Een staatsbedrijf of overheidsbedrijf is een bedrijf dat in handen is van de overheid, de staat.

Achtergrond

Staatsbedrijven komen voor onder uiteenlopende politieke systemen, variërend van communisme tot kapitalisme, maar in communistische landen zijn er naar verhouding veel meer staatsbedrijven. Meestal heeft een staatsbedrijf een monopoliepositie in de betreffende sector. Het streven naar winst is niet noodzakelijkerwijs een voorwaarde, veelal beoogt de overheid juist een ander doel en stapt daarom in een gat waarin de markt niet (kan) voorzien. Een staatsbedrijf kan door de overheid zijn opgericht, maar kan ook verworven zijn, wat aangeduid wordt met 'nationalisering' of 'nationalisatie'.

In een private onderneming is het kapitaal in handen van private kapitaalverstrekkers; het eigen vermogen van het staatsbedrijf daarentegen is afkomstig van de staat. Staatsbedrijven vormen de ruggengraat van een collectivistische economie, waar in hoofdzaak de overheid de rol van ondernemer vervult. Meestal komen er daarnaast toch in beperkte mate coöperatief en privaat eigendom voor. Om verscheidene redenen komen ook in de meeste kapitalistische markteconomieën in beperkte mate staatsbedrijven voor.

Een staatsbedrijf valt direct onder de overheid. Het is dus geen naamloze vennootschap (nv) of besloten vennootschap (bv) en het personeel van een staatsbedrijf heeft de ambtenarenstatus. Die strikte ambtelijke structuur wordt enigszins versoepeld in een tussenvorm: het "autonoom overheidsbedrijf", zoals De Lijn. In België circuleert nog de oude benaming parastatale.

Staatsbedrijven zijn niet hetzelfde als bedrijven die (tijdelijk) in handen van de overheid zijn. Na de reddingspoging van staatswege van Fortis en (indirect) ABN AMRO in 2008 heeft de Nederlandse overheid weliswaar een deel van de eigendom van deze ondernemingen verkregen, maar veranderde de juridische positie van de onderneming en de werknemers niet. De situatie is daarmee vergelijkbaar met die van bedrijven waarin buitenlandse overheden investeren door middel van sovereign wealth funds. Ook in die situatie wordt doorgaans niet van een staatsbedrijf gesproken.

Voorbeelden

De grootste staatsbedrijven ter wereld zijn staatsoliemaatschappijen als Saudi Aramco, Pemex en Petróleos de Venezuela.

Nederlandse staatsbedrijven waren onder andere PTT en DSM, maar deze zijn beide verzelfstandigd en geprivatiseerd. De Nederlandse Spoorwegen daarentegen is nooit een officieel staatsbedrijf geweest, maar was in de periode 1938-1994 een semioverheidsbedrijf.

Doel

Zie ook