Benchmark op een trigonometrisch punt in Noord-Wales

Benchmark is een begrip uit de wereld van de kwaliteitsbewaking. De Engelse term 'benchmark' betekent eigenlijk meetspijker of piketpaaltje, een referentiepunt voor landmeters.

Het leenwoord benchmark, is vertaalbaar als 'referentiekader' of 'ijkingskader'. Het beschrijft een testprocedure om de prestaties van apparaten, systemen of organisaties met elkaar te kunnen vergelijken. Benchmarking is een manier voor organisaties om van elkaar te leren, verantwoording af te leggen en toezicht te vergemakkelijken. Benchmark en benchmarking zijn begrippen die door elkaar worden gebruikt naargelang van de omgeving; in de computerwereld benchmark, in het management benchmarking.

In de literatuur worden verschillende definities van benchmarking gehanteerd. Een veel gebruikte definitie is die van Camp (1989): "Benchmarking is systematisch onderzoek naar de prestaties en de onderliggende processen en methoden van een of meer leidende referentie-organisaties op een bepaald gebied, en de vergelijking van de eigen prestaties en werkmethoden met deze "best practice", met het doel om de eigen prestaties te plaatsen en te verbeteren."[1]

Of korter: "Benchmarking is het zoeken en toepassen van best practices."[2]

Het ontstaan van benchmarking

[bewerken | brontekst bewerken]

Reeds 500 jaar voor Christus schreef Sun Tzu, een Chinese generaal:

Als je je vijand kent en je kent jezelf, hoef je niet bang te zijn voor het resultaat van honderd gevechten.

Ook het oude Japanse woord "dantotsu", dat streven naar het beste van het beste betekent geeft volgens Camp de essentie van benchmarking aan. De literatuur over benchmarking wijst voor het ontstaan ervan naar de Japanners. Na de Tweede Wereldoorlog werd Japan overspoeld met Westerse producten. Deze producten trokken de aandacht van Japanse industriëlen. Gedurende de jaren 50 bezochten zij handelsbeurzen in de Verenigde Staten en West-Europa. Zij hadden grote interesse voor producten die hier werden gebouwd. In Japan leidde dit in eerste instantie tot het kopiëren van westerse producten. Echter, de Japanners hielden het niet alleen bij imitatie. Zij pasten de benchmarking-methode toe om verbeteringen in hun product sneller door te kunnen voeren en hun processen effectiever te laten verlopen. Dit leidde vanaf de jaren 70 tot goedkopere en hoogwaardigere Japanse alternatieven voor westerse producten. Ondanks dat de Japanners na de Tweede Wereldoorlog al begonnen met benchmarking, is de term benchmarking pas ontstaan in de jaren 80 bij het bedrijf Xerox in de Verenigde Staten. In de jaren 60 had Xerox een populair kopieerapparaat ontwikkeld, waarmee het zo’n 80% van de markt innam. De directeur van Xerox, Charles Christ, zag een advertentie met goedkopere machines. Deze wilde hij onderzoeken. Hij wilde ‘a benchmark, something that I can measure myself against to understand where we have to go from here’. Vanaf dat moment heeft Xerox een uitgebreid benchmarkprogramma opgezet wat in 1989 resulteerde in het eerste boek over dit onderwerp ‘Benchmarking: The Search for Industrial Best Practices that Lead to Superior Performance’.

De kern van de methode

[bewerken | brontekst bewerken]

In de kern gaat het bij benchmarking om drie stappen:

  1. Het vergelijken van de eigen processen en prestaties met die van de andere deelnemers;
  2. Het analyseren van de verschillen tussen de diverse processen en prestaties door te proberen te begrijpen waarom deze worden toegepast;
  3. Het verbeteren daarvan aan de hand van de informatie verworven tijdens het proces.

Typen benchmarking

[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook

[bewerken | brontekst bewerken]