Briljanten
Proporties en de namen van de facetten van een briljantgeslepen diamant

Briljant is een diamant die volgens het briljantslijpsel geslepen is. Het briljantslijpsel verhoogt de luister en de lichtreflectie van transparante edelstenen.

Aanvankelijk ging het bewerken van een ruwe diamant niet veel verder dan het kloven langs de natuurlijke breukvlakken. Vanaf het midden van de 14e eeuw ziet men diamanten in het puntslijpsel, waarbij de steen in de vorm van een octaëder is geslepen. Zonder de bovenste punt ontwikkelde deze vorm zich in de 15e eeuw tot het tafelslijpsel. Rond de 16e eeuw ontstond het roosslijpsel. De lichtweerkaatsing van diamanten in deze en in de later ontwikkelde vormen van oud slijpsel bleef gering.

Daar kwam verandering in toen Marcel Tolkowsky (Antwerpen, 25 december 1899 – New York, 10 februari 1991) in 1919, tijdens zijn studie aan de Londense Universiteit, een wiskundige methode bedacht voor het slijpen van ronde diamanten met 58 facetten. In stenen die op deze manier zijn geslepen wordt het binnenvallend licht, door de vele facetten en de hoek waaronder de facetten geslepen zijn, optimaal gereflecteerd. Het licht wordt bij doorgang door de diamant gebroken en gespreid in vurige spectraalkleuren. Deze flonkerende kleurschifting, of dispersie, noemt men het spel (Engels: fire).

Diamanten die in deze Tolkowsky cut of in latere verfijningen van dit briljantslijpsel zijn geslepen, noemt men briljanten.

Kenmerken

De benaming briljant zonder verdere toevoeging mag alleen worden gebruikt voor een tot briljant geslepen diamant.[1] Ten onrechte worden in de handel en in de volksmond niet alleen diamanten met een briljantslijpsel als briljant aangeduid. De naam van een andere steen in een briljantslijpsel moet als zodanig worden aangegeven.

De kenmerken van het briljantslijpsel zijn:

Het briljantslijpsel maakte een grote ontwikkeling door. Na 1919 ontstonden er variaties waarbij het aantal facetten aanzienlijk toenam. Moderne briljantslijpsels hebben geen afgeplatte kollet; de facetten van het paviljoen vormen aan de onderzijde een scherpe punt.

De verhoudingen, verfijningen en de kwaliteit van het slijpsel zijn van groot belang. De hoogte van de kroon, de kroonhoek, de diepte van het paviljoen, de tafelspiegeling, de verhouding van de rondist tot de diepte van de steen, de regelmaat van de rondist, een zware of lichte kollet, de symmetrieverschillen tussen de kroon en het paviljoen en andere details zijn direct van invloed op de flonkering van de steen.

Variaties

Bekende variaties van het briljantslijpsel zijn onder meer:

Briljantslijpsels met meer facetten dan 58 zijn onder meer:

Trivia