Resolutie 909 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 5 april 1994 | |
Nr. vergadering | 3358 | |
Code | S/RES/909 | |
Stemming | voor 15 onth. 0 tegen
0 | |
Onderwerp | Rwandese burgeroorlog | |
Beslissing | Verlengde de UNAMIR-vredesmacht met 3 maanden. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1994 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
Argentinië · Brazilië · Tsjechië · Djibouti · Spanje · Nigeria · Nieuw-Zeeland · Oman · Pakistan · Rwanda
| ||
De bewegingen van het FPR tijdens de Rwandese Genocide van april tot juli 1994. De hun toegewezen sector is donkergrijs weergegeven, met daarrond de gedemilitariseerde zone.
|
Resolutie 909 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 5 april 1994 aangenomen door de VN-Veiligheidsraad met unanimiteit van stemmen. De resolutie verlengde de UNAMIR-vredesmacht in Rwanda met drie maanden.
Al tijdens het Belgische koloniale tijdperk was er geweld tussen de Hutu- en de Tutsi-bevolkingsgroepen in Rwanda. Desondanks bleef die laatste, die in de minderheid was, de macht uitdragen. Na de onafhankelijkheid bleef het etnische conflict aanslepen tot in 1978 de Hutu's aan de macht verkozen werden. Tijdens deze rustige periode mochten Tutsi-vluchtelingen niet naar Rwanda terugkeren en in de jaren 1980 kwam het opnieuw tot geweld. In 1990 vielen Tutsi-milities van het FPR met Oegandese steun Rwanda binnen. Met Westerse steun werden zij echter verdreven. Toch werden hieropvolgend vredesgesprekken aangeknoopt.
De Veiligheidsraad: