Het gebruik van de zweep bij gevangenen in Delaware, ca. 1907
Het trekken van een schip, het vegen van de straat en lijfstraffen, 1787
Afbeelding van geseling uit het Nordisk familjebok

Een lijfstraf is een vorm van doelbewuste leedtoediening waarbij een persoon, al dan niet in het openbaar, lichamelijk gepijnigd wordt, met het doel hem te bestraffen en/of zijn gedrag te veranderen. Hoewel vrijheidsberoving en terechtstelling eigenlijk de ultieme lijfstraffen zijn, worden die meestal als aparte categorieën beschouwd, en daarom blijven die hier verder buiten beschouwing.

Soorten lijfstraffen

Geseling en schandpaal (1656)

Kinderlijfstraffen

Een speciale categorie is de kinderlijfstraf, opgelegd door ouders of schoolpersoneel. Tot ver in de 20e eeuw werd de lijfstraf voor kinderen algemeen beschouwd als een passend opvoedkundig middel.

Het Bijbelboek Spreuken (13:24 en 23:13-14), toegeschreven aan koning Salomo (ca. 1000 voor Chr.), adviseert ouders, op gepast moment een corrigerende tik uit te delen: "Wie zijn zoon de stok onthoudt, haat hem, wie hem liefheeft, tuchtigt hem", en: "Onthoud een kind geen onderricht, van stokslagen gaat het niet dood. Sla het met de stok, en je redt het van het dodenrijk".[1] In sommige christelijke kringen in Nederland en daarbuiten wordt dan ook geageerd vóór het recht op het uitdelen van de pedagogische tik.[2]

In 1982 bepaalde het EHRM dat 'lijfstraffen' voor kinderen zonder toestemming van de ouders verboden zijn. Toch is in 4 Europese landen het uitdelen van een 'pedagogische tik' nog toegestaan: België, Italië, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk.[3] Vooral van Britse (privé)kostscholen bestaat het beeld van sadistische schoolmeesters, hoewel lijfstraffen op openbare scholen sinds 1986 bij wet verboden is. Ook voor particuliere en onafhankelijke scholen is het sinds 1998 verboden lijfstraffen toe te dienen. In diverse landen van het Gemenebest van Naties zijn bepaalde lijfstraffen nog of opnieuw in zwang.

Kinderlijfstraffen konden onder andere bestaan uit:

Lijfstraffen in de Lage Landen

In de Lage Landen werden tot ongeveer 1600 ernstige misdaden gewoonlijk met een lijfstraf of met verbanning vergolden, soms in combinatie met een (geld)boete. In de middeleeuwen werden lijfstraffen vaak toegepast volgens het spiegelstraf-beginsel, waarbij de aard van de straf samenhing met het vergrijp (Bijbels oog om oog-beginsel of ruimer, bij wijze van 'poëtische gerechtigheid'). Dieven en straatschenders werden bijvoorbeeld gebrandmerkt om anderen voor hen te waarschuwen. Bij een geweldpleger werden de vingers afgehakt, of de hele hand als het geweld tegen een gerechtsdienaar betrof. Valsemunters werden levend gekookt (zoals hun minderwaardige muntspecie).

Andere lijfstraffen bestonden uit onder meer het uitsteken van ogen (bij spionnen die 'te veel zien') of het afsnijden van de tong, een oor of lip en geseling.

De gevangenis diende tot 1600 slechts als huis van bewaring, waarin gevangenen wachtten op hun vonnis of straf. De lijfstraf geschiedde op gerechtelijk bevel (maar veelal zonder scheiding der machten), en werd uitgevoerd door de beul. In 1854 werden in Nederland de gerechtelijke lijfstraffen afgeschaft.

Lijfstraffen in islamitische traditie

In landen waar de sharia wordt gehanteerd, worden lijfstraffen ook in de 21e eeuw nog toegepast voor delicten als het drinken van alcohol en ontucht gepleegd door minderjarigen. De straffen variëren sterk, veelal kaderend in historisch-culturele en/of koloniale tradities, van stokslagen tot bloedens toe op het naakte achterwerk in Maleisië⁣, maar evengoed in (boeddhistisch) Thailand of Singapore, tot tikken op de broek op Atjeh (Indonesië).

Precies de associatie met de islam kan van de lijfstraf een strijdpunt maken in de bredere controverse in religieus gemengde landen zoals Nigeria.

Zie ook

Voetnoten en externe links

Commons heeft media­bestanden in de categorie Corporal punishments.
Zoek lijfstraf op in het WikiWoordenboek.