Erik Scherder
Erik Scherder (2017)
Persoonlijke gegevens
Volledige naam Erik Johan Anton Scherder
Geboortedatum 1 december 1951
Geboorteplaats Amsterdam
Nationaliteit Vlag van Nederland Nederland
Wetenschappelijk werk
Vakgebied psychologie
Alma mater VU
Portaal  Portaalicoon   Psychologie

Erik Scherder (Amsterdam, 1 december 1951)[1] is een Nederlandse hoogleraar neuropsychologie die verbonden is aan de Vrije Universiteit in Amsterdam (VU).[2] Daarnaast is hij als hoogleraar Bewegingswetenschappen verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen en ontving hij op 24 september 2021 een eredoctoraat aan de Open Universiteit Heerlen. Hij is verder raadslid in de Nederlandse Sportraad.

Levensloop

[bewerken | brontekst bewerken]

Scherder doorliep eind jaren zeventig de opleiding tot fysiotherapeut en was vervolgens werkzaam in de Valeriuskliniek in Amsterdam. Daarna volgde hij aan de Vrije Universiteit van Amsterdam de studie psychologie, met een specialisatie in neuropsychologie, waarin hij in 1995 promoveerde bij Dick Swaab. In 2002 werd hij benoemd tot bijzonder hoogleraar aan diezelfde universiteit.

Daarna volgde een benoeming tot hoogleraar Bewegingswetenschappen aan de Rijksuniversiteit in Groningen (RuG). Enkele jaren later keerde hij terug naar de VU in Amsterdam, waar hij sindsdien verbonden is als hoogleraar leiding geeft aan de afdeling klinische neuropsychologie. Door beide universiteiten heeft Scherder onderwijsprijzen toegekend gekregen. Zo werd hij in 2008 verkozen tot RuG-Docent van het jaar[3] en won hij sinds 2009[4] diverse malen de VU-onderwijsprijs, meest recent in september 2021.

Bekendheid

[bewerken | brontekst bewerken]

In 2013 werd hij uitgenodigd om mee te werken aan de Universiteit van Nederland. Naar aanleiding daarvan volgden uitnodigingen voor De Wereld Draait Door en in 2015 ook drie afleveringen van DWDD University,[5] waarin het functioneren en stoornissen/aandoeningen van de hersenen centraal stonden. Hierop volgden regelmatig tv-programma's zoals de documentaireseries Erik Scherder zoekt: Het geheim van Methusalem, Erik Scherder laat zich niet kisten en Erik Scherder onderzoekt. Hij was daarnaast te gast in radio- en tv-programma's in verband met onderwerpen waarin de hersenen centraal stonden.

In 2014 verscheen zijn eerste boek Laat je hersenen niet zitten, dat de invloed van beweging op de hersenen omschrijft. Scherder stond regelmatig in het theater in programma's rond het thema hersenen, individueel samen met diverse musici en samen met neurobioloog Dick Swaab en schaatser Ard Schenk.[6][7]

Erkenning

[bewerken | brontekst bewerken]

Privé

[bewerken | brontekst bewerken]

Scherder is gehuwd en heeft drie kinderen.[1]

Wetenschappelijke aandachtsgebieden

[bewerken | brontekst bewerken]

Erik Scherder geeft leiding aan het onderzoeksprogramma Neuropsychologie van neurodegeneratieve ziekten aan de VU. Onder dit programma vallen meerdere onderzoeksgebieden.

Beweging

[bewerken | brontekst bewerken]

Het eerste onderzoek bekijkt de relatie tussen lichamelijke (in)activiteit en gedrag (cognitie, slaapritme en humeur) bij mensen met en zonder dementie. Regelmatige lichaamsbeweging zorgt voor veelbelovende resultaten voor de uitvoerende functies (bijv. impulsbeheersing en taakomschakeling) van bejaarden zonder dementie. Bij patiënten met dementie worden zowel positieve als negatieve effecten geobserveerd. Maar het is wel gebleken dat zónder beweging de situatie van patiënten met dementie verslechtert.[12]

Het tweede onderzoek heeft betrekking op de relatie tussen pijn, lichamelijke activiteit en gedrag bij mensen met een cognitieve stoornis (zoals dementie of een verstandelijke beperking). Omdat de hersennetwerken die pijn verwerken gelijk zijn aan de hersennetwerken die een rol spelen in cognitieve processen (zoals het geheugen of uitvoerende functies) kan letsel aan de witte stof van de hersenen de cognitieve functies beschadigen én de ervaring van pijn versterken. Deze combinatie vergroot het risico dat de pijn te weinig behandeld wordt. Meer pijn kan ervoor zorgen dat patiënten minder gaan bewegen om de pijn niet erger te maken, en kan bij patiënten met dementie tot uiting komen in geïrriteerd gedrag. Inactiviteit en irritatie worden nog vaak gezien als symptomen van dementie, in plaats van als teken van pijn of ongemak.[12]

Het derde onderzoek concentreert zich op hersenletsel ten gevolge van sport en de relatie met gedrag. Specifiek wordt er gekeken naar wanneer de speler weer kan sporten. Er zijn momenteel[(sinds) wanneer?] nauwelijks medische procedures voor wanneer een voetballer na (milde) hersenschade weer veilig kan sporten. Voor dit onderzoek worden basismetingen gedaan van de cognitieve functies en slaapritmes van voetballers aan het begin van het seizoen. Direct na het oplopen van een hersenletsel wordt er een nieuwe meting gedaan. Op deze manier wordt gecontroleerd wanneer een speler volledig hersteld is van zijn blessure en weer optimaal kan presteren. Deze medische benadering beschermt de speler tegen verder hersenletsel.[12]

Het vierde onderzoek betreft de relatie tussen lichamelijke (in)activiteit, cognitie (voornamelijk impulsbeheersing), en gedrag (voornamelijk agressie) op de psychiatrische afdeling van vijf gevangenissen in Nederland. De prefrontale cortex (die pas relatief laat volgroeid is) speelt een grote rol bij uitvoerende functies zoals impulsbeheersing. Voor de volgroeiing van de prefrontale cortex is een verrijkte omgeving heel belangrijk. Daarentegen zal een verarmde omgeving, zoals een gevangenis, de groei van de hersenen en de prefrontale cortex belemmeren. Met andere woorden: voor diegenen die al een verminderde impulsbeheersing hebben, zoals het geval is bij veel criminelen, zal de verarmde omgeving van de gevangenis het functioneren van de prefrontale cortex belemmeren, waardoor de impulsbeheersing nog meer vermindert. Inzicht in deze negatieve invloed is van belang omdat een vermindering van de impulsbeheersing het risico op agressieve incidenten vergroot, zowel binnen als buiten de gevangenis. Binnen dit project zal ook een studie plaatsvinden gericht op het verrijken van de leefwereld in de gevangenis, bijvoorbeeld door een bewegingsprogramma in te stellen. In een andere deelstudie van dit project worden de effecten van rentherapie op cognitie en gedrag bekeken.[12]

Muziek

[bewerken | brontekst bewerken]

Naast het thema beweging is Scherder ook geïnteresseerd in de invloed van muziek op verschillende cognitieve processen.[13] Zo was hij onder andere betrokken bij een onderzoek naar de invloed van muziekles op de intellectuele vaardigheden van kinderen,[14] en een studie waarbij de invloed van rapmuziek op de emoties van adolescenten werd onderzocht.[15] Hij sprak ook over dit onderwerp tijdens een college voor de Universiteit van Nederland en speciale ‘concertlezingen’ in onder andere het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam.[16] In 2017 publiceerde hij ook een boek over dit onderwerp, met de titel Singing in the brain. In het verlengde daarvan heeft hij in 2019 meegewerkt aan concerten van Jan Vayne.[17]

Bibliografie

[bewerken | brontekst bewerken]

Bestseller 60

[bewerken | brontekst bewerken]
Boeken met noteringen in de Nederlandse Bestseller 60 Jaar van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
Hoogste
positie
Aantal
weken
Opmerkingen[18]
Laat je hersenen niet zitten 2014 22-10-2014 4 23
Singing in the brain 2017 26-04-2017 6 13
Professor S. en de verslaafde koning 2019 27-03-2019 4 11 deel 1 van de Professor S.-serie
Hart voor je brein 2020 28-10-2020 5 8
Hersenen willen lezen 2021 26-05-2021 28 7
Oud worden, jong blijven 2022 02-11-2022 10 31
[bewerken | brontekst bewerken]