Resolutie 2133 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 27 januari 2014 | |
Nr. vergadering | 7101 | |
Code | S/RES/2133 | |
Stemming | voor 15 onth. 0 tegen
0 | |
Onderwerp | Maatregelen tegen terrorisme | |
Beslissing | Vroeg samenwerking tussen landen bij ontvoeringen en gijzelingen door terreurgroepen. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2014 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
Argentinië · Australië · Tsjaad · Chili · Jordanië · Zuid-Korea · Litouwen · Luxemburg · Nigeria · Rwanda
| ||
Agenten van het gijzelaarsreddingsteam van de Amerikaanse FBI; jan 2013.
|
Resolutie 2133 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd met unanimiteit van stemmen aangenomen door de VN-Veiligheidsraad op 27 januari 2014. De resolutie bevestigde eerdere maatregelen tegen terrorisme en vroeg landen nauw samen te werken bij ontvoeringen en gijzelingsacties door terreurgroepen.[1]
De Veiligheidsraad bevestigde dat terrorisme een van de grootste bedreigingen voor de internationale vrede en veiligheid vormde en onder geen enkele omstandigheden te rechtvaardigen was. De lidstaten waren verplicht de financiering van terreurdaden te voorkomen en bestrijden. Incidenten waarbij terreurgroepen mensen ontvoerden en gijzelden om geld op te halen of politieke toegevingen af te dwingen werden sterk veroordeeld. Dit soort incidenten kwam steeds vaker voor — en dan vooral bij Al Qaida — en financierde toekomstige ontvoeringen en gijzelingen.
Resolutie 1373 uit 2001 werd bevestigd; in het bijzonder de verplichting van landen om de financiering, rekrutering en bewapening van terreurgroepen te bestrijden. Landen werden opgeroepen te voorkomen dat terroristen losgeld of politieke concessies kregen, de bevrijding van gijzelaars te bewerkstelligen en nauw samen te werken bij incidenten.