Carpe diem is een Latijns spreekwoord dat Pluk de dag betekent. De zinsnede is afkomstig van de Romeinse dichter Horatius (Ode 11 uit Boek 1).[1]
Carpe diem / Pluk de dag, waarin de dag overdrachtelijk als een vergankelijke, kortstondig bloeiende bloem wordt voorgesteld, is een aansporing om niet tot morgen uit te stellen wat vandaag gedaan kan worden, overeenkomstig de leer van de Stoa en het Epicurisme. Horatius zag zichzelf als epicurist.[2] De context is
Vertaling:
Later werd carpe diem ook wel hedonistisch opgevat als "geniet zo veel mogelijk van de dag van heden".
De frase werd veelvuldig geciteerd in 16e- en 17e-eeuwse literatuur; ze werd onder andere gebruikt in Robert Herricks To the Virgins, to Make Much of Time en in Shakespeares Twelfth Night.
Louis Couperus wijdde er een bekend essay[3] aan: "Pluk de dag, dweep en droom niet met de schim van het Verleden en wees niet bang voor het spook van de Toekomst, maar sla de verliefde armen vast om het levende, gloeiende Heden".[4]