Lecanora | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Lecanora subfusca | |||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||
| |||||||||||
Geslacht | |||||||||||
Lecanora Ach. (1809) | |||||||||||
Typesoort | |||||||||||
Lecanora subfusca | |||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||
Lecanora op Wikispecies | |||||||||||
|
Lecanora is een geslacht van korstmossen dat behoort tot de orde Lecanorales van de ascomyceten.[1][2] De typesoort is Lecanora subfusca.
Het thallus is wit tot grijsgroen, soms lichtgeel, korstvormig en soms duidelijk gelobde randen. De apothecia zijn lecanoroïde, de sporen ongesepteerd en kleurloos.
De soorten groeien een tot enkele millimeters per jaar en kunnen tientallen jaren oud worden, sommige zelfs enkele honderden jaren. Door het afsterven vanuit het centrum ontstaan er ringen. Lecanora-soorten produceren usninezuur. Men neemt aan dat het de korstmossen tegen ultraviolette straling beschermt en door zijn intens bittere smaak korstmossen beschermt tegen begrazing.
Soorten van het geslacht komen over de hele wereld voor, ook in de poolgebieden.
Soorten zijn te vinden op steen, muren en wegen. Sommige soorten komen ook voor op de bast van bomen.
De apothecia bestaan ruwweg uit ronde schijven met randen van fotosynthetisch weefsel. Dit weefsel is vergelijkbaar met het thallus.[1]
Enkele soorten zijn: