Suikerdiefje
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2020)
Suikerdiefje
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Passeriformes (Zangvogels)
Familie:Thraupidae (Tangaren)
Geslacht:Coereba
Soort
Coereba flaveola
(Linnaeus, 1758)
Originele combinatie
Certhia flaveola
Verspreidingsgebied
geluid
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Suikerdiefje op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

Het suikerdiefje (Coereba flaveola) is een zangvogel uit de familie van de tangaren (Thraupidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1758 als Certhia flaveola gepubliceerd door Carl Linnaeus.[2] Hij baseerde de naam op eerdere beschrijvingen en afbeeldingen door Hans Sloane, John Ray en George Edwards. De naam 'flaveolus' is een verkleinwoord van het Latijnse 'flavus', hetgeen 'geel' betekent.

Veldkenmerken

Beide geslachten hebben een zwarte kruin, een witte wenkbrauwstreep en een felgele borst en buik. De kin is lichtgrijs. De bovendelen zijn zwartgrijs. De lengte bedraagt 11 cm.

Leefwijze

Het voedsel bestaat voornamelijk uit nectar, en om deze te bereiken prikken ze een gaatje in de bloemkelk. De meeste vogels bestuiven tevens de bloem, maar deze niet, vandaar de naam 'dief'. Ook vruchten worden gegeten. Suikerdiefjes leven meestal solitair. Ze zwermen wel in groepen, maar alleen op plaatsen waar voedsel te vinden is.

Voortplanting

Beide ouders bouwen samen een nestje van grassen en bladeren, dat de vorm heeft van een horizontale cilinder. De binnenkant wordt bekleed met allerhande fijn materiaal. Na goedkeuring van het nest door het vrouwtje wordt er gepaard en zal deze zich in het nest terugtrekken. Het nest en het vrouwtje worden tijdens de nestbouw bewaakt en fel verdedigd door het mannetje en deze blijft zo veel mogelijk vlak bij het nest. Na de legging broedt het vrouwtje de eieren uit; met de verzorging van de jongen bemoeit het mannetje zich nauwelijks. De jongen worden grootgebracht met nectar en kleine insecten. Suikerdiefjes kunnen wel 4 nesten achter elkaar grootbrengen zolang de omstandigheden gunstig zijn (vochtig genoeg).

Verspreiding en leefgebied

Deze vogel komt voor in het noorden en oosten van Zuid-Amerika en in het Caraïbisch gebied. De vogel komt algemeen voor in het noorden, terwijl hij dieper in het oerwoud schaarser is.

Er worden 41 ondersoorten onderscheiden: