Bord met de tekst 'Kerstmis 1914. Vrede op aarde?' van Potterij Rembrandt

Pacifisme is een visie die duurzame vrede nastreeft en tegen oorlog en geweld is.

Vijf argumenten

Kees Kraaijeveld, filosoof en psycholoog, noemt vijf 'klassieke' argumenten voor pacifisme en ontwapening:[1]

Zelfs de modernste bewapening en de strengste controle bieden alleen in schijn een garantie van veiligheid.
Zelden leidt een oorlog tot het gewenste resultaat. Als een oorlog eenmaal is begonnen, is het geweld vaak niet meer te beheersen en treden er excessen op.
Bewapening vereist een grote investering van maatschappelijke middelen. Deze middelen zouden ook voor vreedzame doelen kunnen worden aangewend en dan wellicht een groter rendement geven.
"Geweld maakt meer kapot dan je lief is". De traumatische gevolgen van oorlogen zijn zo groot dat deze generaties later nog gevoeld worden. Het is de vraag of deze traumatische gevolgen niet weer de kiem van nieuw geweld in zich dragen.
Benjamin Franklin zei: "Er bestaat geen goede oorlog en er bestaat geen slechte vrede". Oftewel: oorlog is in zichzelf iets slechts.

Het pacifisme volgens Gandhi

Mahatma Gandhi maakte een belangrijk onderscheid tussen de non-violence of the weak (d.i. geweldloosheid) en de non-violence of the brave (d.i. geweldvrijheid):

Gandhi verduidelijkt dit door een bespreking van vier reactievormen op een agressor:

Gandhi had enkele grondbeginselen die hem tot zijn niet-tegenstand tegen geweld brachten:

Nederlandse politiek

In Nederland werd het pacifisme vanaf 1914 jarenlang uitgedragen door de zogeheten Internationale Anti-Militaristische Vereeniging in Nederland, die het maandblad De wapens neder uitgaf.

De meeste groene partijen namen het pacifisme expliciet op in hun basisbeginselen.

Kritiek

Volgens de teleologische ethiek is moreel verantwoord gedrag ondergeschikt aan datgene wat voor bijvoorbeeld een mens of de mensheid begerenswaardig is; het doel heiligt de middelen. Men zou voortbordurend op die ethiek kunnen betogen dat geweld meer geweld zou kunnen voorkomen, met als eventueel gevolg dat bepaalde gewelddadige en/of mensonterende middelen toegepast worden om een bepaald doel te bewerkstelligen, wat in contradictie is met de pacifistische leer. Volgens sommige historici en militaire analisten is de atoombomaanval op Hiroshima een voorbeeld van deze ethiek. Ook volgens Truman, toenmalig president van de Verenigde Staten, zou de atoombom vele levens hebben gespaard, zowel Amerikaanse als Japanse.[4][5]

Stromingen

Binnen het pacifisme zou overigens ook nog een scheiding gemaakt kunnen worden tussen verscheidene stromingen, zoals deontologisch- en consequentialistisch pacifisme. Zo zou een deontoloog zich aan absolute waarden houden, terwijl een consequentialist zijn keuze baseert op de gevolgen van zijn daden, met als gevolg dat ook binnen het pacifisme meningsverschillen bestaan over de juiste methode voor verscheidene contexten.[bron?]

Christendom

De vroege kerk was geweldloos/pacifistisch. Met Constantijn de Grote, de Romeinse keizer die de kerk godsdienstvrijheid toestond, veranderde dat.[6]

Paus Franciscus heeft kerk en wereld opgeroepen de actieve geweldloosheid van Jezus Christus na te volgen.[7] Bij zijn bezoek aan het Amerikaans Congres in Washington in 2015 hield hij de afgevaardigden vier landgenoten van hen voor die hij voorbeeldig achtte, waarvan drie pacifisten.[8]

Zie ook