De paardentram wordt afgelost door de nieuwe elektrische tram; 13 juni 1912.
De remise van de Arnhemse tram aan de Westervoortsedijk, kort na de ingebruikname; 1912.
Een Arnhemse tram van de serie 1-21 op lijn 2 in 1922.
Een Arnhemse tram op lijn 2 op het Willemsplein in 1922.
Tramnet van Arnhem schematisch weergegeven.
Sporensituatie in mei 1934 van de Gemeente Electrische Tram Arnhem.
Na de Slag om Arnhem in september 1944 was er weinig meer over van de Arnhemse tram. Een uitgebrande tram op het Stationsplein; 1945.
Motorwagen 76, replica van de Arnhemse tram, vertrekt van de beginhalte op de Tramlijn Nederlands Openluchtmuseum.

Van 1880 tot 1944 reden er trams in Arnhem. Sinds 1996 is er een tramlijn op het terrein van het Nederlands Openluchtmuseum.

Geschiedenis

Paardentram

Op 30 december 1879 werd de Arnhemsche Tramweg-Maatschappij (AhTM) opgericht. Vanaf 3 mei 1880 exploiteerde deze normaalsporige paardentramlijnen in Arnhem. Er waren twee stadslijnen en een buitenlijn naar Velp, met een totale lengte van 12,0 km.

Op 24 augustus 1910 werd de eerste (tijdelijke) paardentramlijn met een spoorwijdte van 1067 mm geopend op de route Station – Groote Markt – Velperplein. Deze was eigendom van de GETA (zie hieronder).

Elektrische tram

De Gemeente Electrische Tram Arnhem (GETA) werd opgericht op 2 januari 1911. Op dezelfde datum werd de exploitatie van de Arnhemsche Tramweg-Maatschappij overgenomen. De bestaande paardentramlijnen bleven in dienst tot 13 juni 1912. Inmiddels was op 21 mei 1911 de eerste elektrische tramlijn op 1067 mm-spoor geopend.

In mei en juni 1911 werden vier elektrische tramlijnen geopend:

Nog datzelfde jaar kwamen uitbreidingen tot stand: Velperpoort – Velp (lijn 1) en Boulevard Heuvelink – Spijkerlaan (lijn 2). In 1912 werd lijn 1 verlengd naar Oosterbeek over de bestaande sporen van de OSM (vanaf 1927 de NBM). In Velp kon worden overgestapt op de Gelderse Stoomtramweg-Maatschappij, later de Geldersche Tramweg-Maatschappij (GTW), met een spoorwijdte van 750 mm.

In de jaren 1920-'26 kwamen uitbreidingen tot stand naar nieuwe wijken aan de noordkant van de stad, gedeeltelijk via de route van het zandvervoer in de voorgaande jaren. Dit betrof de volgende trajecten:

In 1923 werd het aantal tramlijnen uitgebreid met lijn 5 (een seizoenlijn van het station naar het Openluchtmuseum), in 1924 gevolgd door lijn 7 (een versterkingslijn van lijn 1 tussen de Oranjestraat en Velp).

Op 1 april 1937 werd na opheffing van de tramlijn Rhenen – Arnhem het gedeelte Oosterbeek – Arnhem uitsluitend geëxploiteerd door de GETA. De dienst op de Tramlijn Oosterbeek Laag (TOL), aangelegd in 1924 en geëxploiteerd door de NBM, werd met ingang van 8 april 1937 door de GETA uitgevoerd.

Lijn 2 werd opgeheven in 1938. Er waren toen al plannen om ook andere tramlijnen op te heffen en te vervangen door trolleybussen. Door de Tweede Wereldoorlog werd die vervanging tien jaar uitgesteld. Na het uitbreken van de oorlog werd lijn 2 op een deel van het noordelijke traject (tot aan de Jacob Marislaan) in 1940 weer in bedrijf genomen. Het traject door het centrum was al opgebroken. Wel werd lijn 2A ingesteld op het laatste deel van het traject van de oorspronkelijke lijn 2, Velperplein (later verlegd naar het Eusebiusplein) – Spijkerlaan.

In 1942 kwam nog een laatste uitbreiding tot stand: in opdracht van de Duitse bezetters werd lijn 3 vanaf de halte Cattepoelseweg te Alteveer verlengd naar het vliegveld Deelen, aanvankelijk uitsluitend voor de Duitse Wehrmacht.

In de loop van 1944 werd de dienst meer en meer ingekrompen. Vooral op zondagen werd heel beperkt gereden om stroom te sparen. Op zondag 17 september 1944 kwam er een abrupt einde aan het trambedrijf als gevolg van de oorlogshandelingen tijdens de Slag om Arnhem.

Doordat de stroom uitviel, strandden de paar trams die 's ochtends in de stad onderweg waren en deze werden naderhand beschadigd. Door beschietingen nabij de Rijnbrug werd de tramremise met daarin het grootste deel van het wagenpark in brand geschoten, waardoor er slechts verbrande wrakken overbleven. Na de bevrijding werd het trambedrijf niet hervat. De nog bruikbare spoorstaven en wissels werden aan andere trambedrijven verkocht. Nog tot omstreeks 1970 lagen er uit Arnhem afkomstige tramwissels op het Kruisplein in Rotterdam. De overige resten werden gesloopt. Vier jaar later ging het trolleybusbedrijf van start.

Zie Arnhemse trolleybus voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Materieel

Naast een aantal bijwagens hebben de volgende series motorwagens in Arnhem tot 1944 dienstgedaan:

Zandvervoer per tram

In 1918 en 1921-'23 verzorgde de GETA grootschalig zandvervoer met speciaal materieel (waaronder 12 vierassige Siemens-lokomotieven) over speciale tramroutes bij afgravingen ten behoeve van nieuwbouwwijken aan de noordkant van de stad en industrielocaties in de buurt van de Rijn.[2]

Zie Zandtransport bij de Arnhemse tram voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Andere tramlijnen

OSM / NBM

De Ooster Stoomtram-Maatschappij (OSM) legde in de jaren 1883-'87 de stoomtramlijn Arnhem – Oosterbeek – WageningenRhenenZeist aan, die in 1914 werd verlengd naar Amersfoort. Het Arnhemse eindpunt was aan de Oude Kraan (bij de haven), de remise bevond zich aan de Rijn aan de Boterdijk (zijstraat van de tramstraat). Het gedeelte Arnhem – Oosterbeek werd in 1912 geëlektrificeerd ten behoeve van lijn 1 van de GETA, die op deze route "running power" verkreeg. In 1924 werd de gehele OSM-lijn geëlektrificeerd en kwam tevens de TOL-lijn via Oosterbeek Laag in dienst, die door de OSM werd geëxploiteerd.

In 1927 ging de OSM op in de Nederlandsche Buurtspoorweg-Maatschappij. In 1937 werd het gedeelte Arnhem – Rhenen opgeheven en de exploitatie van de TOL-lijn overgedragen aan de GETA. De lijn van Arnhem (Haspel) Oranjestraat - Vreewijk/Schoonoord bleef eigendom van de NBM. Na de Tweede Wereldoorlog vroeg NBM terecht om vergoeding voor haar eigen, inmiddels door de GETA gesloopte, bovenleiding en rails van bovengenoemd tracé.

Zie Ooster Stoomtram-Maatschappij en Nederlandsche Buurtspoorweg-Maatschappij voor de hoofdartikelen over dit onderwerp.

GSM

De Gelderse Stoomtramweg-Maatschappij (GSM) verlengde zijn in 1887 geopende tramlijn Dieren - Velp in 1926 naar Arnhem. Op 8 april van dat jaar kwam de lijn naar het goederenstation in gebruik, op 15 mei de verbinding naar het Velperplein. Op deze laatste lijn reden uitsluitend motortrams, die speciaal voor deze lijn waren gebouwd. De lijnen Arnhem Velperplein - Bvrd. Heuvelink en Velp - Dieren zijn in 1939 opgebroken. De goederentramlijn van de Rijnkade naar Velp kwam na 1944 niet meer in gebruik. Deze lijn werd in eigen beheer (met stoomtrams !) in 1946 opgebroken.

Zie Gelderse Tram voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Heropleving tram in Arnhem

Tramlijn Nederlands Openluchtmuseum

Replica van de vroegere Arnhemse tramremise.

Op het terrein van het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem werd in 1996 een normaalsporige geëlektrificeerde tramlijn aangelegd. Dankzij deze ringlijn (met een lengte van 1.750 m) kunnen ook bezoekers die minder goed ter been zijn gemakkelijker de verder van de hoofdingang gelegen delen van het museum bezoeken. Een replica van een kwart van de in 1944 verwoeste Arnhemse tramremise werd gebouwd. Ook een Arnhemse tram uit 1929 werd gereconstrueerd door een werkgroep van de Tramweg-Stichting (motorwagen 76, zie hieronder). Deze kwam in 1998 in gebruik.

Zie Tramlijn Nederlands Openluchtmuseum voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

GETA 76

Motorwagen 76, replica van de oorspronkelijke Arnhemse serie 70-75, gebouwd in 1929 door Beijnes te Haarlem.

In 1993 maakten enkele tramkenners het plan een rijdende replica van een tram uit de Arnhemse serie 70-75 te vervaardigen. Een Rotterdamse vierasser, de 530, stond onderdelen af voor de wederopbouw. De bouw begon in 1994 en met Pinksteren 1998 kon de officiële indienststelling in Arnhem worden gevierd. De wagen is geheel nieuw opgebouwd op basis van archieftekeningen. Geen enkel onderdeel van de oorspronkelijke oude serie kon worden gebruikt, omdat alle zes wagens verwoest waren tijdens de Slag om Arnhem. De motoren zijn sterker dan die van de oorspronkelijke serie: 4 x 35 pk. GETA 76 is een stalen wagen waarbij bijna 12.000 bouten en moeren zijn gebruikt om een carrosserie te verkrijgen. De wagen is 12½ meter lang en weegt leeg ruim 22 ton. Ze kan 70 personen vervoeren. GETA 76 heeft normaalsporige draaistellen met een spoorwijdte van (1435 mm) in plaats van de originele 1067 mm (kaapspoor). Deze praktische keuze is gemaakt omdat alle nog bestaande Nederlandse trambedrijven op normaalspoor rijden. De 76 heeft dan ook in 1998 en 2006 ritten op het net van de Amsterdamse tram gemaakt.

Literatuur

Zie de categorie Trams in Arnhem van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.