Plafondstuk, Herengracht 366, Amsterdam
Grisaille, Huis Willet-Holthuysen, Amsterdam

Jacob de Wit (Amsterdam 19 december 1695 – aldaar, 12 november 1754) was een van de belangrijkste 18e-eeuwse Nederlandse kunstschilders. De Wit is vooral bekend om zijn religieuze werk en de vele bovendeur-, schoorsteen- en plafondstukken die hij maakte voor de huizen aan de Heren- en Keizersgracht te Amsterdam, maar ook voor de buitenplaatsen van de betreffende eigenaren.

Biografie

De Wit werd in 1695 te Amsterdam geboren. Op 19 december van dat jaar, werd hij gedoopt in de katholieke schuilkerk De Duif. Toen hij 13 jaar was, vertrok hij naar Antwerpen, waar hij lessen volgde aan de Schilder-Akademie. Hier werd hij een groot bewonderaar van de Vlaamse schilders Peter Paul Rubens en Antoon van Dyck.

Jacob de Wit keerde in 1715 terug in Amsterdam, waar hij al spoedig zijn eerste opdracht kreeg van Jacob Cromhout. In 1735 schilderde hij een ongewoon groot doek voor het Stadhuis op de Dam, Mozes ontvangt de zeventig ouderlingen.

De schilder werd in 1741 eigenaar van Keizersgracht 383 en 385, schuin achter het pand van het voormalige Bijbels Museum. Tot zijn overlijden in 1754 woonde en werkte hij op nummer 385. In het achterhuis was zijn atelier gevestigd.[1]

Schilderstijl

De Wit was katholiek en schilderde vooral religieuse taferelen; hij had een vlotte, virtuoze stijl, waarmee hij illusionistisch werk realiseerde in vele plafondstukken die hij in Amsterdamse grachtenpanden schilderde. De geschilderde figuren lijken vrij te zweven in de hemel of te zitten op een wolkenpartij.[2] In het werk van Jacob de Wit zijn duidelijke invloeden van Rubens en Van Dijck te zien, maar ook van Gerard de Lairesse, zijn directe voorloper. De werken van Jacob de Wit behoren tot de rococo. Hij was bevriend met de verzamelaar Gerrit Braamcamp en Jacob Xavery was zijn leerling, en ook beschermheer.

Jacob de Wit in musea

Van Jacob de Wit zijn diverse plafondstukken bewaard gebleven, in veel gevallen zelfs op de originele plaats. In de collectie van het Rijksmuseum is een plafondstuk van Jacob de Wit te zien, Apollo tronend op de wolken met Minerva en de negen muzen, afkomstig uit Keizersgracht 401 uit ca. 1730. Na een afwezigheid van meer dan een eeuw, hangt de plafondschildering sinds 2004 weer op zijn plek op Keizersgracht 401. Huis Marseille heeft het plafondstuk in bruikleen gekregen van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap (KOG) dat eind 19de eeuw in het bezit van de schildering was gekomen.

In het Amsterdam Museum hangt het enige naakt dat van Jacob de Wit bekend is. Het paneel is afkomstig uit Nieuwe Herengracht 99 en in opdracht gemaakt voor de bibliotheek van Isaäc de Pinto.

Het Museum W in Weert heeft 19 schilderijen die Jacob de Wit maakte voor de Mozes en de Aaronstatie in Amsterdam in zijn collectie. Naast een profaan plafondstuk zijn twee wandschilderingen en diverse losse schilderijen met religieuze voorstellingen te zien. Verder een monumentaal groepsportret getiteld Het gouden kloosterjubileum van Aegidius de Glabais (1718), voorstellende de pastoor en drie kapelaans van de Mozes en Aaronstatie. Dit is zover bekend het enige groepsportret dat hij gemaakt heeft.

Jacob de Wit in Amsterdam

Plafondstukken van Jacob de Wit in Amsterdamse grachtenhuizen zijn te vinden in:

Jacob de Wit elders

Galerij

Zie de categorie Jacob de Wit van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.