De Knokploeg-Marinus Post functioneerde vanaf het voorjaar van 1944 tot oktober 1944. De groep opereerde aanvankelijk vanuit Leiden/Rijnsburg. Vanaf juli 1944 verplaatste de groep haar uitvalsbasis naar Doornspijk. Eind september 1944 verhuisden Marinus Post en een aantal medewerkers naar Amsterdam.

Achtergrond

Marinus Post, boer van oorsprong, raakte in de loop van de oorlog betrokken bij het verzetswerk. Halverwege 1942 ving hij zijn eerste onderduiker op, waarna dat aantal snel groeide. Hij haalde zijn broer Johannes over om in actie te komen tegen de Duitse bezetter. In juli 1943 vond er een overval plaats door de Sicherheitsdienst op zijn boerderij. Marinus werd in een vuurgevecht getroffen door een kogel in het been, maar slaagde erin te ontkomen. Zijn vrouw en oudste zoon werden beiden gegrepen en zouden de rest van de oorlog doorbrengen in verschillende concentratiekampen. Samen met Johannes week Marinus uit naar Rijnsburg, waar een oudere broer Henk predikant was in de plaatselijke Gereformeerde kerk.

Johannes en Marinus begonnen een knokploeg. Na verloop van tijd vormde Marinus zijn eigen knokploeg, hoewel beide groepen soms samenwerkten en leden van de ene knokploeg op individuele basis deelnamen aan acties van de andere knokploeg. De arrestatie van Marinus Post op 23 oktober 1944 betekende het feitelijke einde van de groep. De verschillende KP-leden bleven actief binnen het verzet. Zo voegden Henk Steenbeek en Herman Lugthart zich bij de knokploeg van Dick Spoor.

Acties van de groep

Leden