Plaats in Nederland | |||
---|---|---|---|
Situering | |||
Provincie | Zeeland | ||
Gemeente | Hulst | ||
Coördinaten | 51° 18′ NB, 4° 10′ OL | ||
Algemeen | |||
Oppervlakte | 50,10 km² | ||
Inwoners (2021-01-01) |
955[1] (19 inw./km²) | ||
Overig | |||
Woonplaatscode | 3093 | ||
Detailkaart | |||
Nieuw-Namen in de gemeente Hulst | |||
|
Nieuw-Namen is een dorpskern van de Nederlandse gemeente Hulst, in de regio Zeeuws-Vlaanderen van de provincie Zeeland, op de grens met België. Nieuw-Namen gaat over in het Belgische dorp Kieldrecht. Het dorp telt 955 inwoners (2021). In 2016 was bijna de helft van de inwoners van directe Belgische afkomst.[2]
De oppervlakte van Nieuw Namen bedraagt 50,10 km².[3] Met een bevolkingsdichtheid van 19,36 inwoners per km² (2021) is dit gebied een van de dunst bevolkte van Nederland – lager nog dan Schiermonnikoog of Vlieland.
Nieuw-Namen stond vroeger bekend als Hulsterloo, en wordt onder die naam voor het eerst genoemd in een schenkingsacte uit 1136. De naam Hulsterloo komt voor in het epos Van den vos Reynaerde: Int oostende van Vlaenderen staet een bosch ende dat heet Hulsterloo.
Hulsterloo verdween en een nieuw ontstaan dorp werd bekend als de Kauter, dat hooggelegen plaats betekent. Nieuw-Namen ligt namelijk evenals het Belgische buurdorp Kieldrecht op een pleistocene zandrug. Nadat in 1664 de grens werd vastgesteld, sprak men wel van de Hollandsche Kauter, terwijl met Konings-Kauter het latere Kieldrecht werd bedoeld.
In 1858 werd de naam De Kauter op initiatief van pastoor Ludovicus Camerman veranderd in Nieuw-Namen. Dit refereert aan het dorpje Namen, dat in 1715 door de zee werd verzwolgen.
Nieuw-Namen is een van de weinige plaatsen in Zeeland waar prehistorische voorwerpen, zoals vuurstenen pijlpunten, kunnen worden gevonden.
Hulsterloo stond bekend als een plaats waar een afdeling (een uithof) van de norbertijnenabdij van Drongen gevestigd was. Hieraan herinnert nog de Kapellenberg. Deze afdeling was bekend door een miraculeus Mariabeeldje, dat tal van pelgrims trok. Dit beeldje bevindt zich tegenwoordig, na heel wat wederwaardigheden, in de parochiekerk van Drongen.
In 1578 en 1580 werd de bedevaartsplaats door de Geuzen verwoest. In de daaropvolgende jaren vonden inundaties en overstromingen plaats, waardoor het dorp ontvolkt raakte. Later ontstond ter plaatse een nieuwe nederzetting, die De Kauter werd genoemd. Aanvankelijk woonden hier landarbeiders, vissers en baggeraars. Omstreeks 1840 had men een vloot van 65 scheepjes, en er werd op ansjovis en schelpdieren gevist. Ook de smokkel zorgde voor enige inkomsten. De voortgaande inpolderingen maakten dat men van de visserij op de landbouw moest omschakelen.
In 1858 werd Nieuw-Namen gesticht onder leiding van een Belgische priester. Deze priester, gewijd in Breda, was Ludovicus Gustavius Camerman, geboren in Doel op 1 augustus 1824 en overleden in Nieuw-Namen op 28 april 1896. Het was de wens van de Kauternaren een eigen kerk en parochie te bezitten en deze wens werd in vervulling gebracht. Op dat moment bedroeg het inwonertal ruim 750. In opdracht van het bisdom Breda, maakte Camerman van het gehucht "De Kauter" een zelfstandige parochie. De grond voor de kerk en pastorie werd deels geschonken door de familie Praet/Lockefeer.
Van 1815 tot 1970 maakte het dorp deel uit van de gemeente Clinge. Sinds 1970 maakt Nieuw-Namen deel uit van de gemeente Hulst.
Nieuw-Namen wordt omgeven door zeekleipolders, met name de Saeftingepolder (1805). In het noordoosten ligt de Hertogin Hedwigepolder (1907), die niet direct aan het dorp grenst. Deze polder kreeg internationale bekendheid doordat Nederland, tegen eerder gemaakte internationale afspraken in, weigerde dit gebied te ontpolderen.
De Meester van der Heijden-groeve is een aardkundig monument, waar de overgang tussen Plioceen en Pleistoceen kan worden waargenomen, wat uniek is voor de streek.
Het Verdronken Land van Saeftinghe, het grootste brakwaterschorrengebied van Europa, bevindt zich ten noorden van de buurtschap Emmadorp.
De inwoners van Nieuw-Namen worden ten tijde van carnaval mollen genoemd. Deze bijnaam is waarschijnlijk afkomstig van het feit dat het dorp op een "heuvel" ligt.
Fanfare "De Scheldezonen" werd opgericht in 1869.