorbeeld: maj b.d.)

Diplomaten en bestuurders

Rechterlijke macht

Hoger onderwijs

Wetenschappelijk onderwijs

(bij meerdere titels: alleen de vorm behorende bij de hoogste titel gebruiken.)

Hoger beroepsonderwijs en postinitieel onderwijs

Geestelijkheid

Rooms-Katholieke Kerk

Protestantisme

Islam

Hindoeïsme

Humanisme

Jodendom

Vrijmetselarij

Burgerij

Zie ook