Sledgehockeyspeler in actie

Sledgehockey of Para IJshockey is een vorm van ijshockey, maar dan op een prikslee. De kleding en het grootste deel van de regels in het spel komen overeen met die van ijshockey.

Geschiedenis

Sledgehockeywedstrijd tussen Zweden en Canada (2004)

Para IJshockey is in 1960 in Zweden ontstaan door een groep enthousiastelingen, waaronder Karl-Gunnar Karlsson, die een vorm van ijshockey begonnen te spelen op priksleeën. Een gewone prikslee bleek echter vooral door de ijzers en de manier waarop die eronder zaten niet geschikt voor ijshockey. Rond 1968 werd het een echte sport met speciaal daarvoor gebouwde sleeën, waarbij de afstand tussen de ijzers smaller is dan die bij een gewone prikslee.

Hoewel er in het begin weinig animo voor het sledgehockeyen bestond, werd er al in 1969 voor het eerst een internationaal toernooi gespeeld tussen Zweden, Noorwegen en Engeland. Dit groeide in de loop van de jaren uit tot het WK. Inmiddels zijn er twee wereldkampioenschappen, een voor A-landen en een voor B-landen. In 2009 is het WK voor B-landen in Nederland gespeeld met Zweden, Nederland, Estland, Finland, Groot-Brittannië en Polen.

Bij de Paralympische Winterspelen van 1976 was het al een demonstratiesport maar pas met de Paralympische Winterspelen in het Noorse Lillehammer in 1994 werd het een paralympische wintersport. Zweden won in de finale met 0-1 van Noorwegen.

In Nederland werden in 1987 de eerste plannen gemaakt om een sledgehockeyclub op te richten. Dit resulteerde erin dat in september 1996 de eerste Nederlandse club, de Amsterdam Huskies, werd opgericht. Sinds 2009 heeft ijshockey vereniging Tilburg Trappers ook een eigen sledgehockey team. Ook is er inmiddels een team in Dordrecht. De teams zijn aangesloten bij Gehandicaptensport Nederland en de Nederlandse IJshockey Bond.

Regels

Al de ijshockeyregels zijn in het begin gehandhaafd gebleven en in de loop van de tijd aangepast aan de sleeën en de sporters

Voor junioren kunnen afwijkende regels gelden. Elke spelonderbreking wordt, net zoals het begin van elke periode, hervat met een ingooi van de puck. Dit wordt face-off genoemd.

Overtredingen tegen genoemde regels worden meestal bestraft met een "bench-minor penalty" (twee minuten tijdstraf).

Speelveld

Speelveld bij sledgehockey

Sledgehockey wordt gespeeld op een veld van ongeveer 60 bij 30 meter. Het veld, dat afgeronde hoeken heeft, wordt omgeven door een 'boarding' met een hoogte van 1,22 meter. Op vier meter afstand van de korte zijden bevinden zich de doellijnen, met in het midden daarvan de goal. Het speelvlak tussen de doellijnen is in drie gelijke stukken verdeeld door tweemaal 30 cm brede blauwe lijnen. Vervolgens wordt het speelveld ook nog door een 30 cm brede rode lijn in twee helften verdeeld. Het vak dat gevormd wordt door een korte zijde van de boarding en een blauwe lijn heet het verdedigingsvak van het team dat het in dat vak bevindende doel verdedigt. Voor de tegenstander is dit het aanvalsvak. Het gebied tussen de twee blauwe lijnen is het neutrale vak. De teams wisselen na elke pauze van speelhelft.

Soms is het voor sledgehockeyers niet mogelijk om achter een plexiglas boarding te staan. Wanneer er geen mogelijkheid is mag onder andere de strafbank op het ijs gecreëerd worden.

Teams

Een sledgehockeyteam bestaat uit maximaal 12 spelers en twee doelverdedigers. Zes spelers, die gedurende de gehele wedstrijd ongelimiteerd gewisseld mogen worden, bevinden zich op het ijs. Dit zijn: een doelverdediger, een linker verdediger, een rechter verdediger, een rechter vleugelspeler, een linker vleugelspeler en een midvoor. Elk team bestaat uit een aanvoerder en maximaal twee assistenten. Alleen zij hebben het recht, als ze op het ijs staan, om met de scheidsrechter en de lijnrechters te communiceren. Zowel tijdens het spel als bij spelonderbrekingen mogen er spelers gewisseld worden.

Elk team heeft maximaal 6 begeleiders bij zich, die zich gedurende de wedstrijd in of bij de spelersbank mogen bevinden.

Arbitrage

Bij de junioren en de lagere niveaus staat elke wedstrijd onder leiding van twee scheidsrechters. In dit tweemanssysteem hebben beide scheidsrechters dezelfde verantwoordelijkheden tijdens de wedstrijd. Bij de hogere en de internationale niveaus bestaat de arbitrage bij elke wedstrijd uit één scheidsrechter en twee lijnrechters. Bij dit driemanssysteem zijn de verantwoordelijkheden duidelijk verdeeld tussen de scheidsrechter en de twee lijnrechters.

Achter elk doel bevindt zich, ter ondersteuning van de scheidsrechter(s) en lijnrechter, een doelrechter en in de bank van de wedstrijdleiding de volgende personen:

Deze is verantwoordelijk voor het invullen van het wedstrijdformulier met de namen van begeleiders, spelers, coaches, scheidsrechter en lijnrechters alsook de doelpunten(makers), wie de assist gaf en wie straffen krijgt opgelegd en welke straf dat was.

Deze houdt de straftijd bij, zodat een speler op tijd weer terug kan keren op het ijs.

Deze houdt de wedstrijdtijd bij.

Uitrusting

De uitrusting van de sporters bestaan uit een prikslee, stokken en beschermende kleding.

Slee

Sledgehockeyslee

De prikslee die gebruikt wordt bij ijshockey is behoorlijk anders dan een prikslee die wordt gebruikt bij priksleewedstrijden. Bij een sledgehockeyslee staan de schaatsen erg dicht op elkaar, soms met maar met een tussenruimte van 2,5 cm. Ook zitten er ijshockey-ijzers onder en geen ijzers van Noren zoals bij een reguliere prikslee. Verdere eisen aan de slee en het frame zijn:

Stokken

Sledgehockey stokken

De stokken van een sledgehockeyer zijn vrij kort. Enkele eisen voor de stokken zijn:

Voor de stick van de doelverdediger geldt:

Beschermende kleding

De kleding van een sledgehockeyer bestaat uit:

Zie ook