Repubblica Fiorentina
 Markgraafschap Toscane
 Arezzo (stad)
 Republiek Pisa
1115 – 1569 Groothertogdom Toscane 
(Details) (Details)
Kaart
Florence 1494
Florence 1494
Algemene gegevens
Hoofdstad Florence
Talen Florentijns/Toscaans
Religie(s) Rooms-katholiek
Munteenheid Florijn
Regering
Regeringsvorm Republiek (commune)
Dynastie Medici
Staatshoofd Heer
Regeringsleider Gonfaloniere
Italië in 1494.
Beleg van Florence in 1530.

De Florentijnse Republiek (Italiaans: Repubblica Fiorentina) was de staatsvorm die van kracht was in Florence van 1115 tot 1531, sinds 1434 geregeerd door het Huis Medici. In het bijzonder verwijst de naam Florentijnse Republiek naar de perioden 1494-1512 en 1527-1530, toen er geen de' Medici aan de macht was. Het werd in 1569 verheven tot groothertogdom Toscane (Granducato di Toscana).

De machtige en rijke Medici-familie leverde de hertogen van Florence. De eerste was Alessandro de' Medici in 1531, die al sinds 1523 heer van Florence was geweest, maar in het tijdperk 1527-1530 moest wijken voor een republikeinse heropleving. In 1555 annexeerde Florence zijn rivaal de Republiek Siena, in 1565 ook Pistoia. Paus Pius V schonk de Florentijnse hertog Cosimo I de' Medici in 1569 de nieuwe titel groothertog; het vorstendom verruilde de naam Florence (de stad) voor Toscane (het land).

Geschiedenis

De Florentijnse stadstaat ontstond uit een middeleeuwse commune, die zich losmaakte uit het markgraafschap Toscane nadat dit gebied in de 13e eeuw strijdperk werd tussen Ghibellijnen (gesteund door de keizer) en Welfen (gesteund door de paus). In 1289 waren de Ghibellijnen in Florence definitief verslagen en hadden de Welfen de politieke macht gegrepen. Door de nieuwe verordeningen van Giano della Bella van 1295 werd de oude landadel uitgesloten van politieke ambten in de Republiek Florence.

Florence voerde voortdurend oorlog met wedijverende buursteden (als Lucca en Pisa, beide Ghibellijns), die ze na verloop van tijd veroverde (Arezzo in 1384, Pisa in 1406, Livorno in 1421). De handel maakte haar tot een bloeiend economisch centrum.[1]
Het geslacht Medici slaagde er in 1434 in om een erfherendynastie te vestigen. Bij het patriciaat en andere groepen gingen zij door voor tirannen, maar diverse aanslagen – waaronder de Pazzi-samenzwering van 1478 – konden hun macht niet breken. De Medici waren de rijkste bankiers en ondernemers van Italië, en onder hun bewind werd Florence het middelpunt van de renaissance, het brandpunt van kunsten en wetenschappen.[1] De staatsman Niccolò Machiavelli heeft een onmiskenbare invloed gehad op de politiek.

Republikeinen verdreven de Medici van de macht in 1494. De dominicaanse monnik Girolamo Savonarola vestigde een tiranniek bewind, dat half theocratisch, half democratisch te noemen is, met een onverbiddelijke rechtspraak.[1] Savonarola wilde de samenleving zuiveren van zaken die hij zag als verkeerd of zondig, en in 1497 kwam het tot een grootschalige boek- en kunstverbranding, bekend als het Vreugdevuur van de ijdelheden. Zijn strenge leer bracht hem in conflict met de paus, die hem excommuniceerde, en het volk dat de onderdrukking niet langer duldde. In 1498 werd Savonarola bij een oproer gevangengenomen, gemarteld en ten slotte op de brandstapel gezet. In de volgende jaren was er geen staatshoofd, wat leidde tot wanorde. Men stelde daarom een gonfaloniere aan, Piero Soderini, die de rust deed wederkeren.

De republikeinen werden in 1512 op hun beurt ten val gebracht door paus Julius II, waarna de Medici mochten terugkeren. In de jaren 1527-1530 leefde de republiek weer sterk op, maar na een belegering herstelden de Medici hun heerschappij, om kort daarna de hertogen van Florence te worden.

Gilden

De verschillende gilden vormden de ruggengraat van het Florentijnse rijk want deze gilden vormden de basis voor het politieke systeem. Veel werkkrachten in de nijverheid behoorden echter niet tot een gilde. Hierdoor waren ze buitengesloten van het politieke systeem. De twee verschillende categorieën gildes waren:

Bestuur

Het bestuur van Florence (de Signoria[3]) was gevestigd in het Palazzo Vecchio aan de Piazza della Signoria. De verkiezingen hiervoor verliepen volgens een complex proces, samengevat in drie stappen: 1. Squittinio: Het vaststellen welke burgers verkiesbaar zijn voor welke politieke ambten. 2. Accoppiactori: De Accoppiactori kiezen welke kandidaten deelnemen aan de verkiezingen/loting voor de verschillende ambten. Dit deden ze door de namen in een leren zakje (borsa) te stoppen. 3. Tratta: Loting van de aangewezen personen door de Accoppiactori over de verschillende ambten.[4]

Drie bestuursorganen

Er waren drie organen om de Florentijnse Republiek te besturen.

Balia

De Signoria kon een plenaire vergadering van burgers bijeen roepen en deze verzoeken om een ad-hoc-orgaan in het leven te roepen met (vrijwel) onbeperkte volmachten, om zo door een moeilijke/(be)dreigende tijd heen te komen. Dit wordt een Babia (cosiglio maggiore) genoemd. In praktijk werd dit orgaan ook gebruikt om gevoelige veranderingen door te voeren, zie de raad van zeventig, maar ook voor burgers te verbannen, etc..[6]

Twee raden door de de' Medici

In moeilijke tijden probeerden leden van de rijke familie de' Medici door middel van het invoeren van politieke hervormingen hun macht en invloed vast te houden en te versterken.

De zeventig leden van de raad werden benoemd voor een periode van vijf jaar maar er werden ook leden voor een levenslange periode aangewezen. De helft van de raad was actief het eerste deel van het jaar de andere helft actief het tweede deel van het jaar.[8]

Twee kanselarijen

Het bestuur liet zich bijstaan door twee kanselarijen, beide met een secretaris aan het hoofd. Deze ambtenarenkorpsen hadden eigen bevoegdheden, maar in de praktijk kwamen de twee kanselarijen herhaaldelijk op elkaars terrein. Door hun permanente aanstelling beschikten de ambtenaren over een schat aan politieke ervaring.

Twee bijzondere politieke raden

Het bestuur van de Florentijnse Republiek richtte twee bijzondere politieke raden op voor militaire zaken. Deze maatregelen werden genomen onder druk van de penibele politieke toestand van Florence.

Zie ook