Jeromba de Griek | ||||
---|---|---|---|---|
Stripreeks | Suske en Wiske | |||
Volgnummer | 67 | |||
Scenario | Willy Vandersteen | |||
Tekeningen | Willy Vandersteen | |||
Lijst van verhalen van Suske en Wiske | ||||
|
Jeromba de Griek is het zevenenzestigste stripverhaal uit de reeks van Suske en Wiske. Het is geschreven door Willy Vandersteen en gepubliceerd in De Standaard en Het Nieuwsblad van 11 oktober 1965 tot en met 21 februari 1966.
De eerste albumuitgave was in 1966, als twaalfde deel in de gezamenlijke tweekleurenreeks met nummer 63. In 1967 verscheen het verhaal in de Vierkleurenreeks met albumnummer 72. De oorspronkelijke versie kwam in 1999 nog eens uit in Suske en Wiske Klassiek.
Het verhaal is gebaseerd op de film Zorba de Griek (1964).
Wiske is jarig en als cadeau maakt professor Barabas elektronische speeltjes voor haar, die op onze vrienden lijken. De professor heeft een kasteel gekocht waar hij tegenwoordig woont, en nodigt de vrienden hier uit. Door wat gestuntel van Lambik slaat een van de speeltjes op hol en rent naar buiten. Jerom probeert de pop nog te vinden, maar vindt haar nergens. Onderweg naar huis ziet hij hoe een Turk wordt bedreigd door een groep mannen. Jerom redt de Turk en deze stelt zich voor als Kemal. In zijn hotel vraagt Kemal aan Jerom om voor hem een gouden kromzwaard te verstoppen voor de boevenbende van ene Boris.
Jerom vertelt thuis alles aan zijn vrienden, maar krijgt gauw ruzie met de nogal jaloerse Lambik. Jerom loopt naar buiten en raakt door een blikseminslag zijn geheugen kwijt. Omdat onze vrienden meer te weten willen komen over het gouden zwaard en een droom van tante Sidonia, reizen ze naar Turkije. Ook probeert een Bulgaarse bende het zwaard in handen te krijgen. Ze huren een huisje wat Sidonia herkent uit haar droom en ontdekken, dat in de gewelven onder het huisje een oeroude Byzantijnse kruisvaarder, genaamd Stantijn, leeft.
Stantijn vertelt onze vrienden over hoe hij jaren geleden het kamp van sultan Ali Salami overviel, maar wiens leven hij spaarde. Als dank daarvoor schonk de sultan hem het gouden zwaard. Al die jaren leeft Stantijn in de gewelven die gebouwd zijn door keizer Justinianus, maar hij is het zwaard kwijtgeraakt. Als de vrienden vragen de schede te mogen zien valt hij hen aan (hij roept "Godfried van Vleesnat ende Bouillon"[1]), maar de vrienden kunnen hem overtuigen van hun goede bedoelingen. Stantijn verzoekt onze vrienden het gouden zwaard terug te brengen naar de Aya Sophia.
Maar Boris steelt het kromzwaard en de vrienden gaan op zoek. Tijdens een bezoek aan een Turks café aan de haven komt Lambik plotseling Jerom tegen. Als Lambik hem roept, reageert Jerom door te zeggen dat hij Jeromba de Griek heet. Lambik informeert naar het gouden kromzwaard, maar Jerom herinnert zich niets meer. Als Lambik wordt bedreigd door de bende van Boris, komt Jerom tussenbeide en slaat de bende uit het café. Lambik bedankt hem hiervoor. Niet veel later komt Kemal Jerom tegen. Hij is dolblij om zijn Belgische broeder weer te ontmoeten, maar zodra Jerom zegt Griek te zijn, wordt Kemal woedend. Turken en Grieken zijn namelijk aartsvijanden.
Tante Sidonia ziet Lasido[2] in het zigeunerkamp en het blijkt dat de zigeuners het kromzwaard hebben. De Bulgaren vallen het kamp aan en krijgen opnieuw het kromzwaard in handen. Suske en Wiske zien een man die Jerom vraagt aan Turks worstelen mee te doen. Jerom moet tegen Kemal vechten en Suske en Wiske volgen een Bulgaar naar het kasteel van Anadoluhisari. Ze krijgen het zwaard in handen en brengen het naar het gehuurde huis. Boris is er, maar hij wordt verslagen door Stantijn. Lambik komt Kemal tegen en wordt dronken, hij geeft Kemal het kromzwaard later en de vrienden achtervolgen hem. Kemal wordt in het nauw gedreven door de Bulgaren, maar dan komt Jerom hem te hulp.
Kemal wil geen hulp van een Griek en gaat naar de Aya Sofia-moskee wat tegenwoordig een museum is. Hij verbergt zich tussen de bezoekers en ’s nachts sturen Suske en Wiske de kleine poppetjes naar binnen. Jerom vindt Kemal in de moskee, maar Kemal valt hem aan. Dan ziet Kemal letters op het zwaard - Weest allen broeders! Getekend Ali Sa Lami! De Grote Turk - is de boodschap, en hij valt Jerom in de armen. Tante Sidonia zegt de mannen het kromzwaard aan de lamp te hangen en ze klimmen op elkaars schouders, maar dan valt Jerom. Hierdoor krijgt hij zijn geheugen terug. Als Suske en Wiske ook binnen komen en helpen is de toren hoog genoeg om het zwaard op te hangen. Stantijn verdwijnt en krijgt eeuwig rust nu het zwaard op zijn plek hangt. Kemal neemt afscheid van de vrienden op het vliegveld en danst voortaan de Sirtaki.
Publicaties | ||||
---|---|---|---|---|
Krant of tijdschrift | Nummer | Publicatiedatum | Voorganger | Opvolger |
De Standaard / Het Nieuwsblad | 57 | 11 oktober 1965 - 21 februari 1966 | De apekermis | De dulle griet |
Het Nieuwsblad van het Zuiden | 38 | 11 januari 1966 - 24 mei 1966 | De apekermis | De dulle griet |
Het Binnenhof | 5 | 15 januari 1966 - 26 mei 1966 | De apekermis | De dulle griet |
Albumuitgaven | ||||
---|---|---|---|---|
Stripreeks of collectie | Nummer | Eerste druk | Voorganger | Opvolger |
Gezamenlijke tweekleurenreeks | 63 | 1966 | De stemmenrover | De snorrende snor |
Vierkleurenreeks | 72 | juni 1967 | Wattman | Het zoemende ei |
Suske en Wiske Collectie | 2 | 1986 | ||
Uit de schatkamer van Suske en Wiske | 1 | 1987 | ||
Rode plus reeks 1 | 72 plus | 1987 | Wattman | Het zoemende ei |
Rode plus reeks 2 | 2 | 1993 | De poenschepper | Sjeik El Rojenbiet |
Rode klassiek reeks | 58 | november 1999 | De apekermis | De dulle griet |
Originele Verhalen | 15 | december 2002 | ||
Uitgave voor Albert Heijn | 6 | 12 mei 2003 | Wattman | Het zoemende ei |
Uitgave VUM-groep | 55 | 2006 | De apekermis | De dulle griet |
Megastripboek | 14 | 17 februari 2010 | De koperen knullen | De jokkende joker |
Witte reeks | 28 | 1 oktober 2019 | De bronzen sleutel | geen |