De Bentvueghels (ook Bentvuegels of Bentvogels) was een soort broederschap van voornamelijk Noord- en Zuid-Nederlandse kunstenaars in Rome. Het werd tussen 1620 en 1627 opgericht als tegenhanger van het conservatieve Lukasgilde[1]. De Bentvueghels telden ongeveer 480 leden in de honderd jaar dat het genootschap bestond.[2] Het heeft tot 1720 bestaan. Het doel van de broederschap was het bevorderen van onderlinge solidariteit en het ondersteunen van leden bij ziekte en problemen, zoals conflicten met buitenlandse collega's. De kunstenaarsvereniging had dus een sociale functie.
Bij de Bentvueghels waren kunstschilders, tekenaars, graveurs, beeldhouwers, edelsmeden en ook dichters aangesloten. Zij waren na hun leertijd in het noorden naar Rome getrokken om hun studie af te ronden met het bestuderen van de daar aanwezige meesterwerken.
In Rome verbleven ze meestal enkele jaren, veelal in de omgeving van parochies als Santa Maria del Popolo en San Lorenzo in Lucina in het noorden van de stad.
Om lid te kunnen worden van de Bentvueghels moest men een inwijdingsritueel ondergaan. Hierbij vormden de leden een tableau vivant, waarbij een van de leden de rol van de god van de wijn (Bacchus) op zich nam. Tijdens de ceremonie werd aan het nieuwe lid door de "veldpaap" de regels van de kunst medegedeeld, en werd een bijnaam (Bentnaam) aan hem toegekend. Deze naam verwees vaak naar een opvallende eigenschap of karaktertrek van het lid. Het nieuwe lid moest de bijnaam accepteren. Bekend is het verhaal van Johannes Teiler die ontevreden was met de bijnaam "Ezel". Op zijn kosten werd een tweede ceremonie gehouden om vervolgens als nieuwe bijnaam "De Gouden Ezel" te krijgen.
Na het tableau vivant vond het banket plaats waarbij de wijn rijkelijk vloeide. Dit alles op kosten van het nieuwe lid. Op een anonieme tekening in het Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam is een aantal van de Bentvueghels met hun bijnaam vastgelegd. De gewoonte om gezamenlijk de wijn aan te spreken komt op deze tekeningen duidelijk naar voren. Zeker vanaf 1650 waren de Bentvuegels berucht om deze drinkgelagen. Uiteindelijk leidde dit ertoe dat in 1720 Paus Clemens XI dergelijk bijeenkomsten, buiten het carnaval om, verbood.
Als slot van het ritueel liepen de Bentvueghels gezamenlijk de stad uit om bij de sarcofaag die werd toegeschreven aan Bacchus in de Santa Constanza een wijnoffer te brengen. In een van de zijkapellen van de Santa Constanza zijn nog ingekraste namen van leden van de Bentvueghels te zien.
In het boek Reizen van Cornelis de Bruyn door de vermaardste deelen van Klein Asia is een uitgebreide omschrijving opgenomen van zijn "inauguratie bij de bendvogels" welke plaatsvond in het schrikeljaar 1776. Hij geeft daarbij aan dat enkel leden worden toegelaten die de "Hoog- of Nederduitsche taal" spreken, maar dat zij onderling Rafaël als hun oprichter zien.
Een aantal leden van de Bentvueghels en hun aliassen | ||
---|---|---|
Naam | Alias | Bijzonderheden |
Willem van Aelst | Vogelverschrikker | |
Bartholomeus Appelman | Hector | |
Jan Asselijn | Krabbetje | |
Dirck van Baburen | Biervlieg | |
Jacobus de Baen | Gladiator | |
David Beck | Gulden Scepter | |
Jan van Bijlert | Aeneas | |
Cornelis Bloemaert | Winter | |
Pieter van Bloemen | Standaard | |
Jacobus Blondeau | Weyman | Lid in 1668 |
Gregorius Bodelot | Goudgeld | Lid in 1668 |
Jan Boeckhorst | Lange Jan | |
Pieter Bolckman | Roeper | Werd lid in 1668 |
Paulus Bor | Orlando | |
Francis Van Bossuit | Waarnemer | |
Andries Both | ||
Jan Both | ||
Valentin de Boulogne | ||
Leonard Bramer | Nestelghat | |
Bartholomeus Breenbergh | Het Fret | |
Jan Gerritsz. van Bronchorst | ||
Johan van Bronchorst | ||
Abraham Brueghel | Ryngraaf | |
Cornelis de Bruijn | Adonis | |
Jan van Bunnick | Keteltrom | |
Joost Campen | Stokkade | |
Tyman Arentsz Cracht | Botterkul | |
Wouter Crabeth | Almanack | |
Jan Daval[3] | Doublet | Lid in 1668 |
Arnoldus Doudelet | Smiltkroes | Lid in 1668 |
Willem Doudijns | Diomedes | |
Karel Dujardin | Bockbaert | |
Robbert Duval | La Fortune | |
Jan van Essen | Santruyter | |
Pieter Frits[4] | Welgemoet[noot 1] | |
Wybrand de Geest | De Friesche Adelaar | |
Pieter Anthonisz. van Groenewegen | Leeuw | |
Reynier van Heuckelom | Wolf | |
Jacob de Heusch | Afdruk of Copia | |
Adriaen Honich | Lossenbruy | |
Samuel van Hoogstraten | Batavier | |
Joost uit Den Haag | Schotsen Trommel | |
Adriaen van der Kabel | Geestigheid | |
Gerard van Kuijl | Stijgbeugel | |
Pieter van Laer | Il Bamboccio en Snuffelaer | |
Laurens van der Leen | Gelt Genoeg, | Lid in 1668 |
Jacob Leyssens | Notenkraker | |
Jan Linsen | Hermafrodito | |
Claude Lorrain | Orrizzonte | |
Jan Miel | Honingh-Bie | |
Willem de Molijn | Wordt op 20 dec 1616 lid | |
Hendrick Mommers | Slempop | |
Isaac de Moucheron | Ordenantie | |
Franciscus de Neve (II) | Bloosaerken | |
Jan van Olie | Santrieter (Zandrijder) | Lid in 1668 |
Reinier van Persijn | Narcissis | |
Cornelis van Poelenburgh | Satyr | Wordt in 1617 lid |
Christoffel Puytlinck | Trechter | |
Willem Schellinks | Spits | |
Johann Heinrich Schönfeld | Triangel | |
Otto Marseus van Schrieck | Snuffelaer | |
Theodoor van der Schuer | Vrientschap | |
Hendrik Smidts | Getrouwe Herder | Lid in 1668 |
Herman van Swanevelt | Heremyt | |
Johannes Teiler | Speculatie (eerder Ezel en Gouden Ezel)[5] | |
Johannes de Veer | Paradijsmeester | Lid in 1668 |
Jan Baptist Weenix | Ratel | |
Dominicus van Wijnen | Ascanius | |
Matthias Withoos | Calzetta bianca | |
Casper van Wittel | Toorts | |
Pieter de Zeelander |
Voetnoot