Wapenvermeerdering, KB 10 september 1903
Margaretha de Geer door Nicolaes Maes
Standbeeld van Louis de Geer in Norrköping

De Geer is een geslacht van ondernemers en politici met takken behorende tot de Nederlandse en Zweedse adel.

Geschiedenis

[bewerken | brontekst bewerken]

De oudst bekende voorvader is Lambier de Geer, gegoed bij Luik, vermeld in 1393 en overleden in 1399. De naam betekent "van Geer" in het Frans en dus afkomstig uit de plaats met die naam in de huidige provincie Luik, België. Een afstammeling, Louys de Geer (1535-1602), week om geloofsredenen uit naar Aken en later naar Dordrecht. Diens zoon, Louis de Geer (1587-1652), afkomstig uit Luik, vestigde zich in Zweden als wapenhandelaar. Hij werd daar in 1641 in de adelstand verheven. Beide takken van de familie hebben nog eeuwenlang prominente persoonlijkheden voortgebracht. In 1814 en 1815 werden leden van de Nederlandse takken in de Nederlandse adel verheven.

In Zweden dragen de takken De Geer en De Geer af Finspång de naam met de hoofdletter D; de tak de Geer af Leufstra voert de kleine letter d.

Enkele telgen

[bewerken | brontekst bewerken]

Nederlandse telgen

[bewerken | brontekst bewerken]

Louys de Geer, heer van Gaillarmont (1535-1602), burger van de stad Luik, koopman en grootgrondbezitter

Zweedse telgen

[bewerken | brontekst bewerken]

Zonen van mr. Jan Jacob de Geer (1666-1738):

Trivia

[bewerken | brontekst bewerken]

De Zweedse kunstenaar Carl Johan De Geer, een directe nazaat, organiseerde in 2014 een tentoonstelling over Louis De Geer in de Zweedse stad Norrköping, getiteld "Reflections on the barbaric 17th century". De tentoonstelling richtte zich met name op zijn betrokkenheid bij de Zweedse industrie en slavenhandel. De kunstenaar kreeg hierop een telefoontje van een Braziliaanse man met de achternaam De Geer wiens voorouders tot slaaf waren gemaakt en door de Zweedse Afrika Compagnie naar Brazilië waren getransporteerd. In reactie daarop vervaardigde de kunstenaar een miniatuurmodel van Fort Carolusborg in het huidige Ghana dat door de compagnie was gebouwd.[2]