Resolutie 620 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 26 augustus 1988 | |
Nr. vergadering | 2825 | |
Code | S/RES/620 | |
Stemming | voor 15 onth. 0 tegen
0 | |
Onderwerp | Irak-Iranoorlog | |
Beslissing | Veroordeelde het gebruik van chemische wapens. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1988 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
Algerije · Argentinië · Brazilië · Bondsrepubliek Duitsland · Italië · Japan · Nepal · Senegal · Joegoslavië · Zambia
| ||
De vlaggen van Irak en Iran.
|
Resolutie 620 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 26 augustus 1988 unaniem aangenomen.
Tussen 1980 en 1988 waren Irak en Iran in een bloedige oorlog verwikkeld. Toen Iran begin 1982 de bovenhand haalde besloot het Irak — dat de oorlog was begonnen — binnen te vallen om er enkele heilige steden te veroveren. In Irak stootten ze echter op hevig verzet van een ingegraven vijand en het offensief mislukte. In 1983 ging Iran weer zwaar in de aanval, maar opnieuw zonder succes. Het gehavende Irak wilde terug vrede sluiten, maar Iran weigerde dat. De vastgelopen oorlog verplaatste zich onder meer naar de Perzische Golf. In 1984 viel Irak Iraanse olietankers aan, waarna Iran tankers aanviel die met Iraakse olie van Koeweit kwamen of van landen die Irak steunden. De meeste aanvallen werden door Iran uitgevoerd op Koeweitse tankers. In 1985-86 begon Irak zonder veel succes een offensief dat door Iran werd beantwoord door een tegenoffensief. Irak zette op grote schaal chemische en biologische wapens, in waarbij tienduizenden mensen omkwamen. Daarop ging Iran akkoord met resolutie 598.
Irak begon volgend op zijn succes nog een offensief, maar werd gestopt door Iran en ging vervolgens eveneens akkoord met de resolutie, waarmee de vrede op 20 augustus 1988 werd hersteld.
De Veiligheidsraad: