Voormalig raadhuis van Etten-Leur
Catharinakerk
Sint-Lambertuskerk
Moeierboom

Etten is een dorp in de Noord-Brabantse gemeente Etten-Leur.

Etymologie

[bewerken | brontekst bewerken]

De betekenis van de naam Etten is niet eenduidig bekend. Mogelijk is de naam afkomstig van etsel of etting, een oud woord voor weide.

Geschiedenis

[bewerken | brontekst bewerken]

De plaatsnaam Etten werd voor het eerst vermeld in 1261. Hertog Hendrik IV van Brabant stelde toen landmeters aan om de daar aanwezige beemdgronden op te meten teneinde de ontginning ervan ter hand te nemen. Ook de turfwinning vond vanaf toen plaats in de omgeving van Etten, zoals in het Monnikenmoer ten westen en, sinds 1332, in Bremberg ten oosten van Etten. De turf uit het laatste gebied werd ten behoeve van Antwerpen ontgonnen en vervoerd via de Leurse Haven en via de Mark. De plaats zelf werd op de hoger gelegen Banakker gesticht en bestond oorspronkelijk uit een groepje boerderijen.

De Catharinakerk werd eveneens omstreeks deze tijd gesticht als dochterkerk van de parochie Gilze. In 1316 werd ze tot parochiekerk verheven en van 1440-1500 vervangen door een grotere kerk, die later meermalen is beschadigd en herbouwd.

In 1820 vestigden de Franciscanessen van Etten zich in Etten. Aldaar ontstond een moederhuis van waaruit vele stichtingen werden verricht, vooral in West-Brabant en Zeeland. Begin 20e eeuw kwamen ook de Broeders van Liefde naar Etten, en vestigden zich aan de Edward Poppelaan 14.

Voor de verdere ontwikkeling van Etten was de ligging aan verbindingswegen van groot belang. In 1780 was enkel de weg tussen Etten en Leur verhard, en wel met kasseien. In 1797 werd de zandbaan tussen Breda en Etten voltooid en deze werd doorgetrokken naar Roosendaal, waardoor het doorgaande verkeer Etten aan ging doen. Voordien ging het verkeer via Rucphen. De betreffende weg werd verhard in 1835 en na de Tweede Wereldoorlog geasfalteerd. In 1963 werd de weg vierstrooks maar bleef door de kern lopen. Van 1997-2000 werd gewerkt aan een omleiding van de weg, die als autosnelweg werd uitgevoerd, waardoor tevens de kom van Etten weer één geheel werd en de overlast werd beperkt. De vrijgekomen ruimte werd onder meer gebruikt voor de bouw van een nieuw gemeentehuis en de aanleg van een bijbehorend Raadhuisplein.

In 1854 kwam er bovendien een spoorwegstation gereed. Dit werd weliswaar gesloten in 1940, doch in 1965 weer heropend, ten dienste van onder meer het forensenverkeer.

Bestuurlijk was Etten en Leur aanvankelijk een heerlijkheid (de Vrijheid en Heerlijkheid Etten) die afhankelijk was van de Baronie van Breda. In het westen van Etten bevond zich een kasteel met slotgracht dat van oorsprong stamt uit de 13e eeuw, en oorspronkelijk toebehoorde aan het geslacht Uten Houte, en daarom later ook Hof van den Houte genaamd. Het kasteel werd voor het eerst vermeld in 1430. Dit gebouw werd in 1814 openbaar verkocht en in 1816 afgebroken.

Sinds de Franse tijd behoort Etten tot de gemeente Etten en Leur, die in 1968 werd omgedoopt in Etten-Leur. Aangezien Etten in 1953 tot ontwikkelingskern was uitgeroepen werd er veel industrie gevestigd, te beginnen op het bedrijventerrein Vosdonk, waarvan de eerste aanleg stamt uit 1951. Dit alles leidde uiteindelijk tot het aaneengroeien van de kernen Etten en Leur, waardoor in 1968 beide namen van de officiële landkaarten zijn verdwenen en men nog slechts spreekt van Etten-Leur. De oude kernen van beide plaatsen, waar zich ook de meeste monumenten bevinden, zijn echter nog goed herkenbaar.

Bezienswaardigheden

[bewerken | brontekst bewerken]

Bouwwerken

[bewerken | brontekst bewerken]

Kunstwerken en monumenten

[bewerken | brontekst bewerken]

Musea

[bewerken | brontekst bewerken]
Hofje en museum Jan uten Houten

In de gemeente zijn diverse historische instellingen te bezoeken. Zo kan men deze musea vinden:

Natuur en landschap

[bewerken | brontekst bewerken]

Ten zuiden van Etten vindt men een landbouwgebied met enkele kleinschalige bosjes. Hier loopt ook de Oude Turfvaart, die eerst naar het oosten, dan naar het noorden afboog, maar daar nog voortleeft in straatnamen als Vossenbergse Vaart, Hoge Vaartkant en Lage Vaartkant, welke uiteindelijk bij de Leurse Haven uitkomt. Parallel hieraan ligt de Brandse Vaart, terwijl ten westen van Etten nog de Schouwsloot, de Lokkervaart en de Laakse Vaart zijn te vinden. In het uiterste zuiden bevindt zich het landgoed Pannenhoef.

Naar het noorden toe gaat de kom van Etten over in die van Leur. Verder ligt in oostelijke richting, net buiten de gemeentegrens, het Liesbos.

Nabijgelegen kernen

[bewerken | brontekst bewerken]

Leur, Hoeven, St. Willebrord, Sprundel, Rijsbergen, Lies

[bewerken | brontekst bewerken]