Groente, fruit, zuivel en peulvruchten spelen een belangrijke rol in het vegetarisme.
Vegetarisch restaurant, foto van Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid 1898.
Het 'V'-logo, in 1985 ontworpen door de Italiaan Bruno Nascimben, wordt wereldwijd gebruikt om vegetarisme of vegetarische producten aan te duiden

Vegetarisme is een voedingswijze waarbij men geen vlees eet (inclusief gevogelte, vis, schaaldieren en insecten). Bijproducten van geslachte dieren, zoals dierlijk stremsel in kaas en gelatine in snoep en pudding, worden door sommigen eveneens uit de voeding weggelaten.[1] Vegetariërs eten plantaardig voedsel als fruit, groente, granen, peulvruchten en noten, aangevuld met paddenstoelen en vegetarische dierlijke producten als zuivel, honing en eieren.[2] De term vegetarisme gaat terug op het Engelse woord vegetarian, waarvan het eerste deel is afgeleid van vegetable, wat 'groente' betekent.[3]

Mensen kiezen voor een vegetarische voeding uit verschillende overwegingen. Zo kunnen behalve gezondheidsmotieven ook ethiek, religie en zorg om dierenwelzijn en het milieu een rol spelen.

Geschiedenis

De vroegste bewijzen van een vegetarische samenleving zijn te vinden in de Bhagavad Gita, die is opgetekend ergens tussen ongeveer 400 v.Chr. en de tweede eeuw n.Chr. Rond deze periode was vrijwel de gehele bevolking in India vegetariër. De invloed van voornamelijk het christendom en de islam heeft ervoor gezorgd dat het vegetarisme langzaam afnam.[4] Van de Griekse filosofen Pythagoras, Empedocles, Theophrastus, Plutarchus, Plotinus en Porphyrius is bekend dat ze vegetariër waren. Hetzelfde geldt voor de Romeinse dichter Ovidius.[5] In Nederland is met het ontstaan van De Nederlandse Vegetariërsbond in 1894 het vegetarisme weer nieuw leven ingeblazen.[6]

Voedsel

Het is mogelijk om vegetarisch te eten door het vlees uit de gebruikelijke maaltijd weg te laten, maar een vegetariër past meestal het voedingspatroon nog verder aan. Er wordt doorgaans veel gebruikgemaakt van graanproducten als pasta of rijst, aangevuld met peulvruchten, noten en groentes. Ook kiezen velen geregeld voor een vleesvervanger. Die term is wat verwarrend, omdat de meeste vegetariërs een voedingspatroon kiezen waarbij gevarieerd eten centraal staat. Het woord vleesvervanger suggereert dat een onderdeel uit het gangbare menu vervangen zou moeten worden. Beter is het te spreken over de essentiële aminozuren waaruit eiwitten in de voeding zijn opgebouwd die dagelijks nodig zijn voor de aanmaak van nieuwe lichaamseiwitten en het is goed mogelijk met een vegetarisch voedingspatroon alle essentiële aminozuren binnen te krijgen.[7]

Zo bevatten granen de aminozuren methionine en cysteïne, die in peulvruchten minder aanwezig zijn. Die peulvruchten bevatten echter het aminozuur lysine in grote hoeveelheden, dat weer minder in granen is terug te vinden. Vaak worden in een vegetarisch gerecht noten, vegetarisch gestremde kaas, linzen en producten als tofoe of tempé, (gemaakt van de sojaboon) gebruikt als speciale bronnen van eiwit. In de supermarkt zijn vaak vleesvervangende producten verkrijgbaar, meestal gemaakt van soja, gluten (seitan), schimmelculturen of zuivel. Sommige zijn gevormd naar een type vlees, zoals vegetarisch gehakt of een vegetarische hamburger. Andere staan meer op zichzelf, zoals een kaasburger (met vegetarisch gestremde kaas) of gekruide stukjes tofoe.

Gezondheid

Deze voedingsmiddelen zijn typerend voor die welke worden gegeten tijdens onderzoeken naar hoe plantenrijke diëten bloedlipiden, antioxidantafweer en de darmfunctie beïnvloeden

Fysieke gezondheid

Uit gezondheidsonderzoek (epidemiologie) blijkt dat een goed samengesteld vegetarisch voedingspatroon gezond is, alle belangrijke voedingsstoffen bevat en de kans op sommige ziekte verkleint. In vergelijking tot mensen die vlees eten, hebben vegetariërs minder type 2 diabetes en een kleinere kans op kanker.[8]

Een aantal studies wijst uit dat vegetariërs gezonder zijn.[9][10] Vegetariërs hebben een lagere Body Mass Index dan niet-vegetariërs.[11] In het algemeen hebben vegetariërs een lager lichaamsgewicht, een lagere bloeddruk en een lagere cholesterolspiegel in vergelijking met de algehele bevolking. Dit komt waarschijnlijk door de lagere inname van verzadigd vet, cholesterol en calorieën.[12] Vegetariërs hebben een kleiner risico op overlijden aan ischemische hartziekten en hebben ook een algeheel lager sterfterisico.[12]
De intima-media-dikte is de dikte van de binnenste twee lagen (intima en media) van de wand van een slagader. Deze vaatwanddikte is gerelateerd aan de mate van aderverkalking op andere plaatsen in het lichaam, en is een belangrijke indicator voor het risico op atherosclerose. Vegetariërs hebben een dunnere slagaderwand naarmate ze langer vegetariër zijn.[13] Ook kan een vegetarische voeding mensen met diabetes type 2 helpen glykemische controle te bereiken.[14]

Het is lastig om te bewijzen of deze positieve effecten op de gezondheid alleen komen door de voeding of dat er ook andere oorzaken zijn. In de westerse wereld wijken vegetariërs niet alleen qua voeding af van de doorsnee bevolking, maar ook qua opleiding, leeftijd, sociaal-economische positie en verdere levensstijl. Vegetariërs onthouden zich regelmatig ook van tabak, alcohol, koffie, drugs en suikerrijke producten, waarvan bekend is dat ze invloed hebben op de gezondheid. In een onderzoek waarin voor deze verstorende factoren gecorrigeerd werd, bleek dat een vegetarisch voedingspatroon in minstens dezelfde mate als een niet-vegetarisch voedingspatroon in de nutriëntenbehoefte kan voorzien.[8] De vegetariërs in het onderzoek zaten dichter bij de dagelijkse aanbevelingen voor een gezonde voeding dan degenen die niet-vegetarisch aten.[8]

Mentale gezondheid

Een studie uit 2012 toonde aan dat mensen in westerse culturen met een vegetarisch voedingspatroon vaker een depressie, angststoornis en/of somatoforme stoornis hadden. Het onderzoek vond echter geen oorzakelijk verband met de voeding en wijst erop dat vegetariërs vaker vrouw zijn, vaker single zijn en vaker in stedelijke gebieden wonen. Ook kan de striktheid van een vegetarisch voedingspatroon aantrekkelijk zijn bij of als gevolg van mentale stoornissen.[15][16][17]

Echter bleek er uit een ander onderzoek, gepubliceerd door de Nutritional Journal, ook uit 2012, dat juist vegetariërs lager scoorden op neerslachtigheid en op andere vragenlijsten die humeur meten. Dit werd verklaard door bepaalde vetzuren die worden gelinkt aan gevoelens van neerslachtigheid. Deze zijn voornamelijk te vinden in vlees en ontbreken dus in een vegetarisch en veganistisch voedingspatroon.[18]

Nutriëntenvoorziening

Lacto-ovo-vegetariërs, die dus geen zuivel of eieren consumeren, hebben extra vitamine B12 nodig. Zwangere en/of lacterende vegetariërs hebben een grote kans op vitamine B12-deficiëntie, omdat ze een verhoogde behoefte hebben.[19] Andere voedingskundige aandachtspunten bij een vegetarische voeding (maar ook in een omnivore voeding) zijn de ijzer- en omega-3-voorziening. Vegetariërs hebben geen hogere ijzeraanbeveling. Dat is wel heel lang gedacht, omdat plantaardig ijzer minder goed wordt opgenomen dan dierlijk ijzer, maar dat is in 2018 losgelaten. Sowieso krijgen ook vleeseters vooral het plantaardige non-heemijzer binnen (90% van het totaal), dus het verschil in de soort ijzer met vegetariërs is niet heel groot. Daarnaast zijn andere factoren belangrijker voor de hoeveelheid ijzer die men opneemt dan de ijzersoort. Zo wordt de ijzerbenutting beter door het gebruik van een vitamine-C-rijke bron bij elke maaltijd (fruit, groente, aardappelen, citrusvruchtensap). Vitamine C bevordert namelijk de absorptie van het non-heemijzer wanneer het tegelijk met ijzer wordt opgenomen. Daarnaast wordt ijzer veel efficiënter opgenomen (tot een factor 10 beter) als de ijzervoorraad in het lichaam omlaag gaat.[20] Omega-3 vetzuren zitten in grote hoeveelheden in vis, maar de meeste vegetariërs eten geen vis. Plantaardige bronnen van omega-3 zijn onder andere oliën als lijnzaad- en koolzaadolie, en walnoten. Zwangere vegetariërs wordt geadviseerd een DHA/EPA supplement te slikken.[21]

Motieven

Verdeling van opvattingen over verschillende generaties met betrekking tot de redenen om vegetariër te zijn
De hoeveelheid landbouwgrond die wereldwijd nodig is, zou met drie kwart kunnen worden verminderd als iedereen een veganistisch voedingspatroon aannam.

Verschillende vegetarische voedingsvariaties worden gekozen om verschillende redenen, mede afhankelijk van leeftijd, geslacht, religie, opleidingsniveau en gezondheidsopvattingen. Uit onderzoek van de Vegetariërsbond uit 2013 onder Nederlandse vegetariërs bleek dat het hoogste aantal vegetariërs, 38 procent, een vegetarische voeding koos om redenen die met dierenwelzijn te maken hebben; 28 procent koos ervoor om vegetariër te worden vanwege milieuredenen en 23 procent om gezondheidsredenen.[22] Hieronder een opsomming van mogelijke motieven:

Bezwaren

Onderstaande argumenten worden soms aangevoerd om geen vegetariër te worden:

Voedingspatroon Nederlandse vegetariërs

Uit een voedselconsumptiepeiling onder 210 vegetariërs bleek dat Nederlandse vegetariërs in plaats van vlees met name kant-en-klare vleesvervangers en kaas bij de warme maaltijd eten (elk bijna drie dagen per week). Noten, eieren en peulvruchten volgden met een frequentie van 2x per week.[32]

Demografie

Zie ook de demografie van veganisme.

Slechts een klein percentage van de populatie in geïndustrialiseerde landen omschrijft zich als vegetariër of veganist. Zulke levensstijlen zijn gangbaarder in delen van de wereld waar religie een belangrijke rol speelt.[33] Vegetarisme kent een groeiende minderheid in het Westen. In India is vegetarisme wijdverspreid.[33]

Zie ook

Literatuur

Zie de categorie Vegetarisme van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Wikiquote heeft een of meer citaten van of over Vegetarisme.
Zoek vegetarisme op in het WikiWoordenboek.