Openingsvergadering van de Belgisch-Congolese rondetafelconferentie op 20 januari 1960

De Belgo-Congolese rondetafelconferentie (Frans: Table ronde belgo-congolaise) was een bijeenkomst die in twee delen werd georganiseerd in 1960 in Brussel (20 januari - 20 februari en 26 april - 16 mei) tussen enerzijds vertegenwoordigers van de Congolese politieke klasse en stamhoofden, en anderzijds Belgische politieke en zakelijke leiders. De rondetafelbijeenkomsten leidden tot de goedkeuring van zestien resoluties over de toekomst van Belgisch-Congo en haar institutionele hervormingen. Met een brede consensus werd de datum voor de onafhankelijkheid vastgesteld op 30 juni 1960.

Achtergrond

[bewerken | brontekst bewerken]

Het idee voor een rondetafelconferentie werd voor het eerst geformuleerd in 1959 door de Congolese Arbeiderspartij. Het kreeg steun van de Bakongo Alliantie (ABAKO) en de Belgische Socialistische Partij (PSB). Het idee van een bilaterale conferentie gericht op het organiseren van de onafhankelijkheid van de Belgische kolonie werd op zijn beurt overgenomen door de Minister van Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi, August de Schryver, die ook de leider was van de Christelijke Volkspartij, de grootste politieke partij van België destijds. Verschillende factoren hebben bijgedragen aan het vormgeven van dit idee, waaronder:

De oprichting van een grootschalige Belgisch-Congolese dialoog was ook in overeenstemming met een toespraak van de Belgische koning Boudewijn die op 13 januari 1959 werd uitgezonden. Daarin sprak hij de wens uit om "de Congolese bevolkingen te leiden, zonder schadelijke vertraging, maar ook zonder roekeloze haast, naar onafhankelijkheid, in voorspoed en vrede."

Op 3 januari 1960 kondigde de Belgische regering aan dat zij een rondetafelconferentie zou bijeenroepen met als doel de Congolezen te helpen de overgang van koloniale overheersing naar onafhankelijkheid te maken.

De Congolese delegaties

[bewerken | brontekst bewerken]

Een aantal traditionele stamhoofden werden uitgenodigd voor de rondetafelconferentie om het aandeel van belangrijke onafhankelijkheidsfiguren in de delegaties te verminderen. Hieronder volgt een volledige lijst van de Congolese afgevaardigden en hun Belgische adviseurs voor de eerste conferentie:

Politieke partijen

[bewerken | brontekst bewerken]
Kasavubu zittend op de conferentie
Jean Bolikango zittend op de conferentie
Patrice Lumumba met leden van de MNC-L-delegatie

Stamhoofden

[bewerken | brontekst bewerken]

Adviseurs

[bewerken | brontekst bewerken]

Ander

[bewerken | brontekst bewerken]

Edouard Bayona, een Congolese attaché bij de Belgische regering, werd aangesteld om de conferentie bij te wonen. Journalist en toekomstige Congolese president Joseph-Désiré Mobutu woonde de conferentie bij als secretaris van Patrice Lumumba.

Belgische delegatie

[bewerken | brontekst bewerken]

Aan Belgische zijde waren onder meer de volgende personen aanwezig:

Étienne Davignon, toekomstige vice-president van de Europese Commissie, was ook op de conferentie verbonden aan het Belgische ministerie van Buitenlandse Zaken

Lumumba's geschiktheid en aankomst

[bewerken | brontekst bewerken]

Belangrijke informatie over de Congolese delegatie is het feit dat Patrice Lumumba aanvankelijk deel uitmaakte van de delegatie, maar op dat moment gevangen zat. Het was Joseph Kasavubu die druk uitoefende op de Belgische regering en eiste dat Lumumba werd vrijgelaten, zodat hij zich bij de oorspronkelijke delegatie in België kon voegen. Kasavubu was de enige die streed voor Lumumba's vrijlating, en daarom wordt gezegd dat "Kasavubu Lumumba tot een van de vaders van de onafhankelijkheid van Belgisch Congo maakte, door hem uit de gevangenis te halen en hem vervolgens te laten deelnemen aan de Ronde Tafel" (Nzita Na Nzita). In het kort, "En Kasavubu deed de politieke figuur Lumumba herleven" (Nzita Na Nzita). Dit is een van de redenen waarom Lumumba de kandidatuur van Kasavubu voor het presidentschap steunde, ook al eindigde Abako als derde bij de verkiezingen van mei 1960.

Vraag 9 was gerelateerd aan de zaak van Lumumba, aangezien zijn strafblad al was bezoedeld omdat hij eerder door de koloniale justitie was veroordeeld wegens verduistering van publieke middelen van de PTT (Telegraaf en Telefoonpost) van de stad Stanleystad. Vraag 9 werd als volgt geformuleerd: "Is het nodig om de uitsluitingsbepalingen voor de subsidiabiliteit te versoepelen (amendement opgesteld door ABAKO-PSA-MNC-PP om de subsidiabiliteit van Lumumba mogelijk te maken)?" Het resultaat was als volgt: Elf fracties stemden voor de motie, waaronder Cartel (Abako; MNC-Kalonji; PSA; Parti du Peuple; FGC en Abazi), Cerea, MNC-Lumumba, Assoreco, Cartel Katangais (Balubakat-Fedeko-Atcar) en Unie Congolaise. Vier fracties stemden tegen de motie, namelijk PNP, Conakat, Alliance Rurale Progressiste (Kivu) en Délégation des chefs coutumiers. Eén fractie, Union Congolaise, onthield zich van stemming.

Ruanda-Urundi-delegatie

[bewerken | brontekst bewerken]

Vertegenwoordigers van Ruanda en Urundi waren aanwezig ter voorbereiding op de onafhankelijkheid van hun respectieve territoria.

Rwanda

[bewerken | brontekst bewerken]

Urundi

[bewerken | brontekst bewerken]

Prelude

[bewerken | brontekst bewerken]

Op de vooravond van de conferentie hielden de Congolese delegaties een reeks vergaderingen. Er werd bezorgdheid geuit door Congolese studenten in Brussel dat verdeeldheid in Congo de afgevaardigden zou beletten om gebruik te maken van de wankele positie van België. Als gevolg hiervan besloten bijna alle delegaties om een "Gemeenschappelijk Front" (Front Commun) te vormen om hun eisen op de conferentie te presenteren. Die avond bracht het Gemeenschappelijk Front zijn eerste verklaring uit. Er werd geëist dat de onderhandelingen meer dan raadgevend zouden zijn; alle genomen beslissingen zouden bindend moeten zijn voor de Belgische regering. Ook werd geëist dat Congo onmiddellijk onafhankelijkheid zou krijgen. De Schryver en de Belgische delegatie waren geschokt door de gezamenlijke verklaring, omdat ze de volledige omvang van het Congolese ongenoegen en hun bereidheid om samen te werken over partijgrenzen heen hadden onderschat.

Eerste conferentie

[bewerken | brontekst bewerken]

De rondetafelconferentie werd op 20 januari geopend met een toespraak van de Belgische premier Gaston Eyskens.

Resultaten

[bewerken | brontekst bewerken]

Aan het einde van de conferentie werden de volgende opmerkelijke resoluties aangenomen: