Heilig Bloedprocessie
Heilig Bloedprocessie
Gehouden in Brugge
Data Elk jaar op Hemelvaart
Organisator Heilig Bloedprocessie vzw
Deelnemers 1800 figuranten en 250 medewerkers
Eerste editie 1304
Edities
Vorige editie 18 mei 2023
Volgende editie 9 mei 2024
Officiële website
Anoniem, Pareerkaars van het Heilig Bloed (collectie Koning Boudewijnstichting)
Het reliekschrijn van het Heilig Bloed.

De Heilig Bloedprocessie in Brugge is een jaarlijkse processie rond de relikwie van het Heilig Bloed. Sinds 2009 staat de processie ingeschreven op de lijst van het immaterieel cultureel werelderfgoed van de UNESCO.

Geschiedenis

De oudste vermeldingen van de aanwezigheid van de Heilig Bloedrelikwie dateren van 1255 en 1265 (telkens in verband met een eed te zweren op het Bloed van Christus in de Sint-Basiliuskapel). Geloofwaardige getuigenissen hierover werden afgelegd tijdens een proces in 1270.

Voor wat de Heilig Bloedprocessie betreft, vindt men een eerste vermelding van een Heilig Bloedommegang die op het feest van de Heilig Kruisvinding, 3 mei, in het jaar 1304 werd gehouden. Het zijn de stadsrekeningen die er bericht over geven. Op 1 juni 1310 vaardigde paus Clemens V in Avignon een plechtige bul uit die de verering van het Heilig Bloed in Brugge officieel erkende. Hij deed dit op verzoek van de stadsmagistraat van Brugge.

Daarnaast vindt men een vermelding van de processie terug in een keure van het gild van de pijnders (lossers) dat gedateerd is 1291, maar waarschijnlijk, zoals een kopie ervan uit de vijftiende eeuw laat vermoeden, pas van enkele decennia later dateert. Daaruit blijkt dat de Brugse gilden en ambachten verplicht waren aan de processie deel te nemen.

Vanaf 1310 besliste de Brugse stadsoverheid de feesten rond het Heilig Bloed, met de processie en de veertiendaagse plechtigheden, te laten samenvallen met de jaarmarkt (de Meifoor). Op die manier, en ook door de stadsboden die Vlaanderen doorkruisten, groeiden de volkstoeloop en de devotie voor het Heilig Bloed aanzienlijk.

Inhoud van de processie

Reliekschrijn Sint Donatius
Het conopeum

Vanaf de aanvang beeldde men tijdens de processie vooral Bijbelse taferelen uit, meer bepaald scènes die betrekking hadden op het Lijden van Christus. Voor het overige ging het meer om een stoet dan om een processie, met de optocht van alle gilden en ambachten, van het stadspersoneel, van pelgrims, van de leden van de Edele Confrérie en van de stadsmagistraat. Dit alles werd kleur bijgezet door talrijke musicerende groepjes en door vele ruiters.

Vanaf de 16e eeuw kwamen heel wat profane groepen in de processie voor. In 1512 werd voor het eerst de reus Trevanus met zijn vrouw meegedragen. In 1670 was de ganse reuzenfamilie van Trevanus present. Op een wagen werden de wisselvalligheden van het lot voorgesteld door een astroloog, een landbouwer, zijn knechten, een rijke koopman en Valentinianus, koning der Romeinen. Een wagen symboliseerde de trouw van de koning van Spanje aan de Maagd van Vlaanderen. Een wagen toonde de pelikaan als symbool van de liefde van Christus voor de mensheid. Een wagen beeldde de hel uit, met het verhaal van Orfeus en Euridyce.

In 1687 en volgende jaren werd, naast de vele reuzen, ook het Ros Beiaard met de vier Aymonskinderen meegedragen. Wagens waren gewijd aan de Pelikaan, aan de Parnassusberg, aan de Hel maar ook aan de Hemel. De Brugse medicus en dichter Cornelius Kelderman had verzen geschreven die werden gezongen onder het uitvoeren van danspassen.

De jubileumstoet van 1749 vormde een hoogtepunt. Een reeks rococopraalwagens rolde voorbij die de geschiedenis van het H. Bloed en de trouw van de stad aan de relikwie uitbeeldde. De ambachten en neringen namen deel met wagens die men als een rollende menagerie kan omschrijven, waarbij ieder dier (tijger, krokodil, neushoorn, olifant, walvis, enz.) een allegorische betekenis kreeg, die in moeizame rederijkersverzen en met een ingewikkelde symboliek werd verkondigd.

Vanaf 1819 legde de nieuwe H.-Bloedprocessie, nu ze niet meer kon rekenen op de deelname van de afgeschafte ambachten en neringen, de nadruk op de participatie van de zeven stadsparochies. Iedere parochie stelde al zijn geestelijke broederschappen op, een zestigtal in totaal, die samen de H.-Bloedprocessie vormden, zonder dat er nog een band overbleef met de geschiedenis en de reliek van het Heilig Bloed. Uitzonderingen waren de jubileumprocessies van 1850 en 1869 waarin verklede groepen voor het eerst de historie van het H. Bloed voorstelden.

Een belangrijke kentering vond plaats in 1900. Tijdens de voorafgaande jaren hadden drie stoeten aan de Bruggelingen de gelegenheid gegeven om die met de H. Bloedprocessie te vergelijken. Het ging om de stoet ter ere van Karel de Goede (1884), de stoet bij de inhuldiging van het standbeeld van Jan Breydel en Pieter de Coninck (1887) en de stoet ter ere van de zalige Idesbaldus van der Gracht (1896). Kanunnik Adolf Duclos was hierbij de enthousiaste stoetenbouwer. Hij zorgde ook voor een vernieuwing van de H.-Bloedprocessie, in samenwerking met graaf Gustave Herwyn (1843-1929), proost van de Edele Confrérie, en van kapelaan Frans De Cock (1858-1908). De vier delen van de processie behandelden: de geschiedenis van de relikwie - de patronen van iedere Brugse parochie - het leven van Jezus - met afsluitend het Heilig Bloed omringd door geestelijkheid en Confrérie.

In 1931 werd een vernieuwing geleid door Alfons Maertens (1890-1941), pastoor van de Potterie, die liturgist, historicus en kunstkenner was. De structuur van de processie werd gecentreerd rond het thema bloed: het oude verbond of de voorafbeelding, het nieuwe verbond of de volbrenging en ten slotte de Verering. Maertens introduceerde de afwisseling van sprekende en zingende groepen en van wagens. In 1951 werden de kostuums grotendeels vernieuwd.

In 1958 werd, geïnspireerd door de 'Eucharistische belijdenisstoet' die in 1956 door Brugge was getrokken, en die onder de invloed van onder meer de choreograaf Heiko Kolt een frisse en nieuwe sfeer uitstraalde, een vernieuwing van de processie doorgevoerd onder de leiding van kanunnik Arthur Camerlynck, rector van de H.-Bloedkapel. Ontroerende en dramatische taferelen uit het Bijbelverhaal werden minder kleurrijk voorgesteld of vielen weg om te worden vervangen door allegorisch-lyrische uitbeeldingen die de toeschouwers minder aanspraken. De 'modernisering' hield onder meer in dat de wagens niet meer door paarden werden getrokken maar door enigszins gecamoufleerde motorvoertuigen en dat muziek op geluidsbanden was opgenomen en via luidsprekers weerklonk. Deze te prozaïsche werkwijze werd fel bekritiseerd.

De huidige, grondig vernieuwde processie dateert uit de periode 1970-1975 en is opgevat in een stijl die teruggrijpt naar Brugges Gouden Eeuw (15e eeuw). De ontwerper, historicus Antoon Viaene stelde het voor alsof elke groep werd uitgebeeld of ondersteund door een van de talrijke Brugse broederschappen en verenigingen die vanaf de 12de-13de eeuw de relikwie vereerden. Door deze historische projectie onttrok de ontwerper de uitbeelding en de symboliek aan theologische of historische revisies van zijn tijd (die van dom Huyghebaert bijvoorbeeld) en van later.

De kostuums werden allen nieuw ontworpen door Arno Brys en gaven aan de processie een ongemeen rijk en homogeen uitzicht. Er werd op geen inspanning gekeken om talrijke muziekkorpsen, vele ruiters, en allerhande dieren (schaapskudde, ezels, kamelen) bij de processie te betrekken. De groepen stapten niet zomaar meer op, maar hadden elk een eigen activiteit: korte dramatische dialoog of scène, dans, zang, enz.

Geen processie

Tijdens enkele woelige periodes ging de processie niet door. Dit was het geval tijdens:

Relieken

Affiche van de Heilig Bloedprocessie, mei 1913

Vroeger werden in de processie veel relieken meegedragen, die telkens een parochie van de stad vertegenwoordigden, namelijk die van:

Rondom de relieken liep vaak een eigen groep mee die een thema uitbeeldde. Begin 21ste eeuw werden nog slechts drie relieken meegedragen: Zalige Idesbald, Sint Donaas en Sint Elooi.

Reliekschrijn

Het reliekschrijn van het Heilig Bloed is door de Brugse goudsmid Jan Crabbe in 1617 vervaardigd met aanwending van ongeveer 30 kilo goud en zilver en meer dan 100 edelstenen. De beeldjes in de bovenste torentjes verbeelden Sint-Donaas, patroonheilige van Brugge, Christus, de Maagd Maria en de Heilige Basilius.

Jaarlijks wordt het schrijn met de relikwie meegedragen op een processiebaar in de Heilig Bloedprocessie. De processie vindt plaats na een pontificale hoogmis in de Sint-Salvatorskathedraal.

Datum

Vanaf de aanvang ging de processie jaarlijks uit op 3 mei, feest van de Heilig Kruisvinding. Tijdens de volgende eeuwen varieerde die datum af en toe.

Vanaf 1782 werd de processie verplaatst naar de eerste zondag in de maand mei. De stadsmagistraat had op deze wijziging aangedrongen bij de bisschop, teneinde een grotere volkstoeloop verzekerd te zien. Na de 'Beloken Tijd' werd, vanaf de eerste processie in 1819, de datum vastgesteld op de eerste maandag na de tweede mei, hetzij dus ten vroegste op 3 en ten laatste op 9 mei. Dit bleef zo tot en met 1969.[2] In de jaren zestig van de twintigste eeuw verminderde de belangstelling voor een processie die uitging op een gewone werkdag.

Tijdens de raadszittingen van 17 mei en 22 november 1968 verklaarde gemeenteraadslid Andries Van den Abeele dat het de verkeerde weg op ging met de processie en dat goede organisatie, stijl en ernst teloorgingen. Hij vond ook dat de uitgangsdag op een maandag, gewone werkdag voor iedereen buiten Brugge en voor Bruggelingen die in Brussel of elders werkten, een anachronisme was geworden. Zijn voorstel werd weggehoond door oudere raadsleden, meer bepaald door het socialistische raadslid August De Clerck, die vond dat dit onverantwoorde nieuwlichterij was. Een paar jaar later werd alsnog voor een wettelijke feestdag, Hemelvaart, gekozen. Sinds 1970 gaat de processie op die dag uit.[3]

Eenentwintigste eeuw

De processie, waar ruim 1800 figuranten aan deelnemen, wordt druk bijgewoond. Jaarlijks telt men ongeveer 40.000 belangstellenden langs het parcours. Aan de relikwie wordt eer betuigd door de mee opstappende geestelijke en burgerlijke overheden.

In de loop van het jaar wordt de relikwie van het Heilig Bloed iedere dag aan de gelovigen ter verering aangeboden in de Heilig Bloedbasiliek.[4]

Leden van de Edele Confrérie

De Edele Confrérie van het Heilig Bloed werd kort na 1400 gesticht. Zij heeft tot doel de relikwie te bewaren en de verering ervan te bevorderen. Zij organiseert onder meer de jaarlijkse processie. In 2023 werd voor het eerst een vrouw als lid van de confrérie verkozen.

lijst van leden van de Edele Confrérie van het Heilig Bloed

Werelderfgoed

Op 30 september 2009, tijdens zijn bijeenkomst in Abu Dhabi, besliste het Intergouvernementeel Comité van UNESCO voor de bescherming van het immaterieel erfgoed, de Heilig Bloedprocessie op te nemen op de lijst van Meesterwerken van het Orale en Immateriële Erfgoed van de Mensheid.

Eregenodigden

Processie 1838

Processie 1844

Processie 1849

Processie 1886

Processie 1910

Processie 1929

Processie 1935

Hemelvaart 1973

Hemelvaart 2005

Hemelvaart 2006

Burgerlijke genodigden

Hemelvaart 2007

Hemelvaart 2008

Burgerlijke genodigden

Hemelvaart 2009

Burgerlijke genodigden

Hemelvaart 2010

Hemelvaart 2011

Hemelvaart 2012

Burgerlijke genodigden

Hemelvaart 2013

Hemelvaart 2014

Hemelvaart 2015

Voor de processie 2015, Mgr. Ti-kang

Hemelvaart 2016

Hemelvaart 2017

Hemelvaart 2018

Hemelvaart 2019

Hemelvaart 2020

Geen processie

Hemelvaart 2021

Geen processie

Hemelvaart 2022

Hemelvaart 2023

Burgerlijke genodigden

Data van de processie

Aangezien de datum van de processie sinds 1970 vastgelegd is op Hemelvaartsdag, feestdag die net zoals Pasen wordt bepaald aan de hand van de maanstanden, verschilt de dag waarop de processie plaatsvindt per jaar.

De komende jaren zal de processie, als ze gekoppeld blijft aan Hemelvaartsdag, op de volgende datum plaatsvinden.

Data Heilig Bloedprocessie 2024-2030
Jaar Datum
2024 9 mei
2025 29 mei
2026 14 mei
2027 6 mei
2028 25 mei
2029 10 mei
2030 30 mei

Verfilming

De meeste van deze films worden bewaard op het stadsarchief van Brugge, soms in originele versie op cellulose, steeds omgezet op VHS-video. Ze worden ook overgezet op dvd.

Literatuur

Zie ook

Zie de categorie Procession of the Precious Blood, Bruges van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.