Landen met een staatsgodsdienst:
 Boeddhisme
 Islam
 Christendom

Een staatsgodsdienst of staatsreligie is de officiële godsdienst van een bepaalde, soevereine staat, of van een autonome deelstaat. Een staatskerk is een kerk die door een staat als het officiële kerkgenootschap van de staat wordt erkend. Als zodanig geniet een staatskerk een bijzondere, begunstigde positie, bijvoorbeeld door bezoldiging van staatswege van de kerkelijke ambtsdragers.

Bevoordeling

Een officiële staatsgodsdienst heeft meer rechten en minder plichten in dit land dan andere, niet-officiële godsdiensten. Een tussenvorm bestaat ook, waarbij meerdere religies samen eenzelfde wettelijk statuut genieten dat bijvoorbeeld recht geeft op subsidies voor de bedienaren van de erediensten (zoals in België, dat geen formele staatsgodsdienst heeft), andere enkel vrijheid van godsdienst. In de VS worden dan weer uitgebreide (onder andere fiscale) voordelen gegeven aan alle geregistreerde godsdiensten, wat zelfs aanleiding geeft tot stichting van sekten waarvan dat financieel voordeel de voornaamste bestaansreden is.

De invoering van wetgeving omtrent de rechten van de mens betekent in principe dat discriminatie op onder meer religieuze gronden verboden is, waar dat vroeger in veel culturen regel was. In de meeste landen met een staatsgodsdienst is, in de praktijk, evenwel nog altijd discriminatie van andersgelovigen aan de orde van de dag.

Staatscultus

In sommige staten is (of was) wettelijk voorzien dat de niet-naleving van bepaalde religieuze verplichtingen door de staat bestraft wordt, omdat die zich met de religie identificeerde, zoals de Romeinse keizers vóór de kerstening van het Imperium christenen vervolgden omdat die weigerden aan het vergoddelijkte staatshoofd te offeren.

Een moderne variant is dat eigenlijk alleen van de top verwacht wordt dat ze deelnemen aan bepaalde religieuze plechtigheden volgens de ritus van de staatsgodsdienst, zoals een staatsbegrafenis, kerkelijk huwelijk van koninklijken of kroningsmis.

Een bijzonder geval is de theocratie, waarbij religieuze overheden tegelijk het hoogste staatsgezag beheers(t)en, zoals de paus behalve de katholieke wereldkerk ook Vaticaanstad (vroeger omvangrijker Pauselijke Staat) regeert als absoluut kiesmonarch.

Het principe van het caesaropapisme houdt omgekeerd in dat de staat in sommige staatsgodsdiensten een dikke vinger in de pap van de religieuze hiërarchie (bijvoorbeeld een christelijke 'rijkskerk') te brokkelen heeft, vooral op het gebied van benoemingen.

Christelijke staatsgodsdiensten

Opkomst

In 380 werd door het keizerlijk edict Cunctos populos van Theodosius I het (katholieke) christendom voor het eerst in het Romeinse Rijk vastgelegd als staatsgodsdienst. Dit zou bovendien betekenen dat alle andere godsdiensten werden verboden en vervolgd, met uitzondering van het jodendom waaruit het christendom was ontstaan. Het Byzantijnse Rijk zette dit voort tot het Oosters Schisma in 1054, waarop het overging tot Oosters christendom.

De wens om de precieze christelijke richting van een staat vast te leggen komt vooral voort uit de Reformatieoorlogen, die in Europa bloedig woedden in de 16e en 17e eeuw. Engeland (anglicaans), Zweden, Denemarken en Noorwegen (alle drie luthers) gingen in de jaren 1530 allemaal over tot een vorm van protestantisme, en legden daarbij een staatskerk vast. Bij de Godsdienstvrede van Augsburg in 1555 werd bepaald dat men in het Heilige Roomse Rijk uitging van het beginsel Cuius regio, eius religio, wat in het kort betekent: iedere vorst bepaalde welke godsdienst er in zijn gebied werd beleden. De zuidelijke landen in het Heilige Roomse Rijk (Oostenrijk, Beieren, etc.) bleven grotendeels katholiek terwijl de noordelijke staten (Saksen, Brandenburg, Brunswijk-Lüneburg, etc.) overgingen tot het (Lutherse) protestantisme.

Afbouw

In Europa en Zuid-Amerika hadden de meeste landen nog niet zo lang geleden nog een (katholieke, orthodoxe of protestantse) staatsgodsdienst. Omdat die botsten met de godsdienstvrijheid en met de ideeën van liberalen en socialisten die de secularisering op gang brachten is doorgaans de staatsgodsdienst geheel uit de wetgeving en het openbare leven geschrapt, zoals in alle ex-communistische landen gebeurde, in tegenstelling tot enkele West-Europese landen, zoals Denemarken en Engeland, waar hun feitelijke positie echter ook danig is uitgehold. In de Europese Unie was Spanje een van de laatste landen die het onder Francisco Franco in 1939 ingevoerde nationaalkatholicisme in 1978 met een nieuwe, niet confessionele grondwet afschafte.

Landen met een christelijke staatsgodsdienst

Katholieke Kerk:

Anglicaans:

Luthers:

Calvinistisch:

Oosters-orthodox:

Landen die hun christelijke staatsgodsdienst hebben afgebouwd

Overwegend christelijke landen zonder staatsgodsdienst

De Verenigde Staten werden in de 18e eeuw opgericht als een seculiere staat, en het Eerste amendement van de grondwet van de Verenigde Staten in 1791 heeft dit vastgelegd. Het artikel verbiedt het Amerikaans Congres om wetten aan te nemen die o.a. een staatsgodsdienst vastleggen of één godsdienst boven een ander plaatsen en het recht op vrijheid van godsdienst verbieden. Hoewel een meerderheid van 78,4% van de Amerikanen zichzelf christen noemt (2007),[2] hebben zij noch enige kerkelijke instelling volgens de grondwet enige voorrechten op niet-christenen.

Een sinds de 2e helft van de 20e eeuw regelmatig terugkerende mythe wil echter dat het land is gegrondvest op christelijke waarden. Men verwijst daarbij regelmatig naar het nationale motto In God We Trust ("Wij vertrouwen op God"), dat op dollarbiljetten staat, en de zinsnede ...one nation under God... ("...één natie onder God...") in de Pledge of Allegiance, die in 1957 respectievelijk 1954 werden toegevoegd om zich, middels ceremonieel deïsme, tijdens het begin van de Koude Oorlog af te zetten tegen het anti-religieus regime van de Sovjet-Unie. Deze en andere zaken worden dan weer door secularisten gezien als een schending van de in het Eerste amendement vastgelegde scheiding van kerk en staat, en hieromtrent zijn dan ook al vele rechtszaken geweest.

Islamitische staatsgodsdiensten

Soms geldt de sharia (religieuze wetgeving) als wettelijk bindend en is afdwingbaar in de gewone en/of speciale islamitische rechtbanken.

Uitzonderlijk is de islam zelfs een wezenlijk bestanddeel van de grondwettelijke staatsinrichting.

Landen met een islamitische staatsgodsdienst

Algemeen islamitisch:

Soennietisch (al is dat niet overal de meerderheid van de (moslim)bevolking):

Sjiietisch:

Landen die hun islamitische staatsgodsdienst hebben afgeschaft

In veel landen met een islamitische meerderheid en/of monarchie is de islam staatsgodsdienst. In veel overwegend islamitische landen met een staatsgodsdienst worden andere godsdiensten (in theorie) hoogstens getolereerd, maar is de praktijk meestal dat ze onderdrukt en gediscrimineerd worden.[3] De Koran schrijft overigens een (historisch gezien) mild regime van tolerantie voor tegen andere "Mensen van het Boek" (christenen en joden) mits die een religieuze belasting betalen (zie dhimmi).

In Turkije stond het secularisme tot voor kort sterk door de hervormingen van Mustafa Kemal Atatürk vroeg in de 20e eeuw. In 1924 schafte Turkije het kalifaat af, in 1928 zorgde een amendement voor de verankering van het laïcisme in artikel 2 van de Turkse grondwet. Inmiddels zijn, en worden, er allerlei wijzigingen doorgevoerd om van Turkije opnieuw een islamitische staat te maken. Het gevolg is dat niet-religieuzen, zoals openlijk seculiere Turken, en religieuze minderheden, zoals islamitische Alevieten en christelijke Grieks-Orthodoxen, steeds meer te maken krijgen met discriminatie en religieuze intolerantie van de soennitische meerderheid.

Overwegend islamitische landen zonder staatsgodsdienst

Behalve in Turkije zijn in andere Turkse landen, Kirgizië,[4] Kazachstan,[5] Oezbekistan,[6] Turkmenistan[7] en Azerbeidzjan,[8] kerk en staat ook streng gescheiden; deze landen hebben echter in tegenstelling tot Turkije nooit een islamitische staatsgodsdienst gehad, hun seculiere traditie komt voort uit hun vroegere lidmaatschap van de Sovjet-Unie, waar de communistische staatsideologie secularisme inhield. Hoewel in Syrië de meerderheid soennitisch is (74%) en in Libanon verschillende islamitische stromingen samen 59% tellen, hebben beide landen een seculiere traditie. Indonesië heeft geen staatsgodsdienst, hoewel 87,2% (2011) van de bevolking moslim is (waarmee Indonesië de grootste moslimbevolking ter wereld bezit); het land heeft zes officieel erkende religies, tot een van welke iedere burger zich moet bekennen: islam, protestantisme, rooms-katholicisme, hindoeïsme, boeddhisme of confucianisme.

Andere staatsgodsdiensten

Landen met een boeddhistische staatsgodsdienst

Landen met een joodse staatsgodsdienst

Andere afgeschafte staatsgodsdiensten

Literatuur