The Ten Commandments
De tien geboden
Charlton Heston in The Ten Commandments
Regie Cecil B. DeMille
Producent Cecil B. DeMille
Henry Wilcoxon
Scenario Dorothy Clarke Wilson
J.H. Ingraham
A.E. Southon
Æneas MacKenzie
Jesse Lasky jr.
Jack Gariss
Fredric M. Frank
Hoofdrollen Charlton Heston
Yul Brynner
Anne Baxter
Muziek Elmer Bernstein
Montage Anne Bauchens
Cinematografie Loyal Griggs
Distributie Paramount Pictures
Première 5 oktober 1956 (VS)
20 juni 1958 (Nederland)[1]
Genre Drama
Speelduur 220 minuten
Taal Engels
Land Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
Budget $ 13,5 miljoen
Opbrengst $ 80 miljoen
Officiële website
(en) IMDb-profiel
MovieMeter-profiel
(mul) TMDb-profiel
(en) AllMovie-profiel
Portaal  Portaalicoon   Film

The Ten Commandments is een film uit 1956 van Cecil B. DeMille met in de hoofdrollen Charlton Heston en Yul Brynner.

De film volgt het verhaal uit het Bijbelboek Exodus over de geboorte van Mozes, zijn jeugd aan het hof van de farao, zijn leiderschap in de verlossing uit de slavernij en uittocht uit Egypte van het Joodse volk, de ontvangst van de Tien Geboden en zijn opvolging door Jozua.[2]

Met een opbrengst van 80 miljoen dollar was de film een groot kassucces in de bioscopen. Het was zelfs de film met de op vier na grootste opbrengst aller tijden. Tijdens de Oscaruitreiking kreeg de film verschillende Oscars (voor beste speciale effecten, beste montage, beste geluid, beste decors en beste kostuums). Er was bovendien een Oscarnominatie voor beste film en voor Yul Brynner in de categorie 'beste mannelijke bijrol'.

In 1999 werd The Ten Commandments geselecteerd voor bewaring door nationale bibliotheek van de VS.

Verhaal

[bewerken | brontekst bewerken]
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

Als farao Rameses I beveelt dat alle Hebreeuwse eerstgeboren jongens moeten worden gedood, verbergt de moeder van Mozes haar zoontje in een rieten mandje dat ze de Nijl opstuurt. Het kind wordt gevonden en geadopteerd door een Egyptische prinses, Bithiah. Mozes groeit alzo op aan het hof en wordt generaal in het Egyptische leger. Hij is succesvol en farao Seti I vraagt hem een stad te bouwen voor zijn jubileum. Daar komt hij onder de invloed van Joshua, een Hebreeuwse slavenarbeider die hem vertelt van de enige God. Intussen zit Rameses, de zoon van Seti I, zijn vader op te stoken tegen Mozes. Mozes en Rameses houden namelijk van dezelfde vrouw, Nefretiri. Mozes probeert de werkomstandigheden van de Hebreeuwse slaven te verbeteren, maar Rameses zegt dat hij zich wil opwerpen als 'de verlosser van de Hebreeuwen' . Intussen verneemt Nefretiri dat Mozes in werkelijkheid afstamt van de Hebreeuwen. Hoewel ze het probeert te verbergen, komt Mozes er ook achter. Hij besluit terug te keren naar zijn familie en afstand te doen van zijn Egyptische status. Mozes blijft zich inzetten voor zijn volk en als zijn vriend Joshua door een opzichter bijna wordt doodgeslagen, wurgt hij de dader. Mozes bekent aan Joshua dat hij ook een Hebreeuwer is en hij wordt uitgeroepen tot verlossende gids. Sete I hoort hiervan en laat Mozes arresteren. Mozes wordt verbannen naar de woestijn en Rameses kan nu met Nefretiri trouwen. Hoewel hij op sterven na dood is, bereikt Mozes de rand van de woestijn, de grens met het land van Median. Hij wordt daar liefderijk opgenomen door Jethro, de Sjeik van de Bedoeïnen, en zijn zeven dochters. Niet lang daarna trouwt Mozes met Jehtro's oudste dochter Sephora. Terwijl Mozes zijn schapen laat grazen bij de berg Sinaï, hoort hij de stem van God die hem oproept zijn volk te bevrijden uit Egyptische slavernij. Mozes keert terug naar Egypte en wordt geconfronteerd met Rameses die Seti is opgevolgd. Rameses weigert de slaven te bevrijden en weet zelfs de Hebreeuwse slaven tegen Mozes op te zetten. Nefretiri redt hem, maar als ze hem haar liefde verklaart, wordt ze door Mozes afgewezen. Als Rameses blijft weigeren, laat Mozes verschillende plagen los. Nog altijd lacht Rameses hem uit. Als echter de Engels des Doods alle eerstgeboren kinderen doodt, inclusief de zoon van de farao, geeft Rameses toe. De uittocht van de bevrijde slaven begint. Mozes trekt nog in de richting van de Rode Zee, als hij ziet dat Rameses zijn belofte heeft gebroken en met zijn leger oprukt. Mozes laat God de Rode zee splijten en trekt er met zijn volk doorheen. De troepen van Rameses worden echter door het water verzwolgen. Mozes en zijn volk bereiken weer berg Sinaï. Als Mozes de berg beklimt om te spreken met God, wordt het volk ongedurig. Ze vallen terug op oude riten en aanbidden een gouden kalf. Als Mozes terugkeert met de Tien Geboden, ontsteekt hij in woede en laat het kalf ontploffen. Verschillende opstandelingen vinden de dood. Voor straf moeten de Hebreeuwen nu veertig jaar door de woestijn zwerven voor ze het beloofde land bereiken.

Rolverdeling

[bewerken | brontekst bewerken]
Acteur Personage Opmerkingen
Heston, Charlton Charlton Heston Moses Mozes
Brynner, Yul Yul Brynner Rameses Ramses II
Baxter, Anne Anne Baxter Nefretiri (Niet Nefertiti)
Robinson, Edward G. Edward G. Robinson Dathan
Carlo, Yvonne De Yvonne De Carlo Sephora
Paget, Debra Debra Paget Lilia watermeisje
Carradine, John John Carradine Aaron Aäron
Deering, Olive Olive Deering Miriam Mirjam
Derek, John John Derek Joshua Jozua (steenhouwer)
Price, Vincent Vincent Price Baka
Hardwicke, Cedric Cedric Hardwicke Sethi
Dumbrille, Douglass Douglass Dumbrille Jannes
Scott, Martha Martha Scott Yochabel
Kobe, Gail Gail Kobe mooi slaafmeisje

Achtergrond

[bewerken | brontekst bewerken]

Acteurs

[bewerken | brontekst bewerken]

Aanvankelijk had DeMille acteur William Boyd op het oog als Mozes. Boyd was zeer populair vanwege zijn rol als Hopalong Cassidy, een personage dat hij in verschillende films had gespeeld. Om te voorkomen dat deze populariteit de productie van The Ten Commandments in gevaar zou brengen, zag Boyd af van de rol en maakte de weg vrij voor Charlton Heston. Cecil B. DeMille kende Charlton Heston goed. De acteur had de hoofdrol gespeeld in zijn The Greatest Show on Earth en bij zijn zoektocht naar een geschikte acteur voor Mozes, dacht hij onmiddellijk aan Heston. DeMille was onder de indruk van de gelijkenis tussen Charlton Heston en het beeld dat Michelangelo maakte van Mozes. Hij liet de acteur auditie doen en Heston wist hem ook te overtuigen door zijn kennis van het oude Egypte. Heston bracht zelf ook een nieuwe acteur binnen, zijn zoontje Fraser. Fraser Heston werd gekozen als baby Mozes. DeMille wachtte met opzet met filmen tot het kind drie maanden was.

Aanvankelijk was Audrey Hepburn favoriet voor de rol, maar DeMille vond haar te mager. Ze werd vervangen door Anne Baxter, die net was afgewezen voor de rol van Sephora.

Gloria Swanson zou Memnet spelen, maar haakte af toen ze geen goede understudy kon vinden voor de Broadwayproductie van Sunset Boulevard.

Bithiah, de Egyptische adoptiemoeder van Mozes, werd vertolkt door Nina Foch, een actrice die slechts een jaar ouder was dan Charlton Heston. Ook Martha Scott, die Yoshebel, de biologische moeder van Mozes, vertolkte was maar tien jaar ouder dan Heston.

Scenario

[bewerken | brontekst bewerken]

Het scenario werd gebaseerd op de Bijbel, maar ook op de boeken Pillar of Fire, On Eagle's Wings en Prince of Egypt van respectievelijk Joseph Holt Ingraham, Arthur Eustace Southon en Dorothy Clarke Wilson. DeMille en zijn schrijvers deden veel onderzoekingswerk en ontleenden veel van het leven van Mozes aan de hand van andere bronnen dan de Bijbel, bijvoorbeeld de Koran. Er was kritiek op de vrijheden die de DeMille zich veroorloofde ten opzichte van de Bijbel, maar de regisseur baseerde zich op andere bronnen zoals Flavius Josephus, de Sepher ha-Yashar en de Kronieken van Mozes.

Productie

[bewerken | brontekst bewerken]

Cecil DeMille verwezenlijkte een persoonlijke jeugddroom. De film was een nieuwe versie van de gelijknamige film uit 1923.[3] Ook hier is sprake van veel trucage en spectaculaire effecten, zover als mogelijk in zwart-wit, volstrekte stilte en een normale bescheiden 136 minuten. Hij was in 1956 een van de grootste en succesvolste namen in het vakgebied, hij was een van de eersten door wie regisseurs zelf beroemd werden en plantte met zijn laatste film een zelden subtiele maar torenhoge mijlpaal langs het pad van Hollywood. De productie was bijzonder groots opgezet, met ongekende aantallen figuranten en grensverleggende speciale visuele effecten zoals bij de uitbeelding van de tien plagen en het splijten van de Rode Zee. Voor deze scène kreeg editor John P. Fulton in 1957 de Academy Award in de categorie "Beste speciale effecten". De opnamen begonnen op 13 oktober 1954 en eindigden op 13 augustus 1955. In totaal gaf DeMille 13.500.000 dollar uit. Tijdens de pre-productie waren 1200 scenarioschetsen gemaakt. Sommige opnames namen weken in beslag. De scène met de orgie met het gouden kalf duurde drie weken. Het merendeel van de opnames vond plaats in de studio en slecht vijf procent op locatie in Egypte. Behalve de grote namen waren er 14.000 figuranten en 15.000 dieren ingehuurd. De opnames waren niet gemakkelijk en DeMille kreeg een zware hartaanval tijdens de opnamen toen hij zijn honderd meter omhoog moest klimmen om een haperende camera bij te stellen. Hij nam twee dagen vrij af en keerde vervolgens weer snel terug voordat zijn artsen hem konden tegenhouden. Hij filmde zichzelf voor het eerst voor de introductie van de film, iets wat hij zou herhalen bij The Buccaneer.

Kostuums en decors

[bewerken | brontekst bewerken]

Net als bij het scenario deden DeMille en zijn medewerkers veel onderzoek naar de historische betrouwbaarheid van de kostuums en decors. Overigens tot op zekere hoogte. DeMille toonde zijn decorontwerpers bijvoorbeeld afbeeldingen van schilder Lawrence Alma-Tadema (1836–1912) als voorbeeld voor de sfeer die hij wilde terugzien in de decors. Maar andere decors in de film hadden wel een echte historische achtergrond. Een groepje Egyptische danseressen die dansen op de verjaardag van Seti I waren aangekleed naar afbeeldingen op een Egyptische muurschildering gevonden in de tombe van Grootvizier Mehu uit de zesde dynastie. Arnold Friberg en John L. Jensen maakten de schetsen voor de vele kostuums die later weer uitgewerkt door de kostuumontwerkers. Zij streefden naar een historische context, maar soms was het toeval dat hun ontwerpen dicht bij de werkelijkheid zaten. Het ontwerp voor Mozes' rood-wit-zwart gestreepte mantel ontstond omdat de Friberg het een mooi kleurenpatroon vond. Pas later ontdekte hij dat het de kleuren waren van de Stam van Levi. De mantel werd met de hand geweven door Dorothea Hulse, een beroemde weefster, die ook kostuums maakte voor The Robe en Samson and Delilah.

Speciale effecten

[bewerken | brontekst bewerken]

De film is beroemd vanwege zijn vele speciale effecten, in het bijzonder het splitsen van de Rode Zee en de plagen van Egypte. Een overzicht:

Historische onnauwkeurigheden

[bewerken | brontekst bewerken]

Datgene wat historici weten van de geschiedenis van het oude Egypte loopt niet helemaal parallel met de verhalen in de Bijbel. Om die reden zijn er historici die twijfelen aan de historische betrouwbaarheid van Exodus. Een van de controversies gaat over het feit welke farao nu aan de macht was tijdens de vlucht van de Israeliëten uit Egypte. Ook DeMille raakte verstrikt in deze onduidelijkheden. In zijn visie (en die werd gedeeld door veel Bijbelkenners in die tijd) was Ramses II de bewuste farao. In de film is dat Rameses (Yul Brynner). De Bijbel noemt echter geen namen, al de koningen van Egypte heten 'farao'. Ook de vrouw van de farao wordt niet bij haar naam genoemd. Maar DeMille noemt haar Nefretiri. Dit komt redelijk overeen met de naam van de vrouw van Ramses II, Nefertari. Anders dan in de Bijbel hield de koningin van Egypte zielsveel van Ramses II. Maar ook elders maakt DeMille er een potje van. Zo wijst Mozes in de film naar een stèle waarop de overwinning van Seti I op de Hettieten bij Kadesj staat afgebeeld. Dit is vreemd want het was eigenlijk Ramses II (of Rameses in de film) die de Hettieten bij Kadesh versloeg en niet Seti, de vader van Ramses. (Overigens eindigde de slag bij Kadesh met een wapenstilstand en was er geen vredesverdrag zoals de film beweert). Ook laat DeMille Seti I overlijden na een lange regeerperiode, maar in werkelijkheid overleed Seti al na elf jaar regeren. Het was Ramses II die na 67 jaar regeren op negentigjarige leeftijd overleed. Een andere onnauwkeurigheid kwam voort uit het Amerikaans puritanisme van die tijd. Nefretiri trouwt met Rameses. Volgens oud-Egyptisch gebruik trouwde de farao met zijn zuster, dus ook Rameses. Maar het Amerika van de jaren vijftig was volgens de censuur niet toe aan dit soort incest. Dus wordt Nefretiri alleen de kroonprinses genoemd en niet de zuster van de farao.

Verschillen met de Bijbel

[bewerken | brontekst bewerken]

Hoewel het scenario gelijke tred lijkt te houden met het boek Exodus uit de Bijbel zijn er toch opvallende verschillen. Deels komen die voort uit het feit dat DeMille het scenario ook liet baseren op een aantal romans waarin Mozes een rol speelt en zijn eigen onderzoekingswerk.

Een selectie:

Prijzen

[bewerken | brontekst bewerken]

Behalve voor de effecten kreeg de film zes andere Oscarnominaties, "Beste camerawerk", "Beste montage", "Beste geluid", "Beste decors", "Beste kostuums". De "Beste film" was Around the World in Eighty Days door Michael Todd. Brynner was als "Beste mannelijke hoofdrol" genomineerd voor zijn bijdrage aan The King and I en won.

Ontvangst

[bewerken | brontekst bewerken]

De Nederlandse pers was, bij de Amerikaanse première in 1956, niet enthousiast over de spektakelfilm. De Amerikaanse correspondent van De Telegraaf vond de film vooral ouderwets: "Het is of de cinematografie sinds 1928 is blijven stilstaan" en "Wie [de Milles] 'Tien Geboden' ziet ondergaat afwisselend gevoelens van bewondering, ergernis en spanning."[4] Nog voordat de film in Nederland was uitgekomen, kopte de Leeuwarder Courant al: "De Tien Geboden: wanprodukt van Amerikaanse industrie", en noemt zij het acteerwerk van Heston erbarmelijk.[5] Verder was er vooral aandacht voor de Nederlandse actrice Joyce van der Veen, die een kleine rol in de Hollywoodproductie heeft.

Toen de film twee jaar later, in 1958, in Nederland uitkwam, waren de reacties van film- en religieuze critici er niet minder mals om. W. Hartering van De Telegraaf schreef: "Het geheel ontrolt zich aan het oog op breed scherm en in kleuren die op momenten van goddelijke openbaring zo zoet worden als de tinten van goedkope prentbriefkaarten. Kortom: grandioze kitsch."[6] Alfred Kossmann van Het Vrije Volk sprak van een wildwestfilm en een "Bijbelse kermis". Verder schreef hij: "Er is geen enkele artistieke of intellectuele reden om blij met de film te zijn".[7] Dr. M.A. Beek schreef in het Weekblad van de Nederlandse Protestantenbond: "Vandaar, dat ik het aanschouwen van de film ook als een kwelling onderging, voorzover het gebodene niet op bevrijdende wijze op onze lachspieren werkte..."

Positievere geluiden zijn te lezen in het Nieuw Israëlietisch Weekblad: "De kitsch heeft [de Mille] met zijn laatste verfilming van „De Tien Geboden" vrijwel weten te verdringen door een waardige, serieuze opzet en vooral indrukwekkende uitwerking; zijn spectaculaire massaregie, technische trucages en trouvailles bereiken een tot dusver ongekend meesterschap."[8]

In de Verenigde Staten werd The Ten Commandments de best bezochte film van 1956 en het is nog steeds op vijf na de film met de grootste opbrengst aller tijden. Met correctie voor inflatie anno 2006 bracht de film in dat land alleen al 838.400.000 dollar op.[9] De bezoeker kreeg onbetwist waar voor zijn geld, want de film werd opgenomen in destijds adembenemende Technicolor en duurt drie uur en 42 minuten. Lange tijd wist The Ten Commandments het record van film met een religieus onderwerp en de hoogste opbrengst vast te houden, zelfs zonder inflatiecorrectie; dit werd pas gebroken door The Passion of the Christ in 2004.

Voetnoten

[bewerken | brontekst bewerken]