Gerard van der Leeuw
Van der Leeuw in 1928
Algemeen
Volledige naam Gerardus van der Leeuw
Geboren 18 maart 1890
Overleden 18 november 1950
Partij PvdA (vanaf 1946)
Functies
1945-1946 Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
1946 Lid Tweede Kamer
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Gerardus (Gerard) van der Leeuw (Den Haag, 18 maart 1890Utrecht, 18 november 1950) was een Nederlands theoloog, predikant, godsdiensthistoricus en minister. Hij was als hoogleraar godsdienstwetenschap verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen en gold internationaal als de bekendste Nederlandse beoefenaar van dit vakgebied.

Levensloop

Van der Leeuw was de eerste naoorlogse minister van Onderwijs. Hij was in 's-Heerenberg hervormd predikant en werd in 1918 in Groningen hoogleraar geschiedenis van de godsdiensten. Hij publiceerde veel en was een vooraanstaand theoloog. Hij was een groot kenner van kerkmuziek.

Afkomstig uit een CHU-milieu, werd hij bij het begin van de oorlog in 1940 aanvankelijk een voorstander van de ideeën van de Nederlandse Unie. Later nam hij daar afstand van. Maar niet van de gedachte dat de "verstard" geachte partijpolitieke verhoudingen in Nederland moesten worden doorbroken. Samen met mensen als de eerste naoorlogse premier Wim Schermerhorn en Philip Abraham Kohnstamm raakte hij in 1945 eerst betrokken bij de Nederlandse Volksbeweging (NVB) en werd een aanhanger van de doorbraakgedachte en een voorstander van het personalistisch socialisme. In 1946 brak hij dan ook zelf daadwerkelijk door en werd lid van de PvdA. Hij stelde als minister in het kabinet-Schermerhorn-Drees diverse partijgenoten aan in de top van zijn departement. Hij streefde een actieve cultuurpolitiek en vorming van een nationale omroep na, maar kon niet al zijn vernieuwingsideeën verwezenlijken.

Wetenschappelijke carrière

Van der Leeuw studeerde theologie, godsdienstwetenschap en Egyptologie in Leiden (o.a. bij William Brede Kristensen), Göttingen en Berlijn. Hij promoveerde in 1916 op een studie naar oud-Egyptische piramideteksten. Hij formuleerde belangrijke principes in de godsdienstfenomenologie, neergelegd in zijn hoofdwerk "Phänomenologie der Religion" (1933). Daarbij ontwikkelde hij een geheel eigen methodiek, los van wijsgerig fenomenologische denkers als Edmund Husserl.

Bij Van der Leeuw gaat het primair om het zich inleven in de religieuze fenomenen om zo te komen tot de essentie ervan, tot de universele betekenis. Hij hanteert daarbij de 'verstehende' methode van de Duitse existentiefilosoof Karl Jaspers en baseert zich tevens op het gedachtegoed over de 'primitieve mentaliteit' van de Franse filosoof en socioloog Lucien Lévy-Bruhl. Dit leidt tot een structuur-psychologische fenomenologie, die Van der Leeuw er onder andere toe brengt religie ook te verbinden met kunst.

Van der Leeuw heeft als een van de eersten de godsdienstwetenschap een interdisciplinair karakter gegeven, maar slaagde er nog niet in het vakgebied los te maken van de theologie. Dat gebeurde wel door zijn opvolger in Groningen Theo van Baaren.

Van der Leeuw heeft zijn werk als wetenschapper slechts één jaar onderbroken om minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen te zijn in het eerste naoorlogse kabinet van Schermerhorn en Drees. In die periode heeft hij voor die tijd zeer vooruitstrevende plannen ontwikkeld op het gebied van onderwijshervorming, kunstpolitiek en omroepreorganisatie.

Overzicht loopbaan

Activiteiten als minister

Nevenfuncties

Opleiding

Wetenswaardigheden

Matthäuspassion

Van der Leeuw publiceerde in 1937 een boekje over de Matthäuspassion van J.S. Bach, met een tekstverklaring. Tijdens zijn ministerschap gaf hij een vertaalopdracht aan de dichter Jan Engelman, omdat voor een oratorium in de Duitse taal zo kort na de bezetting de animo minder groot was. In 1948, Van der Leeuw was inmiddels voorzitter van de Nederlandse Bachvereniging, kwam er een heruitgave van zijn boekje met daarin de vertaalde tekst van Engelman. In 1949 werd de Nederlandstalige versie uitgevoerd in Haarlem.

Bibliografie

Literatuur

Voorganger:
G. (Gerrit) Bolkestein
Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
1945-1946
Opvolger:
J.J. (Jos) Gielen
Voorganger:
Hugo Bordewijk
Rector magnificus van de Rijksuniversiteit Groningen
1934–1935
Opvolger:
Leonard Polak Daniels
Zie de categorie Gerardus van der Leeuw van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.