Alfred Rosenberg
Rosenberg in 1941
Algemeen
Geboortedatum 12 januari 1893
Geboorteplaats Reval
Sterfdatum 16 oktober 1946
Plaats van overlijden Neurenberg
Functie
Zijde Vlag van nazi-Duitsland nazi-Duitsland
Organisatie NSDAP
Speciale functie Reichskommissar van de bezette gebieden in het Oosten
Portaal  Portaalicoon   Tweede Wereldoorlog

Alfred Ernst Rosenberg (Reval, 12 januari 1893Neurenberg, 16 oktober 1946) was een vroeg en intellectueel invloedrijk lid van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij. Adolf Hitler noemde Rosenberg hierom de 'kerkvader van het nationaalsocialisme'.[1]

Inleiding

Rosenberg werd voorgesteld aan Adolf Hitler door Dietrich Eckart; hij bekleedde later verscheidene belangrijke posten in de nazi-regering. Hij wordt beschouwd als een van de hoofdauteurs wat betreft de populaire beschrijving en systematische ontwikkeling van de nazi-ideologische 'belijdenissen' waarvan de voornaamste waren: de nazistische rassentheorie, de daaruit volgende Jodenvervolging, de noodzaak voor Lebensraum, intrekking van de Vrede van Versailles en verzet tegen "ontaarde" moderne kunst. Hij staat ook bekend om zijn verwerping van het christendom, dat een belangrijke rol heeft gespeeld in de ontwikkeling van het door de nazi's aangestuurde 'Positieve christendom', dat hij bedoeld had als een overgang naar een nieuw nazi-geloof. In de oorlog was hij 'minister van het Oosten' (de bezette Oost-Europese gebieden) en als zodanig medeverantwoordelijk voor de oorlogsmisdaden die daar door de Duitsers gepleegd werden. Bij het proces van Neurenberg werd hij berecht, ter dood veroordeeld en opgehangen als oorlogscrimineel.

Levensloop

Rosenberg werd geboren uit Baltisch-Duitse ouders in Estland, toen deel van het Keizerrijk Rusland. Hij maakte de Russische Revolutie van dichtbij mee en werd een anticommunist. Hij beschouwde de bankiers en financiers van de bolsjewisten rond Vladimir Lenin als deel van een wereldwijde samenzwering van "financieel jodendom" en vrijmetselarij tegen beschavingen. Daarnaast was hij ook een antisemiet die ervan overtuigd was dat het veronderstelde 'Duitse (Germaanse) ras' verheven was boven alle andere rassen.

In dienst van Hitler

In 1919 kwam hij vanuit Rusland naar Duitsland en hij vestigde zich - zoals zoveel Russische emigranten - in München. Daar sloot hij zich aan bij de 'Arische' Thule-Gesellschaft, een Germaans/Arische organisatie. Als theoreticus van de Thule sloot hij zich spoedig aan bij de Duitse Arbeiderspartij, waar ook Adolf Hitler lid van was. Vanaf 1920 heette de partij Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP). In 1921 werd hij redacteur van de partijkrant Völkischer Beobachter en in 1923 hoofdredacteur. Hij maakte deze krant tot vehikel van zijn antisemitische opvattingen en ageerde sterk tegen het jodendom en het christendom. Na de mislukte Bierkellerputsch in 1923 werd partijleider Adolf Hitler gearresteerd en veroordeeld tot een gevangenisstraf. Vanaf diens arrestatie tot diens vrijlating op 20 december 1924 was Rosenberg tijdelijk partijleider (hoewel de partij officieel verboden was) en werd Rudolf Hess zijn plaatsvervanger. In 1930 schreef Rosenberg zijn bekendste boek Der Mythus des 20. Jahrhunderts, een verhandeling over antisemitisme, jodendom, ras, filosofie en christendom, waarin hij beide godsdiensten afviel; het katholicisme werd door Rosenberg in het bijzonder als volksvijandig aangevallen. Het boek werd dan ook door de Rooms-Katholieke Kerk verboden en op de Index librorum prohibitorum geplaatst, wat de populariteit ten goede kwam.

In 1933, na de nationaalsocialistische verkiezingsoverwinning ("Machtergreifung"), benoemde Hitler Rosenberg tot reichsleiter en hoofd van het buitenlandbureau (Auslandsorganisation) van de NSDAP. In 1934 werd hij chef van de wetenschappelijke en geestelijke afdeling van de partij. Hitler was niet erg op Rosenberg gesteld en noemde hem "een bekrompen Balt"[2]. Toch ontving Alfred Rosenberg in 1937 de Nationale Duitse Prijs voor Kunst en Wetenschap, de "Duitse Nobelprijs" en de daaraan verbonden 100 000 reichsmark. Als Baltische Duitser werd Rosenberg na de Duitse invasie in de Sovjet-Unie (1941) door Hitler benoemd tot 'minister van het Oosten' (de Duitse bezette gebieden in Oost-Europa) en was daarmee medeverantwoordelijk voor de in deze gebieden gepleegde oorlogsmisdaden. Na de Duitse capitulatie (mei 1945) werd hij in een militair ziekenhuis in Flensburg-Mürwik gearresteerd door Belgische SAS'ers.

Proces

Tijdens het naoorlogse Proces van Neurenberg werd Alfred Rosenberg aangeklaagd voor samenzwering, misdrijven tegen de vrede, oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid. Rosenberg probeerde aan te tonen dat veel misdaden in het oosten werden gepleegd zonder zijn medeweten en dat hij ook geen zeggenschap had over de SS die het ergste had huisgehouden onder de bevolking van de bezette gebieden. Het hof achtte hem echter schuldig op de meeste aanklachten en op 1 oktober 1946 werd hij ter dood veroordeeld. Op 16 oktober 1946 werd hij opgehangen. Toen hem werd gevraagd of hij nog enkele laatste woorden had, antwoordde hij "nee".

Einsatzstab Reichsleiter Rosenberg

Vanaf 1933, na Hitlers machtsovername, startten de nazi's met een systematische al of niet openbare boekverbranding van boeken die niet strookten met de nazi-ideologie. Daarbij werden honderden joodse bibliotheken, zowel privé- als openbare verzamelingen niet gespaard. Vanaf 1939 ging deze vernietiging ook richting het oosten met in 1939 de vernietiging van de bibliotheek van de Lublin Yeshiva. Tezelfdertijd vatten de nazi's het plan op om een aantal boeken te sparen voor verkoop en voor hun archief. In 1939 stichtte Rosenberg het Institut zur Erforschung der Judenfrage in Frankfurt am Main, of het instituut voor onderzoek naar de Joodse kwestie. Een selectie van zowel wereldse als religieuze joodse boeken zouden in het archief van dit instituut hun plaats vinden. De speciaal daartoe onder Rosenbergs leiding opgezette Einsatzstab Reichsleiter Rosenberg had tot doel de bibliotheken, de kunstgalerijen en verschillende bezittingen van Joodse herkomst te confisqueren en zodoende het Instituut van materiaal te voorzien. De Einsatzstab bestond uit een groep deskundige Duitse bibliothecarissen die hun werk grondig verrichten.

Bibliografie

Secundaire literatuur

Officieel portret (circa 1933 - 1941) van Alfred Rosenberg in uniform door SS-fotograaf Franz Bauer

De bekendste Rosenberg-specialisten zijn de Amerikaanse historicus Herbert P. Rothfeder en de Trierse historicus Reinhard Bollmus. Het essay van Stephan Lehnstaedt geeft een gecomprimeerde actuele weergave van de stand der wetenschap op dit onderwerp.

Rosenberg in fictie

Zie de categorie Alfred Rosenberg van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.