De Gijselaar is een uit Dordrecht afkomstig geslacht waarvan leden sinds 1822 tot de Nederlandse adel behoren. De Nederlandse adellijke tak is in 1953 uitgestorven.

Geschiedenis

De stamreeks begint met Cornelis van Overhesseling die na 1510 in Dordrecht overleed. Nazaten werden raad, schepen of burgemeester van 's-Hertogenbosch, Gorinchem en 's-Gravenhage.

Bij KB van 29 augustus 1822 werd Hendrik de Gijselaar (1789-1848) verheven in de Nederlandse adel; in 1842 werd hem de titel van baron bij eerstgeboorte verleend. In 1835 werd diens oom, mr. Engelbert de Gijselaar (1761-1836), lid van de raad en schepen van Gorinchem, verheven in de Nederlandse adel. Met een kleindochter van de laatste stierf de adellijke tak in 1953 uit. Leden van het geslacht vervulden bestuursfuncties in Gorinchem en stichtten de bankiersfirma De Gijselaar & Co.

Het geslacht werd in 1935/1936 opgenomen in het genealogische naslagwerk Nederland's Patriciaat.

Enkele telgen

Mr. Nicolaas de Gijselaar (1712-1780), schepen, burgemeester en pensionaris van Gorinchem