Evin-gevangenis

De Evin-gevangenis (Perzisch: زندان اوین, Zendān Evin) is een gevangenis in Iran, die is gelegen in de wijk Evin in het noordwesten van Teheran. De gevangenis staat bekend om zijn vleugel met politieke gevangenen. Vanwege het grote aantal intellectuelen in de gevangenis heeft het de bijnaam "Universiteit van Evin" gekregen.[1]

Achtergrond

De Evin-gevangenis werd in 1972 in gebruik genomen. Toen vreesden de gevangenen Mohammad Reza Pahlavi, de sjah van Iran. De ayatollahs die de sjah na de Iraanse Revolutie in 1979 opvolgden hielden de gevangenis in gebruik.

De gevangenis is gebouwd ten tijde van sjah Mohammad Reza Pahlavi op de plaats van het voormalige woonhuis van Zia al-Din Tabataba'i, die in 1921 korte tijd minister-president van Iran was. De instelling bevatte een executieplaats, rechtszaal en aparte celblokken voor criminelen, politieke gevangenen en een vrouwenafdeling. De gevangenis was oorspronkelijk van de SAVAK, de veiligheids- en inlichtingendienst van de sjah. Bij de ingebruikname was de gevangenis ontworpen voor 320 gevangenen (20 in eenzame opsluiting en 300 in twee grote blokken voor gezamenlijke opsluiting). In 1977 is de gevangenis uitgebreid voor het houden van meer dan 1500 gevangenen (met 100 cellen voor de meest belangrijke politieke gevangenen).[2]

Na de Iraanse Revolutie in 1979 is het aantal gevangenen in Evin aanzienlijk uitgebreid tot 15.000 gedetineerden.[2]

In oktober 2022 meldde het Iraanse persagentschap IRNA dat bij een felle brand in de gevangenis vier gevangenen om het leven waren gekomen en 61 mensen gewond raakten. Volgens het persagentschap zou de brand ontstaan zijn tijdens rellen tussen het bewakingspersoneel en de gevangenen, die een opslagplaats met uniformen in brand zouden hebben gestoken.[3] Op videobeelden van de brand waren ook geweerschoten te horen. IRNA ontkende dat het incident te maken had met de protesten in Iran in die periode.[3]

Wreedheden

Wanneer Iraniërs aan de Evin-gevangenis denken, dan denken zij aan martelingen, bekentenissen en angst. Eenzame opsluiting vindt plaats in een cel van ongeveer 1,80 m bij 2 meter met alleen een raam in het plafond. Schrikbeelden zijn de bekentenissen waarbij met fysieke en psychologische wreedheden de persoonlijkheid van de gevangene geheel wordt afgebroken. Gevangenen worden maandenlang geslagen en het onmogelijk gemaakt te slapen. Uiteindelijk verkregen bekentenissen worden op de Iraanse staatstelevisie uitgezonden.[1] Maagden worden voor hun executie door de ondervragers verkracht, omdat men in Iran denkt dat maagden rechtstreeks naar de hemel gaan.[4] De ondervragers trouwen dan eerst met hen om hen 'legaal' te mogen verkrachten als hun vrouw. Maagden mogen omdat ze rechtstreeks naar de hemel zouden gaan anders niet worden terechtgesteld.[5] In 1988 werden grote groepen politieke gevangenen die in de Evin-gevangenis waren opgesloten geëxecuteerd.

Bekende gevangenen

Zie ook