Rengers (ook: Renghers, Van Aylva Rengers, Van Welderen Rengers, Schratenbach Rengers, Juckema van Burmania Rengers, Looxma van Welderen Rengers, Rengers ten Post, Rengers van (ten) Post, Rengers Scaffers, Rengers van Farmsum, Rengers van Oldenhuis tot den Post, Rengers van Scharmer, Rengers van Tuwinga, Rengers tot (de) Arendshorst, Rengers (van) Cammingha en Rengers Fraeylema) is een hoofdelingengeslacht uit de Nederlandse provincie Groningen. Het geslacht verwierf in de 17e eeuw de adellijke titel jonker.

Geschiedenis

Dutmer Rengers[1][2] (±1310 - ?), in 1353 vermeld als Thitmarus Rengher en burgemeester van Groningen, kan worden beschouwd als de stamvader van het geslacht Rengers.[3] Ook verschillende nakomelingen van hem waren onder andere burgemeester van Groningen.[4][5] Begin 15e eeuw verspreidden de familieleden zich over de Ommelanden, waar zij - naast vele bestuurlijke en/of politieke functies - als hoofdelingen en jonkers op verschillende borgen in de regio woonden. Vanaf de 17e eeuw verspreidden de familieleden zich over Friesland. Daar hadden velen van hen allerlei belangrijke bestuurlijke en/of politieke functies, zoals burgemeesters en zogenoemde grietmannen. Ook streken (slechts enkele) telgen neer in Overijssel en Drenthe.[6]

In de loop der eeuwen werden ook andere namen aan de naam Rengers toegevoegd. Een voorbeeld daarvan was Bernard Walraad van Welderen Rengers die - na het overlijden van zijn oudoom Johan Walraad des H.R. Rijksgraaf van Welderen in 1807 - de naam Van Welderen toevoegde aan de zijne.

Telgen

Andere telgen

Zie ook