Blijde Intrede van Don Juan in Brussel op 1 mei 1577. Prent uit 'de Nassausche Oorloghen' van W. Baudartius.

De blijde inkomst(e), blijde intrede of blijde intocht was een middeleeuws gebruik waarbij een pas aangetreden vorst, landvoogd of andere hoogwaardigheidsbekleder een vreedzaam bezoek bracht aan de steden in zijn gebied en feestelijk onthaald werd door de lokale bevolking. Daarnaast hoorde bij deze inhuldiging het juridisch gebruik, beginnend in 1356 met Johanna van Brabant, dat de nieuwe heersers in ruil voor erkenning door de bevolking van hun machtspositie, een eed aflegden op het eerbiedigen van door de burgerij opgestelde rechten en privileges.[1][2] Een en ander werd vastgehouden en bezegeld in oorkondes of charters, opgesteld als feodale overeenkomst met publieke werking.[2] Ook naar deze overeenkomsten werd en wordt vaak verwezen als naar de Blijde Inkomst of Blijde Intrede.

Vaak deed de vorst verschillende steden aan op een soort tournee. In tijden van onrust kon een intrede soms leiden tot gevangenneming, zoals Filips de Goede, Karel de Stoute en Maximiliaan I van Oostenrijk aan den lijve ondervonden.

In België zet het koningshuis dit gebruik voort. Een nieuwe koning maakt na zijn eedaflegging een blijde intrede in de verschillende provinciehoofdplaatsen van het land, normaal vergezeld door zijn echtgenote. De kroonprins maakt na zijn huwelijk een gelijkaardige tournée met zijn bruid. In Nederland heeft koning Willem-Alexander, na zijn inhuldiging in 2013, samen met koningin Maxima, naar analogie van dit gebruik, alle provincies bezocht.

Beroemde blijde intredes (selectie)

Theorie over de oorsprong

Volgens de Franse historicus Michel Rouche ligt de oorsprong van de blijde intredes in de provincie Gallië van het laat-Romeinse rijk. Pas benoemde Romeinse bestuurders en ambtenaren deden in de hoofdstad van de civitas een adventus of intrede. Belangrijk was dat er hierbij gejuicht en toegeroepen werd (clamor).

De feodale overeenkomsten

De overeenkomsten die werden gesloten kunnen met terugwerkende kracht worden gezien als vroege constituties. De charters afgesloten bij de Blijde Inkomsten in het Hertogdom Brabant kregen een unieke plaats in de geschiedenis omdat het de burgerij uit de grote, welvarende steden was, die letterlijk de regels dicteerden. Daartoe veelal in staat gesteld door een sterkere onderhandelingspositie.[2]

Tegenwoordige tijd

Bij het Gebroeders van Limburg Festival wordt door de binnenstad een Blijde Inkomst gehouden waarin de middeleeuwse intocht van rond 1400 wordt uitgebeeld.

Literatuur

Bronnen

Noten

  1. Walter Prevenier en W.P. Blockmans, Prinsen en poorters, 1998, blz. 320-329
  2. a b c Ria van Bragt (1956). De blijde inkomst van de hertogen van Brabant Johanna en Wenceslas. Belgische afdeling van de internationale commissie voor de geschiedenis van de standen en landen | Nauwelaerts, Leuven, p. 14.