De Centraal-Afrikaanse Republiek.

De Multidimensionele Geïntegreerde Stabilisatiemissie van de Verenigde Naties in de Centraal-Afrikaanse Republiek of kortweg MINUSCA is een vredesoperatie van de Verenigde Naties die in april 2014 werd opgericht om de inwoners van de Centraal-Afrikaanse Republiek te gaan beschermen omdat zij op grote schaal geviseerd werden in de burgeroorlog die er al sinds eind 2012 woedde. Het acroniem komt van de Franse naam Mission multidimensionnelle Intégrée des Nations Unies pour la Stabilisation en CentrAfrique.

De vredesmacht werd op 10 april 2014 voor een aanvankelijke periode van een jaar gecreëerd door de VN-Veiligheidsraad met resolutie 2149, en moest in de CAR de MISCA-vredesmacht van de Afrikaanse Unie vervangen.

Achtergrond

Rebellen in het noorden van de CAR; juni 2007.

Zie Centraal-Afrikaanse burgeroorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Nadat François Bozizé in 2003 middels een staatsgreep aan de macht kwam startte de eerste Centraal-Afrikaanse burgeroorlog. Die eindigde in 2007 met een vredesakkoord waarbij de rebellen werden opgenomen in de regering en het leger.

Eind 2012 begonnen de Seleka (alliantie in het sango), een coalitie van rebellengroepen die voornamelijk uit moslims bestaan, een nieuwe geweldcampagne om president Bozizé weg te krijgen. In maart 2013 namen ze de hoofdstad Bangui in, waarop Bozizé moest vluchten.

Tegen het einde van het jaar namen de grotendeels christelijke Anti-Balaka (anti-machete) de wapens tegen hen op. In de burgeroorlog die volgde richtten ze zich ook tegen de bevolking met duizenden doden, meer dan een half miljoen vluchtelingen en een humanitaire crisis tot gevolg. Het staatsbestel stortte in en de nieuwe overgangsregering had in feite enkel gezag in de hoofdstad.

Al in januari 2010 hadden de VN het BINUCA-kantoor opgezet om mee te zorgen voor vrede en het versterken van de staatsinstellingen. Ondanks de plundering van haar kantoren en de verblijfplaatsen van het personeel bleef het ter plaatse. Eind 2013 werd toestemming verleend aan de Afrikaanse Unie om een vredesmacht, MISCA genaamd, naar de CAR te sturen. Die werd verder ondersteund door Franse troepen (operatie Sangaris). Ook de Europese Unie stuurde begin april 2014 een missie, EUFOR RCA, naar het land. Er waren nu 9000 buitenlandse troepen aanwezig, maar dat was te weinig om het geweld in te dijken. Ook was er geen civiele aanwezigheid om de oorzaken ervan aan te pakken.

Een VN-vredesmacht werd voorbereid, maar teneinde snel in te grijpen kwam de secretaris-generaal met een zespuntenplan. Dat hield een snelle versterking van MISCA en de Franse operatie, logistieke- en financiële ondersteuning voor MISCA, steun aan de overgangsregering, een versneld politiek proces en meer geld voor noodhulp in.

Mandaat

De Centraal-Afrikaanse Republiek.

De VN-Veiligheidsraad gaf MINUSCA volgend mandaat mee:

De vredesmacht kreeg daarnaast nog volgende bijkomende taken voor wanneer de omstandigheden ze toelieten:

Beschrijving

Het civiele component van de missie moest zo snel mogelijk actief zijn. Het militaire component tegen 15 september 2014. De Veiligheidsraad had toestemming gegeven voor maximaal:

Op 26 maart 2015 verhoogde de Veiligheidsraad deze maxima middels resolutie 2212 tot 10.750 militairen, 2120 politiemanschappen en 40 cipiers.

De Verenigde Naties hadden reeds een kantoor, BINUCA, in de CAR en de Afrikaanse Unie had in december 2013 toestemming gekregen om een regionale vredesmacht, MISCA, naar het land te sturen om het te stabiliseren en noodhulp te voorzien. Beide missies werden in MINUSCA geïntegreerd.

De secretaris-generaal was opgedragen een speciale vertegenwoordiger voor de CAR aan te stellen, die tevens de vredesmacht zou leiden.