Smartengeld is een tegemoetkoming in geld voor de geleden immateriële schade (leed, gederfde levensvreugde) die iemand heeft ondervonden (en dus een vorm van schadevergoeding). In het Nederlands recht kan smartengeld op grond van artikel 6:106 BW uitsluitend worden gevorderd:

Tegenover immateriële schade staat materiële schade oftewel vermogensschade, zoals verlies van inkomsten, kosten in verband met huishoudelijke hulp of reparatiekosten aan de auto in geval van een verkeersongeval.

Lichamelijk letsel

De gevallen van lichamelijk letsel komen het meest voor. In Nederland zijn de bedragen meestal laag in verhouding tot sommige andere landen. Het niveau is al jaren redelijk constant.

De door Nederlandse rechters toegekende smartengeldbedragen zijn terug te vinden in de Smartengeldgids, die de ANWB sinds 2012 jaarlijks uitgeeft. De laatste uitgave is van januari 2023.

In sommige andere landen in Europa worden aanzienlijk hogere bedragen uitgekeerd. Voor het verlies van een oog werd in 2005 bijvoorbeeld in Italië € 80.000 uitgekeerd, in Engeland € 49.300, in Duitsland € 60.000, terwijl in Nederland € 22.000 wordt toegekend. Het hoogst toegewezen bedrag bedraagt in Duitsland en in Italië in het jaar 2005 € 500.000 en in Engeland € 330.000. Maar er zijn ook landen in Europa, die lagere bedragen toekennen dan in Nederland. Het verlies van een oog betekent in Oostenrijk bijvoorbeeld een smartengeld van € 14.500, en het hoogst toegekende bedrag in Denemarken is € 88.500. In de Verenigde Staten kunnen de bedragen oplopen tot meerdere miljoenen dollars.

Geestelijk letsel

Vaak gaat lichamelijk letsel gepaard met geestelijk (psychisch) letsel. Er bestaat ook recht op smartengeld in geval van geestelijk letsel als niet tegelijkertijd ook sprake is van lichamelijk letsel. Voorbeelden uit de praktijk zijn een uit de hand gelopen zakelijk geschil, hinder door de kraaiende hanen van de buurman of de confrontatie met een schokkende gebeurtenis (Kindertaxi). Wel wordt in dat geval een ondergrens aangehouden. Een meer of minder sterk psychisch onbehagen is niet genoeg. In het algemeen is het voldoende als bij degene om wie het gaat een in de psychiatrie erkend ziektebeeld is vastgesteld. Ook wordt als regel vereist, dat de betrokkene deskundige medische hulp heeft gezocht (HR 9 mei 2003, RvdW 2003, 92 en HR 9 juli 2004, NJ 2005, 391).

Naasten en nabestaanden

Smartengeld kan alleen worden toegekend aan de benadeelde zelf. In geval van shockschade gaat het om een secundair benadeelde, die bijvoorbeeld geconfronteerd is met een ernstig (verkeers-)ongeval of met de gevolgen ervan en daardoor geestelijk letsel oploopt. Affectieschade heeft betrekking op de situatie van het overlijden of ernstig gewond raken van een direct naaste. Op 01-01-2019 is er een nieuwe wet in werking getreden die ook een vergoeding voor deze affectieschade mogelijk maakt in sommige gevallen [2]

In 2013 heeft de vader van een vermoord meisje een flinke claim ingediend tegen de moordenaar.[3]

Componenten van smartengeld

Elk jaar brengt de ANWB een nieuwe Smartengeldgids uit. Deze gids staat vol met uitspraken die in rechte zijn gedaan, waarbij inzicht wordt gegeven in de omvang van het letsel, het smartengeldbedrag dat is gevorderd in de procedure en het smartengeldbedrag dat is toegewezen door de rechter. Het boek wordt gebruikt door letselschaderegelaars en advocaten.

Smartengeld wordt bepaald door onder andere de volgende componenten.

Vervolgens wordt bij het vaststellen van de hoogte van het smartengeld rekening gehouden met de volgende factoren.

Zie ook