Een morene is een ophoping van ongeconsolideerd puin (regoliet en gesteente), soms aangeduid als glaciale afzetting, die voorkomt in zowel huidige als vroeger door gletsjer bedekte gebieden, en die eerder is meegenomen door een gletsjer of ijskap. Morenes kunnen enorm in formaat variëren; zo zijn sommige morenecomplexen in Noord-Amerika tientallen meters hoog en kilometers lang, maar kleinere types zoals De Geer-morenes zijn slechts een paar meter hoog en meestal enkele tientallen meters lang. Ook kan in het Nederlands het sediment dat door een gletsjer wordt afgezet morene worden genoemd.

Een zich terugtrekkende gletsjer

Landvormen

Links op de foto de zijmorene langs een gletsjer vlak bij Zermatt
Morene van Gardameer

Men onderscheidt onder andere:

  1. Zijmorenes - de rug die gevormd is door afzetting van till aan de zijkanten van een gletsjerlichaam.
  2. Eindmorenes - de morene die de uiterste ijsuitbreiding gedurende een bepaald glaciaal aangeeft, dan wel de morene die zich bij het huidige uiteinde van een gletsjer vormt.
  3. Middenmorenes - deze vorm ontstaat uit de zijmorenes van twee gletsjers op het punt waar zij samenkomen.

Tegenwoordig worden er in de glaciologie veel types morene onderscheiden, maar de naamgevingen is niet altijd uniform. Een volledige lijst morenetypes kan daarom niet gegeven worden.

Afzettingsmilieu

Er zijn verschillende afzettingsmilieus mogelijk voor een morene:

Afzettingen

Glaciale afzettingen die met de term 'morene' worden aangeduid:

Nederland

De heuvels van de Veluwe, de Utrechtse Heuvelrug en de Nederrijnse Heuvelrug (Rijk van Nijmegen) zijn ontstaan in het voorlaatste glaciaal, het Saalien. Toen was Nederland ten noorden van de lijn Haarlem-Utrecht-Nijmegen met landijs bedekt. Dit zijn geen morenes maar stuwwallen.

Zie de categorie Moraines van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.