Een Duits toetsenbord met letters met een umlaut.

Umlaut (Duits: um = om, anders en Laut = klank) is een vorm van klinkerharmonie, waarbij een klinker kenmerken overneemt van de klinker in de eropvolgende lettergreep in een andere vorm van een woordparadigma. De bekendste vorm van umlaut is die waarbij de klinker veranderingen ondergaat onder invloed van een i- of j-klank in de volgende lettergreep. Het moeilijke is hierbij dat de i over het algemeen veranderd is in een sjwa terwijl de j geheel is verdwenen. Dit type umlaut komt in het Nederlands en Duits veel voor.

Een door middel van umlaut omgevormde klank wordt ook wel een simulfix genoemd.

Omdat in het Duits de umlaut-klank vaak met bijzondere tekens (letters) wordt geschreven, wordt de uitdrukking umlaut vaak met die tekens in verbinding gebracht.

Nederlands

[bewerken | brontekst bewerken]

Merk op dat de -jan uitgang van de bovengenoemde werkwoorden ook nog eens een verdubbeling van de medeklinkers heeft veroorzaakt, dit heet ook wel de West-Germaanse geminatie. In het Oudengels veroorzaakte de i of de j ook nog eens een palatalisatie van de g en de k indien deze medeklinkers aan de i of de j voorafgingen.

De umlaut is een verre van regelmatig proces: het is niet te voorspellen welke vormen binnen een woordparadigma de klinkerwijziging ondergaan. Vaak bestaan er ook dialectverschillen.

In het Twents en Limburgs komt de umlaut ook veel voor. Hier dient de klankwijziging bijvoorbeeld om een verkleinwoord of een meervoudsvorm aan te geven.[1]

Duits

[bewerken | brontekst bewerken]

Net als het Nederlandse stad kent het Duitse Stadt in het meervoud umlaut: Städte. Maar bij het verkleinwoord gedragen het Nederlands en het Duits zich verschillend: in het Nederlands treedt er geen umlaut op (stadje), in het Duits wél (Städtchen).

In grote delen (en vooral in het noorden) van het Duitse taalgebied valt de door ä aangeduide lange klank samen met de door e aangeduide lange klank. Daar worden beide als /e:/ gerealiseerd. In het zuiden wordt de ä gebruikt voor de weergave van de klank /ε:/.

In de moderne Duitse spelling zijn er letters met een diakritische umlaut (ä, ö en ü). Deze letters representeren een eigen klankwaarde. Dit hoeft echter niet per se te betekenen dat betreffende klank het product van een historische umlaut als klankverschijnsel vormt (denk aan leenwoorden als Pädagogik). Andersom zijn er umlauten die niet met een umlautteken worden geschreven: Eltern (ouders) komt van älter (ouder), het basiswoord is alt (oud).

Elders

[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook

[bewerken | brontekst bewerken]