Lockheed Constellation
Lockheed L749A Constellation registratie N6022C van Trans World Airlines (TWA) op Heathrow (1954)
Fabrikant Lockheed
Type(n) Lockheed L-049 Constellation
Lockheed C-69 Constellation
Lockheed L-649 Constellation
Lockheed L-749 Constellation
Lockheed L-1049 Super Constellation
Lockheed C-121 Constellation
Lockheed L-1249 Super Constellation
Lockheed EC-121 Warning Star
Lockheed L-1649 Starliner
Lengte 35,4 m[1]
Spanwijdte 38,5 m
Hoogte (vanaf de grond) 7,5 m
Stoelen voor passagiers 62-95, max 109
Leeggewicht 36.150 kg
Vleugeloppervlak 153,7 m²
Max. startgewicht 62.370 kg
Motoren 4× Wright R-3350-DA3 Turbo Compound 18-cilinder radiaalmotor van elk 3250 pk (2424 kW)
Kruissnelheid 547 km/h
Kruishoogte 24.000 ft (7.300 m)
Max. reikwijdte 8700 km
Eerste vlucht 9 januari 1943
Status Uit dienst
Aantal gebouwd in productie tussen 1943-1958: 856
Portaal  Portaalicoon   Luchtvaart
Wright R-3350 Cyclone-motor

De Lockheed Constellation was een viermotorig propellervliegtuig dat werd gebouwd door de Amerikaanse vliegtuigfabriek Lockheed.

Ontwikkeling

De ontwikkeling van de Lockheed Constellation begon in 1939. Het toestel werd ontwikkeld in opdracht van Howard Hughes, een excentrieke miljonair en vlieger die op dat moment een meerderheidsaandeel had in de luchtvaartmaatschappij TWA. Hughes wilde een viermotorig vliegtuig waarmee hij alle concurrenten kon verslaan. De Tweede Wereldoorlog gooide roet in het eten. Militaire productie kreeg voorrang, waardoor de ontwikkeling van het nieuwe toestel werd vertraagd. De eerste Constellation, die al snel liefkozend Connie werd genoemd, maakte op 9 januari 1943 zijn eerste testvlucht. Zowel de oorlog als de nog niet goed werkende motoren leidden tot vertraging. Aan het eind van de oorlog werd het toestel ingezet voor troepentransport. Direct na de oorlog gingen de eerste luchtvaartmaatschappijen ermee vliegen; het eerste commerciële model werd in november 1945 in gebruik genomen door TWA.

Het geesteskind van Hughes was niet alleen groot, maar ook snel. Het toestel, dat zo'n 40 ton woog, vloog sneller dan elk ander groot passagiersvliegtuig en kon door de drukcabine bovendien op veel grotere hoogte vliegen. In 1944 zette de Constellation met Hughes als piloot het Amerikaanse "coast to coast"-record op net iets minder dan zeven uur. De Constellation bevatte veel technische vernieuwingen. Bovendien kon het toestel voor die tijd enorme afstanden overbruggen.

De Constellation werd in de jaren na de oorlog verder ontwikkeld. Eerst was er de Constellation, later de Super Constellation en toen de Starliner. De romp werd langer, de motoren krachtiger, er kwamen meer brandstoftanks waardoor het vliegbereik groter werd, en het toestel werd stiller en veiliger. De laatste versie, de Lockheed L-1649 Starliner, werd in 1957 geïntroduceerd en had een compleet nieuwe vleugel met nog meer brandstoftanks. In totaal werden door Lockheed 856 Constellations en Super Constellations gebouwd, waarvan er in 2002 nog vijf vlogen.[bron?]

Fraaie lijnen

De fraaie lijnen van de Constellation vloeiden deels voort uit een aantal praktische keuzes. Hoofdontwerper Clarence "Kelly" Johnson tekende voor het ontwerp. De vleugel was in feite een grotere versie van die van de eerder door Lockheed gebouwde Electra. De Constellation was ook het eerste productievliegtuig met stuurbekrachtiging in de burgerluchtvaart. De Constellation werd aangedreven door een nieuw type motor, de Wright R-3350 Cyclone. Dit is de grootste luchtgekoelde stermotor ooit gebouwd door Wright.

Het vliegtuig kon met deze motoren een kruissnelheid aanhouden van 560 km/u. De propellers waren zo groot dat voor het toestel een zeer hoog landingsgestel noodzakelijk was. Bovendien waren de ontwerpers bang dat deze krachtige motoren luchtwervelingen over het hoogteroer zouden geven. Om deze reden werden de staartvlakken (kielvlak en stabilo) hoger geplaatst, waardoor de glooiende vorm van de romp ontstond. Om een toestel van deze omvang een goede koersstabiliteit te geven was een kielvlak met een groot oppervlak nodig. Het toestel moest echter ook in de hangars passen die de luchtvaartmaatschappijen gebruikten. Om die reden werd ervoor gekozen om niet één grote maar drie kleinere staartvinnen aan te brengen.

De Constellation was het eerste grote passagiersvliegtuig met een drukcabine, waarmee het op een hoogte van 20.000 voet (~ 6100 meter) kon kruisen. Hierdoor kon het voor 90% boven slecht weer vliegen.

Gebruikers

Bij de grotere gebruikers waren:

Sabena

Sabena leasete van mei tot oktober 1958 tijdens de piekperiode van de wereldtentoonstelling Expo 58 drie L-1049 Super Constellation-toestellen van Seaboard and Western Airlines die in de Sabena-kleuren de capaciteit van de trans-Atlantische verbinding standaard uitgevoerd met Douglas DC-7C sterk verhoogden.

KLM

Na de oorlog (1946) stond de Constellation aan de basis van de moderne Nederlandse burgerluchtvaart. De KLM begon op 21 mei 1946 als eerste maatschappij op het Europese vasteland met een luchtdienst op New York. Men vloog deze dienst aanvankelijk met toestellen van het type Douglas DC-4. De lijn werd op 21 mei van dat jaar geopend, met veteraan Evert van Dijk als gezagvoerder[2]. In diezelfde maand werd de eerste Constellation aan de KLM afgeleverd. Dit toestel speelde een grote rol bij het uitbreiden van routes over de Atlantische Oceaan en de wederopbouw van de verbinding met het toenmalig Nederlands-Indië.

Mauritiusvluchten

Tijdens de zogenoemde politionele acties van de Nederlandse krijgsmacht in 1947 en 1948 gedurende de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog weigerde een aantal landen de KLM toestemming om op hun grondgebied te landen. De alternatieve route in 1947 werd gevlogen via Ceylon (het huidige Sri Lanka) over de Indische Oceaan met de Douglas C-54 Skymaster. Bij de tweede politionele actie in 1948 werd ook de landing op Ceylon niet meer toegestaan. Er werd toen in het eerste halfjaar van 1949 een noodroute via het eiland Mauritius gevolgd.

De Constellation was het enige toestel dat de afstand tussen Mauritius en Batavia kon overbruggen — zij het ternauwernood. Als de wind tegen zat kon het zijn dat men op het "point of no return" halverwege de oceaan moest vaststellen dat er onvoldoende brandstof over was. Dan werd teruggekeerd naar Mauritius of Batavia om het de volgende dag nog eens te proberen. Het "point of no return" werd gemarkeerd door een schip van de Koninklijke Marine. Om zo veel mogelijk brandstof te kunnen meenemen werden de vleugels tijdens het tanken natgespoten met koel water.[bron?] De verzekering van het toestel en de inzittenden werd voor dit gedeelte van de vlucht overgenomen door de Nederlandse overheid.

Ongelukken

Hieronder de ongevallen van Constellations in dienst bij de KLM:[3]

Het einde van een tijdperk

De KLM heeft in totaal 48 Constellations in dienst gehad in diverse varianten. In 1960 werden ze overbodig door de komst van het eerste straalvliegtuig van de KLM: de Douglas DC-8. De Constellations werden buiten dienst gesteld. Het lukte de KLM aanvankelijk niet om de toestellen te verkopen. Lange tijd stonden ze ingepakt op de rand van het platform. Een deel werd voorzien van een grote vrachtdeur voor in de romp, zodat ze als combivliegtuig aantrekkelijker zouden zijn voor kopers. Deze opzet slaagde niet geheel: slechts enkele werden verkocht. De vijf Constellations van het type L-749 zijn stuk voor stuk op Schiphol gesloopt. Tussen 1962 en 1966 werden ook vijftien Super Constellations (L-1049) gesloopt.[bron?]

Een aantal Constellations van KLM heeft nog lange tijd dienstgedaan voor andere maatschappijen. Er bestaan er nog twee. Eén ervan is tentoongesteld in het Science Museum in Wroughton (Engeland). Dit toestel, de voormalige PH-TET, werd in 1973 onder andere gebruikt door de Rolling Stones als tourvliegtuig voor hun tour door het Verre Oosten. Ook is er nog een KLM-Constellation in Zuid-Amerika: het nieuwe TAM Aeronautical Museum in Brazilië wist een van de oudste Constellations te kopen, een L-049 met constructienummer 2071. Dit was tevens een van de eerste Constellations van KLM, het toestel was bij de KLM in dienst van 10 september 1946 tot 21 juni 1950 met registratie "PH-TAX" en genaamd "Arnhem".

Constellation op het Aviodrome

De laatste Nederlandse Constellation

Sinds 2003 is er weer een luchtwaardige Constellation in Nederland. Deze is aanvankelijk door de Stichting Constellation Nederland aangekocht. Onder leiding van luchtvaartmuseum Aviodrome in Lelystad is het eind jaren negentig door vrijwilligers in oude staat gebracht. Het toestel is gespoten in de kleuren waarmee de KLM in de jaren vijftig vloog. De passagierscabine is niet origineel.

Deze Constellation is van het type VC-121A (46-0612) en is een militaire versie van de L-749A. Het toestel werd in januari 1949 door de US Air Force in dienst genomen en werd daar in oktober 1967 afgedankt. Daarna heeft het nog gevlogen bij Christier Flying Service Inc., Beaver Air Spray Inc. en Conifair. Het werd ingezet als sproeivliegtuig. Het toestel werd op 17 november 1993 aangekocht in Canada en is daarna 10 jaar gerestaureerd in de VS. Aviodrome heeft het toestel onder Amerikaanse registratie: N749NL.

Trivia

De Constellation wordt door vliegers wel liefkozend "het beste driemotorige (propeller)vliegtuig ter wereld" genoemd. Dit om aan te duiden dat van het viermotorige toestel wel erg vaak een motor uitviel tijdens het vliegen.

Zie de categorie Lockheed Constellation van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.