Resolutie 1013
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 7 september 1995
Nr. vergadering 3574
Code S/RES/1013
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Conflicten in het Grote Merengebied
Beslissing Richtte een onderzoekscommissie op naar illegale wapentrafieken in het Grote Merengebied.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1995
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Argentinië Argentinië · Vlag van Botswana Botswana · Vlag van Tsjechië Tsjechië · Vlag van Duitsland Duitsland · Vlag van Honduras Honduras · Vlag van Indonesië Indonesië · Vlag van Italië Italië · Vlag van Nigeria Nigeria · Vlag van Oman Oman · Vlag van Rwanda (1962-2001) Rwanda
Het Grote Merengebied.
Het Grote Merengebied.

Resolutie 1013 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties aangenomen op 7 september 1995. De Veiligheidsraad richtte een internationale onderzoekscommissie naar illegale wapentrafieken naar het voormalige Rwandese leger, dat zich sinds de machtswissel in Rwanda verspreid in het Grote Merengebied bevond.

Deze commissie, UNICOI genoemd, kwam in 1996 met concrete aanbevelingen, maar deze werden genegeerd. In 1998 werd de commissie gereactiveerd.[1]

Achtergrond

[bewerken | brontekst bewerken]

De etnische conflicten in Rwanda en Burundi hadden al honderdduizenden doden gemaakt en voor een enorme vluchtelingenstroom gezorgd, waarvan velen naar buurland Zaïre. Vandaaruit werd de strijd gewoon verder gezet, waardoor de hele regio gedestabiliseerd raakte.

Inhoud

[bewerken | brontekst bewerken]

Zaïre had voorgesteld een internationale commissie op te richten om wapenleveringen aan het voormalige Rwandese leger te onderzoeken. Door regionale samenwerking konden destabiliserende factoren, zoals illegale wapentrafiek, in het Grote Merengebied voorkomen worden. Er was ernstige bezorgdheid deze schendingen van het wapenembargo tegen Rwanda.

Secretaris-generaal Boutros Boutros-Ghali werd gevraagd dringend een internationale onderzoekscommissie op te richten met volgend mandaat:

Die commissie moest worden samengesteld door de secretaris-generaal en bestaan uit vijf tot tien onpartijdige respectabele juridische, militaire en politie-experts. Alle landen en organisaties met informatie werden gevraagd deze over te maken. De secretaris-generaal werd gevraagd binnen de drie maanden na de oprichting te rapporteren over de besluiten van de commissie en kort daarop over zijn aanbevelingen.

De betrokken landen werden opgeroepen mee te werken door onder meer:

Verwante resoluties

[bewerken | brontekst bewerken]