Esculaap
Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Maculadegeneratie
Coderingen
ICD-10 H35.3
ICD-9 362.5
Portaal  Portaalicoon   Geneeskunde
Zicht van iemand met maculadegeneratie
Normaalzicht
Maculadegeneratie (boven) en een gezond oog (onder); Opname gemaakt met de netvliescamera Topcon TRC-NW8

Maculadegeneratie[1] (macula-degeneratie; macula is Latijn voor vlek) is een oogaandoening: het afsterven (de degeneratie) van kegeltjes in de gele vlek (de macula lutea) in het centrale gedeelte van het netvlies van het oog, waardoor de gezichtsscherpte afneemt. Het perifere gezichtsveld blijft wel bestaan: patiënten worden dus niet volledig blind.

Vormen van maculadegeneratie

[bewerken | brontekst bewerken]

Maculadegeneratie komt voor in juveniele vorm en op oudere leeftijd.

Juveniele vormen zijn erfelijk en treden in vroege levensjaren op maar zijn zeldzaam:

Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD) ontstaat meestal niet voor het 50e levensjaar. In Europa heeft naar schatting 2,3% van de personen ouder dan 65 jaar een vorm van LMD. LMD bestaat in een droge en een natte vorm.

'Droge' leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)

[bewerken | brontekst bewerken]

De eerste symptomen van droge LMD zijn:

De patiënt merkt soms dat bij het lezen stukken van woorden ontbreken. De aandoening wordt langzaam erger en leidt na 10-15 jaar tot slechtziendheid.

'Natte' leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)

[bewerken | brontekst bewerken]

Bij de natte variant van LMD is naast het afsterven van de kegeltjes, ook sprake van de groei van kleine bloedvaten onder het netvlies. De vorming van de bloedvaten wordt (mede) veroorzaakt door het lichaamseigen proteïne (eiwit) VEGF. De eerste symptomen zijn:

De natte vorm verloopt sneller en leidt in een periode van weken tot maximaal 2 jaar tot slechtziendheid.

Oorzaken

[bewerken | brontekst bewerken]

De belangrijkste risicofactoren voor het ontstaan van deze aandoening zijn roken en een hogere leeftijd. Atherosclerose en een onvolwaardige voeding met tekorten aan vitamines, mineralen en antioxidanten dragen waarschijnlijk ook bij tot het ontstaan van de aandoening.[2] Ook langdurig en regelmatig gebruik van aspirine verhoogt de kans op leeftijdsgebonden maculadegeneratie.[3]

Behandeling

[bewerken | brontekst bewerken]

De behandeling beperkt zich met name tot die van de natte vorm.[4]

De 3 hieronder genoemde geneesmiddelen remmen de werking van VEGF, en zijn dus alleen effectief bij behandeling van de natte vorm. Ze worden intravitreaal, rechtstreeks in het glasachtig lichaam van de oogbol gespoten.[4]

Voedingssupplementen

[bewerken | brontekst bewerken]

De FDA concludeert dat er onvoldoende bewijs is om de voedingsstoffen luteïne en zeaxanthine aan te bevelen ter behandeling van maculadegeneratie.[5]

In een Cochrane review (een meta-analyse van de gerespecteerde Cochrane Collaboration) werden de klinische onderzoeken met antioxidanten en mineralen geanalyseerd met als conclusie dat zij maculadegeneratie niet kunnen voorkomen.[6] Sindsdien zijn er ook onderzoeken gepubliceerd die wel een positief effect vonden.[7][8]

Carotenoïden (natuurlijke pigmenten) komen in hoge concentraties voor in de macula en spelen een belangrijke rol in de functie ervan. Rijke voedingsbronnen zijn groene groenten als spinazie, andijvie, boerenkool en broccoli, maar de stoffen zijn in geconcentreerde vorm ook als voedingssupplement verkrijgbaar. Carotenoïden zijn meestal antioxidanten. De werkzaamheid in de vorm van een voedingssupplement bij maculadegeneratie is omstreden, zoals uit het bovenstaande blijkt.

Ondanks de ontdekking van genetische factoren die bijdragen aan maculadegeneratie, heeft dit nog niet geresulteerd in nieuwe behandelmethodes.[9]

Zie ook

[bewerken | brontekst bewerken]
[bewerken | brontekst bewerken]