Een pedaal (uit het Latijn: pes is 'voet') is een onderdeel van het mechaniek bij diverse muziekinstrumenten, zoals van de piano, het orgel, de harp of de pauk, dat met de voet bediend wordt.

De functie van het pedaal verschilt per instrument. Pedalen komen al voor bij sommige klavecimbels, en vloeien voort uit de voortschrijdende technische ontwikkelingen bij diverse instrumenten.

Een pedaalpiano

Klavecimbel

Op sommige klavecimbels zit vlak onder het toetsenbord een hendel, die door de knie bediend werd. Via dit kniepedaal kan de speler een register kiezen, zoals het luitregister. Dit pedaal is echter op veel instrumenten niet aanwezig. Vaak worden de registers namelijk handmatig met knoppen of hendeltjes bediend.

Pianoforte

De pianoforte (of fortepiano) heeft diverse soorten pedalen. Aanvankelijk was net als bij het klavecimbel het pedaal als kniepedaal gemonteerd, maar al snel werd dit vervangen door een bij de grond gemonteerd pedaal, dat met de voet bediend kon worden. Er zijn afhankelijk van het instrument 1 tot 5 pedalen aanwezig, die variërende effecten teweeg kunnen brengen. Zo is er een registerpedaal, een dempend pedaal, een doorklinkpedaal, waaruit later het rechterpedaal van de piano zou ontstaan, maar soms ook pedalen die gedeelten van het instrument kunnen laten doorklinken, of speciale effecten als het Janissary- (ook wel Janizary-)pedaal.[1] Men kan met effectpedalen belletjes laten klinken, de snaren met metaalstaafjes beroeren, allerhande slagwerkachtige effecten realiseren of andere instrumenten imiteren. Veel van deze pedalen zijn in de ontwikkeling van het instrument weer uitgestorven, zodat uiteindelijk enkel het linker- en rechterpedaal als standaard overbleven.

Piano en vleugel

De 3 pedalen van een vleugel

De pedalen op de piano (2 of 3, bij uitzondering 4) hebben verschillende functies. Op piano's en vleugels met 2 pedalen ontbreekt het middelste pedaal.

Linkerpedaal

Het linkerpedaal maakt de klank zachter of wolliger, en heet una corda-pedaal.

In de muziek wordt het spelen met linkerpedaal in de partituur doorgaans aangeduid met de Italiaanse term una corda ofwel afgekort u.c., soms met con sordino of met de Duitse term mit Verschiebung.

Middelste pedaal

Het middelste pedaal kent diverse functies op diverse typen instrument.

Rechterpedaal

Het rechterpedaal heeft op elke piano dezelfde functie: bij intrappen van dit pedaal worden alle dempers van de snaren gelicht, zodat alle snaren doorklinken. Dit pedaal wordt veelvuldig gebruikt op diverse manieren. Het is ook het pedaal dat het meest in partituren wordt aangegeven, met de aanduiding " Ped. - - - -* " of door het gebruik van haken onder de notenbalk. Dit pedaal wordt tegenwoordig ook vaak het sustainpedaal genoemd, al noemt Steinway zijn middelste pedaal oorspronkelijk zo. Het gebruik van dit rechterpedaal kan divers van aard zijn:

Spreekt men enkel van het pedaal, dan wordt het rechterpedaal bedoeld.

Orgel

Orgelpedaal

Bij het orgel spreekt men niet van pedalen, maar van één pedaal (pedaalklavier of voetklavier); de gezamenlijke pedaaltoetsen vormen het pedaal. Dit is meestal een volledig toetsenbord, dat met beide voeten bespeeld wordt. De tonen die door het pedaal worden voortgebracht zijn meestal de lage stemmen van een compositie, al zijn koppelingen met diverse registers mogelijk. Soms bedient de voet ook de tutti-knop, waarbij het volle orgel tot klinken kan komen. Soms zijn er knoppen om individuele registers te bedienen, of bepaalde koppelingen aan en uit te zetten. Er zijn twee soorten pedaal:

Aangehangen pedaal

Hierbij zijn de pedaaltoetsen rechtstreeks verbonden met de corresponderende toets van het manuaal. Als met de voet een pedaaltoets wordt ingedrukt, wordt de daaraan verbonden manuaaltoets naar beneden getrokken en klinkt de toon die daarbij behoort. Bij eenvoudige en/of kleinere orgels in dorpskerken, waar het orgel vooral de gemeentezang begeleidt, is vaak hiervoor gekozen.

Vrij pedaal

Hierbij beschikt het pedaal over een windlade met eigen registers. Het pedaal kan dan zelfstandig bespeeld worden, los van het manuaal. Het krijgt daarmee een eigen geluid en voor de organist worden de speelmogelijkheden veel groter. De meeste orgelwerken zijn voor orgel met vrij pedaal gecomponeerd.

Beiaard

Een beiaard heeft meestal ook een pedaal, net als een orgel. Dit is steeds een aangehangen pedaal. Elke pedaaltoets is met draden of stangen verbonden met een manuaaltoets (die dus tegelijk omlaaggaat) of rechtstreeks met een klepel of hamer die een klok van een bepaalde toonhoogte aanslaat. De omvang van dit pedaal is meestal beperkt tot 2 octaven. Dit voetklavier begint meestal een kwart onder de toonhoogte van het manuaal.

Volgens de standaard bevindt de laagste c van het pedaal zich recht onder de laagste c van het manuaal. Bij een kleine speeltafel zijn die twee toetsen gekoppeld aan dezelfde klok, bij een grote speeltafel is het pedaal een octaaf lager en dan vallen de hoogste (meest rechtse) toetsen van het pedaal samen met de laagste (meest linkse) van het manuaal.

Harmonium

Op een harmonium zitten twee pedalen waarmee de blaasbalgen worden bediend die het instrument van lucht voorzien. Door regelmatig en afwisselend links en rechts te trappen blijft de luchtstroom constant stromen door het tongwerk, waar de uiteindelijke klank wordt geproduceerd. Aan dit pompen met de voeten heeft het instrument, mede in combinatie met het vaak geestelijk repertoire, zijn oneerbiedige bijnaam 'psalmenpomp' of 'cirkelzaag des geloofs' te danken. Harmoniumspelers die dit pedaliseren slecht kunnen krijgen vaak de bijnaam 'hijger', omdat bij onregelmatig trappen de klanksterkte erg hoorbaar gaat fluctueren.

Er zijn echter ook harmoniums gebouwd die werden uitgevoerd met een windmotor zodat de twee pedalen voor de balgen niet meer nodig zijn. Dat maakt het mogelijk om een volledig pedaalklavier toe te passen. Deze zogeheten pedaalharmoniums worden vrijwel altijd met twee manuaalklavieren uitgevoerd. Bekende bouwers waren onder anderen Hoffberg en Mannborg.

Harp

Twee van de harppedalen. Elk pedaal heeft 3 standen, voor een verlaagde, normale en verhoogde stamtoon.

De pedalen van de harp zijn bedoeld om stamtonen te kunnen verhogen of verlagen. Bijna iedere harp is diatonisch besnaard, en de pedalen maken chromatiek mogelijk. Elk pedaal bedient een set stamtonen. Het nadeel van de harp is dat chromatisch spel onmogelijk is en dat niet tegelijkertijd een stamtoon en diens alteratie kan worden gespeeld, tenzij door kunstgrepen. Zo moet bijvoorbeeld, om de combinatie van een f en een fis gelijkertijd te kunnen spelen de g verlaagd worden tot een ges. De studie van de pedaalharp is derhalve een complex vakgebied.

Pedaalpiano

Een bijzondere pedaalvleugel van de Italiaanse bouwer Luigi Borgato

De pedaalpiano heeft een toetsenbord dat met de voeten wordt bediend, net als een orgelpedaal. De omvang van dit pedaal bestrijkt circa 2½ tot 4 octaven en de pedalen bedienen slechts lage tonen, die klinken uit een kast met bassnaren die meestal los achter de normale piano is geplaatst. De piano zelf is dan vaak op een kist geplaatst om ruimte voor de pedaalpiano te maken. In deze kist lopen de verbindingen van de pedalen naar de hamers in de pedaalpiano zelf. Pedaalpiano's zijn tegenwoordig alleen nog in musea te vinden en ze worden zelden in live-evenementen bespeeld. Pedaalpiano's zijn zeldzaamheden geworden. Om de pedaalpiano te kunnen bespelen is een brede pianokruk vereist om, als speler, lichamelijk de balans te kunnen houden, net als de orgelbank. De pedaalpiano werd voornamelijk gebruikt als studie-instrument voor organisten, zodat hun voettechniek kon worden geoefend. Schumann schreef er enige speciale composities voor.

Elektronische instrumenten

De TS9 Tubescreamer van Ibanez, een veel nagemaakt pedaal dat een oversturing van het geluid bewerkstelligt door gebruik van transistors

Elektronische instrumenten zoals elektronische piano's en synthesizers, beschikken vaak over effectpedalen, eigenlijk schakelaars die met de voet bediend worden om bepaalde effecten via elektronische wijze op te roepen. Soms hebben deze pedalen dezelfde functie als bij een piano, soms kunnen ze geprogrammeerd worden, soms hebben ze andere effecten, zoals vervorming van de klank (bijvoorbeeld reverb, wah-wah, flanger, phaser, en distortion bij elektrische gitaren).

Hammondorgel

Het hammondorgel heeft naast een voetklavier (zie orgelpedalen hierboven) een apart crescendo-pedaal, waarmee de klank kan aanzwellen. Elektronische orgels hebben bijna altijd zo'n volumepedaal (oneerbiedig gaspedaal genoemd), waarmee de dynamiek kan worden geregeld.

Drums

Op een drumstel zit bij de bass drum vaak een pedaal om de trommel te bespelen met de voet. Ook het openen en sluiten van de hihat wordt via een pedaal bediend.

Pauk

Op de pedaalpauk zit een pedaal waarmee de toonhoogte kan worden gewijzigd tijdens het spelen. Door het intrappen van het pedaal wordt de velspanning verhoogd, wat resulteert in een hogere toonhoogte. Met een mechaniek van trekstangen wordt de positie van het pedaal omgezet in de gewenste velspanning. Voor het gemak van de paukenist (of paukslager) wordt een toonwijzer toegevoegd om een visuele indicatie te geven van de velspanning. De toonwijzer geeft daarbij grofweg aan op welke toon de pauk ingesteld staat.

Afbeeldingen

Zie ook