Pim Kooij (Dordrecht, 11 juni 1945 - Groningen, 9 augustus 2016) was een Nederlands historicus. Hij was emeritus hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen en de Wageningen Universiteit.

Biografie

[bewerken | brontekst bewerken]

Pim Kooij groeide op in Dordrecht en Harlingen. In 1963 deed hij eindexamen Gymnasium B te Leeuwarden, waarna hij geschiedenis studeerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Aan diezelfde universiteit trad hij op 1 september 1969 in dienst. Op 1 januari 2010 ging hij met emeritaat.

Kooij’s loopbaan kenmerkt zich door een brede belangstelling voor sociaal-historische onderwerpen, maar een viertal springen daaruit: Groningen, stadsgeschiedenis, rurale geschiedenis en geschiedenis van de groene ruimte.

Kooij promoveerde in 1986 op het proefschrift Groningen 1870-1914. Daarin combineerde hij zijn interesse voor de stad Groningen met zijn grote belangstelling voor geschiedenis. In 1988 werd hij benoemd tot bijzonder hoogleraar in de economische geschiedenis van stad en platteland. In 1997 volgde zijn aanstelling tot hoogleraar economische en sociale geschiedenis te Groningen en bezette hij tevens de leerstoel Agrarische geschiedenis aan de toenmalige Landbouwuniversiteit te Wageningen als opvolger van Ad van der Woude. Hij werd toen ook directeur van het Nederlands Agronomisch Historisch Instituut (NAHI).

Kooij heeft ruim honderd publicaties op zijn naam, deels voortvloeiend uit de onderzoeksprojecten waaraan hij deelnam. Noemenswaardig uit vele zijn het project Integrale Geschiedschrijving in samenwerking met de Universiteit Utrecht (1987-1995), waarin ontwikkelingen in Groningen en Noord-Brabant vergeleken werden, en het daaruit voortvloeiende Nederlands-Russische samenwerkingsproject over historisch-demografische vraagstukken (1991-2005). Hij bekleedde ook talloze bestuursfuncties bij (internationale) historische verenigingen, waaronder de Urban History Association, het N.W. Posthumus Instituut en de Commission Internationale pour l'histoire des villes.

Zijn opvolger in Wageningen werd Ewout Frankema. In Groningen werd Kooij opgevolgd door Maarten Duijvendak. Duijvendak en Frankema werden gezamenlijk directeur van het Nederlands Agronomisch Historisch Instituut (NAHI).

De Vereniging voor Landbouwgeschiedenis reikt jaarlijks de Pim Kooij Prijs voor de beste scriptie op het terrein van de plattelandsgeschiedenis uit.

Lijst met belangrijkste publicaties

[bewerken | brontekst bewerken]

Promovendi

[bewerken | brontekst bewerken]

Groningse promovendi waarvan P. Kooij eerste of tweede promotor was, met jaar van promotie:

Wageningse promovendi waarvan P. Kooij eerste of tweede promotor was, met jaar van promotie:

[bewerken | brontekst bewerken]