Biblioteca Nazionale Marciana
Biblioteca Marciana
Opgericht 1553
Locatie Vlag van Italië Italië, Venetië
Collectie
Aantal 1.000.000 delen
13.117 boekdelen met manuscripten
4639 niet-gebonden manuscripten
2887 incunabelen
24.060 16e-eeuwse drukwerken
Personen
Directeur Dr. Maurizio Messina
Afbeeldingen
Interieur
Website

De Biblioteca Nazionale Marciana is een bibliotheek in Venetië. Het is een van de oudste bibliotheken in Italië en ze herbergt een van de grootste collecties van klassieke teksten in de wereld. De bibliotheek is genoemd naar de patroonheilige van de stad, Marcus de evangelist, en wordt ook Biblioteca Marciana, Biblioteca di San Marco, Libreria Marciana, Libreria Sansoviniana, Libreria Vecchia ('oude bibliotheek') of Libreria di San Marco genoemd. Ze ligt aan de Piazza San Marco tussen de Campanile van de San Marco-basiliek en de kade bij de monding van het Canal Grande in de Baai van San Marco. Ernaast staat de Zecca, de vroegere munt van Venetië. In 1904 werd de Zecca in de bibliotheek opgenomen.

Geschiedenis

Het gebouw

Het gebouw is een ontwerp van Jacopo Sansovino die in 1537 de opdracht kreeg van de procuratoren van de San Marco[1] om een nieuwe administratieve zetel voor hen te bouwen waarvan de bovenverdieping zou gebruikt worden voor de bibliotheek. Op de begane grond is een lange loggia met Dorische zuilen, bekroond met een Dorische fries versierd met trigliefen en metopen. Hier zijn winkels en horecagelegenheden gevestigd. De gevel van de bovenverdieping is een Ionische arcade met een fries versierd met putti, fruitmanden en vruchtenslingers. Het gebouw wordt bekroond door een balustrade met drie obelisken op drie van de hoeken en beelden van klassieke godheden, van de hand van Alessandro Vittoria en andere bekende kunstenaars. Sansovino wilde oorspronkelijk voor het dak een gewelfconstructie maken, maar in december 1545 stortte het gewelf van de leeszaal in en belandde Jacopo in de gevangenis. Dankzij de voorspraak van enkele goede vrienden (Titiaan en Aretino) werd hij vrijgelaten en hij mocht het werk voortzetten. Wel moest Sansovino zelf de herstelwerkzaamheden bekostigen. Hij heeft toen voor een plat dak gekozen.

De bibliotheek werd in 1553 in gebruik genomen, maar de decoratiewerkzaamheden gingen verder tot in 1560. De bibliotheek en in het bijzonder de leeszaal en het trappenhuis werden prachtig versierd met werken van de bekendste kunstenaars van Venetië zoals Veronese, Titiaan, Alessandro Vittoria, Battista Franco, Giuseppe Porta, Bartolomeo Ammannati en Tintoretto. Na de dood van Jacopo Sansovino werd het gebouw tussen 1582 en 1588 conform het oorspronkelijke ontwerp voltooid door Vincenzo Scamozzi.

De boekenverzameling

Francesco Petrarca gaf in 1362 de allereerste aanzet tot het oprichten van een openbare bibliotheek in Venetië. Zijn boekenverzameling ging na zijn dood naar de Da Carrara’s, de heren van Padua. Meer dan honderd jaar later, op 31 mei 1468, schonk kardinaal Bessarion, een Byzantijns kerkvorst en geleerde, zijn persoonlijke bibliotheek aan de Serenissima[2] Deze bevatte 885 manuscripten waarvan 548 Griekse en 337 Latijnse, met daarnaast 27 incunabelen[3]. Bessarion stelde als voorwaarde dat de boeken voor publiek gebruik beschikbaar moesten zijn, ad communem hominum utilitatem, en dat de stad de collectie zou onderbrengen in een passend gebouw.

Toen de eerste boeken in 1469 in Venetië aankwamen werden ze ondergebracht in een gebouw aan de ‘Riva degli Schiavoni’ en toevertrouwd aan de zorg van de procuratoren van de San Marco. De bibliotheek breidde sterk uit door een groot aantal schenkingen en legaten en dankzij de integratie van andere bibliotheken in de stad en in de Republiek. Veel boeken zijn afkomstig uit Byzantium, dat op 29 mei 1453 door de Ottomanen werd veroverd.

Bekende schenkingen zijn[3]:

De Zecca, gesticht als muntgebouw, nu deel van de Bibliotheca Marciana

In 1603 werd een wet uitgevaardigd die bepaalde dat van elk boek dat in Venetië gedrukt werd, een exemplaar moest afgestaan worden aan de Marciana. Ook daardoor werd het fonds enorm vergroot.

Na de val van de Venetiaanse republiek in 1797 en de opheffing van de kloosters onder het Napoleonistische regime werden de bibliotheken van een aantal kloosters toegevoegd aan de Marciana, zoals die van het klooster Santi Giovanni e Paolo en van het klooster San Giovanni di Verdara in Padua.

Vandaag de dag beschikt de bibliotheek over:

Huisvesting

Toen de collectie van kardinaal Bessarion in 1469 aankwam werden de boeken opgeslagen in een gebouw op de Riva degli Schiavoni. Daarna verhuisden ze naar de Basiliek van San Marco en vervolgens naar het Dogepaleis. Pas in 1553 werd aan de voorwaarde van Bessarion voldaan en de nieuwe bibliotheek in gebruik genomen. In 1811 werd de ganse collectie overgebracht naar het Dogepaleis. Wegens plaatsgebrek verhuisde de collectie in 1904 nogmaals naar de Zecca. Uiteindelijk was de Zecca ook weer te klein en werd de bibliotheek uitgebreid met het oorspronkelijke gebouw van Jacopo Sansovino.

Beroemde manuscripten

Breviarium Grimani, Gerard Horenbout en Simon Bening - Kalenderminiatuur van de maand juni

Bibliothecarissen 1485-1797

(vanaf 1775 werd het een driejarig ambt)

Zie de categorie Libreria Marciana (Venice) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.