Een uitdoelpunt of een doelpunt op verplaatsing is in het voetbal een doelpunt dat gemaakt wordt door de uitspelende ploeg. In bepaalde toernooien kan het deel uitmaken van de spelregels.

De spelregel

[bewerken | brontekst bewerken]

De regel luidt als volgt: Wanneer over twee wedstrijden geteld de totaalstand een gelijkspel inhoudt, is de winnaar de ploeg met de meeste uitdoelpunten.[1]

De regel kan enkel eerlijk worden toegepast wanneer een duel wordt beslist in een uit- en thuiswedstrijd. Bij een wedstrijd op neutraal terrein wordt de regel normaalgezien niet toegepast.[bron?]

Voorbeeld:
  • Uit 1-2 (verloren), thuis 1-1 gespeeld. De totaalstand is nu samengeteld 2-3, er is dus duidelijk een winnaar.
  • Uit 1-2 (verloren), thuis 1-0 (gewonnen). Samengeteld geven deze uitslagen 2-2. Een ploeg is er echter in geslaagd eenmaal te scoren uit, de andere club heeft niet buitenshuis kunnen scoren. De club met de meeste uitdoelpunten is in dit geval de winnaar.
  • Uit 0-0 (gelijk), thuis 1-1 (gelijk) gespeeld. Samengesteld geven deze uitslagen 1-1. De ploeg die buitenshuis heeft gescoord is de winnaar.
  • Uit 1-1 (gelijk), thuis 0-0 (gelijk) gespeeld. De ploeg die buitenshuis heeft gescoord is de winnaar.
  • Uit 4-6 (verloren), thuis 2-0 (gewonnen). De ploeg die thuis 2-0 won, is de winnaar overall.

Bijzondere situaties

[bewerken | brontekst bewerken]
Voorbeeld: thuis 3-1 winnen, uit 3-1 verliezen. Totaal: 4-4 en beide hebben een uitdoelpunt. Geen winnaar.
Voorbeeld: 0-0 uit, 0-0 thuis. Dus verlenging, want stand is gespiegeld. Als na de verlenging de stand 1-1 is, kan het uitdoelpunt de doorslag geven en dus een winnaar aanwijzen.

Europese competities

[bewerken | brontekst bewerken]

De UEFA besloot in 2021 de regel te schrappen dat uitdoelpunten bij een gelijke stand bepalen wie er doorgaat in knock-outfases van Europese toernooien. De uitdoelpuntenregel gold sinds de introductie van de UEFA-competities in 1965.[2]