Tekening van Georg Andreas Böckler (1617-1687) van een slijperij als mogelijke toepassing van Robert Fludds perpetuum mobile uit 1618: het water uit de bovenste tank drijft een waterrad aan (links), dat uiteindelijk een waterschroef laat draaien (midden), die de tank weer moet bijvullen, terwijl rechts de tank tegelijk een slijpsteen bevochtigt.

Een perpetuum mobile (Latijn: 'voortdurend bewegend', spreek uit: [pɛrˈpeːtu-um ˈmobilee], meervoud: perpetua mobilia of, vaker, perpetuum mobile's) is een denkbeeldig apparaat dat eenmaal in beweging uit zichzelf blijft bewegen en eventueel in staat geacht wordt energie op te wekken uit niets.

Omschrijving

Er kunnen drie soorten perpetuum mobile's worden onderscheiden:

De eerste wet van de thermodynamica stelt dat een perpetuum mobile van de eerste soort niet kan bestaan, en de tweede wet van de thermodynamica dat die van de tweede soort niet kan bestaan. Hoewel die wetten al meer dan een eeuw oud zijn, worden er elk jaar nog octrooiaanvragen gedaan voor dergelijke apparaten. Vaak worden bijzonder ingenieuze redeneringen gevolgd, maar bij nadere beschouwing van deze apparaten blijven er toch steeds de volgende twee opties over: of het apparaat werkt niet, of er is toch een verborgen energiebron aanwezig.

Geschiedenis

Simon Stevin gebruikte in zijn "Clootcransbewijs" de stelling dat een "zelfbeweger" niet bestaat.

Pogingen om een dergelijk apparaat te ontwerpen en te bouwen dateren reeds uit de 13e eeuw. Op papier zijn al talloze voorbeelden bedacht, zoals een watermolen die energie opwekt die wordt gebruikt om water weer omhoog te pompen, zodat de molen erop kan blijven lopen, een elektromotor die draait op de elektrische energie die hij zelf met een eraan gekoppelde generator opwekt. In deze gevallen is echter altijd de opgewekte energie kleiner dan de benodigde energie om de beweging in stand te houden.

In de geschiedenis van de techniek zijn er veel uitvinders die beweren zo'n generator te hebben vervaardigd en dat deze ook echt werkt. In de 17e t/m 19e eeuw werd de bron van energie meestal van mechanische oorsprong verondersteld, later werd elektriciteit, magnetisme of 'resonantie' gebruikt. Volgens de uitvinders van modernere varianten is de energie meestal afkomstig van vacuümenergie of nulpuntsenergie. Ook wordt het 19e-eeuwse concept van de ether weer van stal gehaald.

In de zeventiende eeuw speelt het perpetuum mobile een rol in het Clootcransbewijs van Simon Stevin. Stevin gaat hierbij uit van de stelling dat een perpetuum mobile onmogelijk is.

Complotten en oplichterij

Sommige uitvinders van gratis-energieapparaten komen met verschillende varianten van populaire complottheorieën die tegen hen gesmeed zouden worden om te voorkomen dat ze hun apparaat op de markt brengen. Ze zouden worden tegengewerkt door de 'gevestigde energie-industrie', de 'geheime regering' van de wereld, die volgens hen in werkelijkheid aan de touwtjes trekt, of door de 'gevestigde wetenschap'. Soms beweren ze dat ze zelfs met de dood bedreigd worden. Een plausibeler verklaring kan zijn dat hun apparaten niet werken, zodat potentiële fabrikanten niet geïnteresseerd zijn, en de mogelijke vervolging door justitie wegens fraude. Overigens liggen de uitvinders van vrije energie onderling ook steeds overhoop en beschuldigen collega's van plagiaat, oplichting en dergelijke.

Lijst van uitvinders

Hieronder volgt een lijst van uitvinders die beweren of van wie wordt beweerd, dat ze een perpetuum mobile hebben gebouwd. Er zijn ook apparaten bij die wel een externe energiebron hebben, zoals het toestel van Henry Moray.

Voorbeelden

Muziekstuk

Perpetuum mobile is ook de naam van een scherzo in Es-groot uit 1861 van Johann Strauss jr. De duur is ongeveer drie minuten. Er is geen slotakkoord, het stuk kan na afloop oneindig herhaald worden. In de praktijk wordt het maar één keer gespeeld en beëindigd met de woorden "Und so weiter".

Zie de categorie Perpetual motion machines van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.