De familie De Graeff (ook: De Graeff van Polsbroek) is een Amsterdamseregentengeslacht, dat tot het Nederlands patriciaat en de Nederlandse adel behoort. De toevoeging Polsbroek aan de geslachtsnaam De Graeff is afgeleid van de hoge heerlijkheid Zuid-Polsbroek in de Lopikerwaard, die enkele eeuwen in bezit van verschillende leden van het geslacht De Graeff was.
De bewezen stamreeks begint met Jan Pietersz Graeff die in 1553 overleed en vanaf 1542 tot zijn overlijden raad van Amsterdam was; in 1543 was hij schepen van die stad.
De familie De Graeff was een van de weinige regentenfamilies, die zowel vóór als na de Alteratie van 1578 aan de regering van Amsterdam deelnamen. In de Gouden Eeuw vormde deze familie een vooraanstaand staatsgezind geslacht, dat samen met het verzwagerde geslacht Boelens Loen, Bicker, De Witt en Hooft een eeuw het bestuur over de stad Amsterdam en over het gewest Holland praktisch in handen hebben gehad en daardoor ook in de Republiek der Verenigde Nederlanden een belangrijke vinger in de pap hebben gehad.[2]
De familie was dan ook een van de rijkste geslachten van het gewest Holland. In 1610 kocht Jacob Dircksz de Graeff van de Graaf van Arenberg de hoge heerlijkheid Zuid-Polsbroek, waarmee hij een van de eerste Nederlandse regenten was die aan zijn familienaam een heerlijkheid verbond.
Verschillende leden van dit geslacht werden door Joost van den Vondel, Jan Vos, Barlaeus en Gerard Brandt bezongen. Vondel meende het geslacht De Graeff niet beter te kunnen huldigen dan door het samenstellen van een boekje: Afbeeldingen der stamheeren en zommige telgen van de Graven, Boelensen, Bickeren en Witsens, toegewyt den edelen en gestrengen Heere Andries de Graeff, enz. met hunne portretten.[7]
De familie De Graeff trad voorts op als beschermheer van verschillende beeldend kunstenaars zoals Govert Flinck, Nicolaes Eliasz. Pickenoy, Jan Lievens, Jacob Jordaens, Rembrandt, Jurriaen Ovens, Gerard Terborch en Jacob van Ruisdael. Toen Andries de Graeff in 1671 opnieuw regerend burgemeester van Amsterdam werd, liet hij door Gerard de Lairesse een monumentale plafondschildering in de tuinzaal van zijn burgemeesterswoning aan de Herengracht nummer 446 aanbrengen. De Triomf der Vrede vertelt: "De Graeff heeft een duidelijke boodschap voor het plafondstuk in gedachte: de Ware Vrijheid van de Republiek wordt alleen verdedigd door de republikeinse regenten van Amsterdam. De schilderingen zijn een verheerlijking van de rol van de familie de Graeff als beschermer van de republikeinse staatsvorm, als verdediger van de Vrijheid".[3]
In 1677 verkregen Andries de Graeff en zijn zoon Cornelis een adelsdiploma tot rijksridder van keizer Leopold I omdat, aldus het diploma, geloofwaardige getuigenissen van Amsterdamse genealogen het geslacht laten afstammen van de adellijke heren von Graben in Tirol in de buurt van Laybach in Neder-Krain.[8] De juistheid van deze afstamming wordt echter sterk betwijfeld.[9][10] Deze tak stierf spoedig uit. Het nageslacht van zijn broer Cornelis de Graeff werd twee eeuwen later, in 1885, in de nieuwe Nederlandse adel met het predicaatJonkheer opgenomen.[11]
Wapen: Gevierendeeld; I en IV in rood een zilveren schop, het blad omhoog; II en III in blauw een zilveren zwaan, rood gebekt en gepoot. Een aanziende helm, blauw gevoerd; een kroon van vijf parels; dekkleden rood en zilver; helmteken, de schop van het eerste kwartier, uitkomend, waarachter drie pauwenveren van natuurlijke kleur; schildhouders twee zwanen als van het tweede kwartier, maar met geopende, naar boven gerichte vlucht en met de binnenste poot het schild houdende; het geheel geplaatst op een gouden arabesk; wapenspreuk: "MORS SCEPTRA LIGONIBUS AEQUAT" ('De dood maakt scepters en houwelen gelijk') in zwarte letters op een wit lint.[12]
De Graeff van Polsbroek: Gevierendeeld: 1 en 4 in rood een omgekeerde, zilveren schop met een gouden kroon over de steel; II en III in blauw een zilveren zwaan, goud gesnaveld en gepoot. Helm: aanziend met helmkroon. Helmteken: de schop van het schild uitkomend, getopt met drie waaiersgewijs geplaatste pauwenveren van natuurlijke kleur. Dekkleden: rechts: zilver, gevoerd van rood; links: zilver, gevoerd van blauw. Schildhouders: twee toegewende, zilveren zwanen, goud gesnaveld en gepoot, rood getongd. Wapenspreuk: MORS SCEPTRA LIGONIBUS AEQUAT. Opmerkingen: het geheel geplaatst op losse veld.[13]
Christina Elisabeth de Graeff (1795-18??) en Jacob Gerrit van Garderen (1803-1856), zij waren de laatste bewoners van slot Ilpenstein
Dirk de Graeff van Polsbroek (1833-1916), zaakgelastigde te Pruisen, gezant in Denemarken, Zweden en Noorwegen, en minister-resident in Japan waarbij hij een rol bij onderhandelingen tussen keizer Meiji met diverse westerse staten speelde[11]
Dirk Georg de Graeff (1905-1986), kamerheer en ceremonienmeester van de Nederlandse koningin, directeur bij de Twentse Bank en managing director van de Algemene Bank Nederland
Jan Jaap de Graeff (* 1949), dijkgraaf van Schieland, voorzitter van de Unie van Waterschappen, plaatsvervangend voorzitter van de VROM-raad, algemeen directeur (general directeur) van Natuurmonumenten en kamerheer van koningin Beatrix in Den Haag
↑Cornelis de Graeff, zijn echtgenote Catharina Hooft en hun zonen Pieter en Jacob de Graeff. De staande figuren zijn v.l.n.r. Willem Schrijver, Pieter Trip en Cornelis' jongere broer Andries de Graeff.
↑S.A.C. Dudok van Heels Van Amsterdamse burgers tot Europese aristocraten (Deel 1), p 104:De familie De Graeff stamde niet uit een der erflanden van de Habsburgers Tirol, maar was gezien de zwaan van Waterland in hun familiewapen het IJ naar Amsterdam overgestoken.
↑Het Nieuw Nederlandsch Biographisch Woordenboek bijvoorbeeld twijfelt aan deze afstamming, blijkens de voorzichtige melding: Zekere Wolfgang von Graben zou, naar Holland omstreeks 1483 gekomen, daar gehuwd zijn en een zoon Pieter hebben gehad, die de stamvader van het hollandsch geslacht zou zijn, welks verschillende leden hier volgenGeslacht de Graeff in DBNL
↑Coen O.A. Schimmelpenninck van der Oije, Egbert Wolleswinkel, Jos van den Borne, Conrad GietmanWapenregister van de Nederlandse adel Hoge Raad van Adel 1814 - 2014, Uitgave: WBooks, 2014 bladzijde 301
↑Centraal Bureau voor Genealogie (CBG): De Graeff van Polsbroek, deze omschrijving is - zo vermeldt het CBG - afkomstig van A.A. Vorsterman van Oijen (1845-1912), "Stam- en Wapenboek van aanzienlijke Nederlandsche Familiën met genealogische en heraldische aantekeningen", blz. 34, 1885-1890
Literatuur
Graeff, P. de (P. Gerritsz de Graeff en Dirk de Graeff van Polsbroek) Genealogie van de familie De Graeff van Polsbroek, Amsterdam 1882.
Bruijn, J. H. deGenealogie van het geslacht De Graeff van Polsbroek 1529/1827, met bijlagen. De Bilt 1962-63.
Bijleveld, W.J.C.C.De Herkomst der familie De Graeff in "Nederlandsch Archief voor Genealogie en Heraldik" (1938-1939)
Dudok van Heel, S.A.C.Van Amsterdamse burgers tot Europese aristocraten, Deel 2, 2008
Croockewit, W.H.Genealogie van het geslacht 'de Graeff'; samengesteld uitsluitend uit gegevens uit het Archief dier Familie in De Nederlandsche Leeuw, 1898,
Kernkamp, G.W.Prins Willem II 1626-1650 (1977), p. 107-110.
Dudok van Heel, S.A.C.Op zoek naar Romulus & Remus. Een zeventiende-eeuws onderzoek naar de oudste magistraten van Amsterdam (1995),Jaarboek Amstelodamum, p. 43-70.
Zandvliet, KeesDe 250 rijksten van de Gouden Eeuw - Kapitaal, macht, familie en levensstijl (2006 Amsterdam; Nieuw Amsterdam Uitgevers)
Burke, P.Venice and Amsterdam. A study of seventeenth-century élites. (1994)
Moelker, H.P.De heerlijkheid Purmerland en Ilpendam (1978 Purmerend)