Een complottheorie, complotmythe of samenzweringstheorie is de overtuiging dat een meestal belangrijk geachte gebeurtenis, ontwikkeling of toestand op bijvoorbeeld sociaal, politiek of economisch gebied, kan worden toegeschreven aan een samenzwering (complot). Veelal staat een machtige en boosaardige geheime groepering in het complot centraal.[1][2] Iemand die in een complottheorie gelooft wordt een complotdenker genoemd.
Complottheorieën kunnen kloppen, of kunnen zijn gebaseerd op verkeerde vooronderstellingen en daarom onjuist zijn. Een complottheorie kan ook een of meer kernen van waarheid bevatten en deels juist zijn. Complottheorieën worden onderscheiden van verifieerbare complotten. Als een complot bewezen juist is, is het niet langer een complottheorie. Meestal zijn complottheorieën echter noch (volledig) te bewijzen, noch falsifieerbaar.[3]
Iets bespreken alsof het een complottheorie betreft kan ook als frame onderdeel zijn van een dispuut, een techniek die al werd toegepast door grote farmaceutische bedrijven om de geloofwaardigheid van legitieme aantijgingen te ondermijnen door te schijn te wekken dat het gaat om een uit de lucht gegrepen Big Pharma-complottheorie.[4]
Een complot of samenzwering is een geheime samenwerking tussen mensen met een kwaadaardig doel.[5] Een complottheorie is meer dan een vermoeden of een geloof over het bestaan van een bepaald complot - een theorie is een geheel van denkbeelden, hypothesen en verklaringen in onderlinge samenhang. De theorie kan al dan niet publiekelijk worden aanvaard, ofwel terecht of onterecht zijn. Hoewel er complotten bestaan, blijkt de overgrote meerderheid van complottheorieën echter niet of nauwelijks op de realiteit te berusten.[5]:21-22
De term theorie is eigenlijk niet van toepassing, maar eerder de term overtuiging, omdat de beweringen niet of nauwelijks vatbaar zijn voor verificatie of falsificatie, omdat de argumenten vaak berusten op cirkelredeneringen en andere denkfouten en drogredenen, aangezien de beweringen zelden argumentatief en vaak louter persuasief en propagandistisch zijn en omdat de formuleringen vaak vaag, onsamenhangend en soms ook intern contradictoir zijn.[6]
Moraalwetenschapper Brecht Decoene onderscheidt vijf elementen van complottheorieën:[5]
De mens is van nature geneigd om gebeurtenissen te verklaren,[7] zeker als ze een emotionele impact hebben. Als een directe oorzaak van een gebeurtenis ontbreekt of er onvoldoende achtergrondgegevens voorhanden zijn, is er ruimte voor eigen speculatie, waarbij informatie over de geheimzinnige of onopgeloste kwestie verzameld kan worden en aan elkaar gelinkt, waarbij sprake kan zijn van apofenie. Op basis hiervan wordt dan al dan niet gevoelsmatig een bevredigende hypothese gezocht, meestal beïnvloed door de eigen persoonlijke overtuigingen. Het kan ook andersom gaan, waarbij de hypothese er eerst is en er vervolgens feiten bij gezocht worden.
Er wordt ook steevast een groepering of persoon gezocht die baat zou hebben bij het mysterie. Meestal hebben de aanhangers al vooroordelen of wantrouwen ten aanzien van deze figuur of instantie en wordt deze als zondebok gebruikt. Er wordt dan van uitgegaan dat deze mensen tot alles in staat zijn. De theorieaanhangers gaan gemakkelijk akkoord met de geruchten omdat zij hun vooroordelen erdoor bevestigd zien.
De meeste complottheorieën missen voldoende betrouwbare informatie en/of overtuigende bewijzen. Dit kan te wijten zijn aan een gebrek aan persvrijheid in ondemocratische landen,[8] of aan het gegeven dat de verdachte groepering of persoon weigert in te gaan op vragen en geruchten omtrent de kwestie. Het internet speelt een grote rol in de internationale verspreiding van complottheorieën. Geruchten zijn snel online gezet en meestal is het niet eenvoudig na te gaan waar de theorie vandaan komt. Mensen die de theorie lanceren, beweren vaak expert in de materie te zijn of blijken een voormalig medewerker met wroeging. Hun persoonlijke achtergrond is vaak twijfelachtig en onbetrouwbaar.[bron?]
Complottheorieën zijn zelden wetenschappelijk gefundeerd. Bepaalde beweringen zijn soms fysiek onmogelijk en/of negeren belangrijke nuances, details en andere feiten. Het hoge sensatiegehalte en de vaak extreme speculaties contrasteren meestal sterk met wat er in werkelijkheid gebeurd is. Slechts weinig aanhangers proberen de theorieën zelf verder te onderzoeken. Ook al wordt de complottheorie weerlegd door duidelijke bewijzen, dan nog blijven velen er hardnekkig in geloven. Ze voeren dan vaak het argument aan dat deze bewijzen ook allemaal mediamanipulatie zijn en dat degene die hen tracht in te lichten zelf ook in het complot zit.
In Nederland was het complotdenken in de progressieve jaren 1970 sterk op zijn retour, maar vanaf de jaren 1980 kwam het weer op. Volgens René Zwaap komt dit, doordat het de plek innam die ideologie en de maakbaarheidsgedachte daarvoor hadden ingenomen.[9]
Er is veel literatuur rond samenzweringstheorieën en er zijn veel websites aan gewijd, zoals die van Anthony Hilder, Matthew Bellamy (van de rockband Muse), David Icke, Jack Otto, Micha Kat en Alex Jones. Aangehaalde feiten en interpretaties zijn meestal niet geloofwaardig. Meestal roemen de auteurs van deze samenzweringstheorieën zichzelf als expert in de materie, terwijl hun theorieën vaak worden tegengesproken door feiten die wetenschappelijk zijn aangetoond of eenvoudig na te trekken zijn in officiële archieven.
Uit oogpunt van overleving zou wantrouwen zich evolutionair doorzetten, doordat het een gunstige factor kan blijken om ook reële gevaren tijdig bloot te leggen. Dat zou ook kunnen verklaren waarom mensen bevattelijk zijn voor complottheorieën.[10][11]
Karl Popper poneerde dat wetenschap is gedefinieerd als een set van hypothesen die kunnen worden gefalsifieerd. Een hypothese is falsifieerbaar als hij is te testen door middel van een experiment waarvan men van tevoren kan aangeven bij welke uitkomst het bewezen is dat de hypothese onjuist is. Metafysische en onwetenschappelijke theorieën en hypothesen kennen zulke experimenten niet. Mensen die kritisch staan tegenover complottheorieën merken vaak op dat deze niet falsifieerbaar zijn, en dus niet wetenschappelijk. Dit is juist omdat het een logisch gevolg is van de manier waarop een complottheorie tot stand komt. Vaak liggen er aan een complottheorie waarnemingen ten grondslag die niet uitgebreid gepreciseerd zijn. Wanneer men bij een experiment de waarneming niet kan reproduceren wordt dat verklaard doordat men niet onder de juiste omstandigheden zou hebben gehandeld. Hierbij wordt niet noodzakelijkerwijs aangegeven waar het verschil door wordt veroorzaakt. Dit maakt het onmogelijk de complottheorie omver te werpen. Om dit aan te tonen, worden wel loze complottheorieën verzonnen die vervolgens met alle mogelijke soorten bewijs worden ondersteund. Zo dook in de jaren 1990 het (satirische) Bielefeldcomplot op, een "theorie" dat de Duitse stad Bielefeld in werkelijkheid niet zou bestaan.
Bij sommige populaire complottheorieën is falsificatie theoretisch wel mogelijk, maar onuitvoerbaar. De bewering dat een bepaalde aanslag in opdracht van de CIA is uitgevoerd, kan bijvoorbeeld alleen worden ontkracht door de werkwijze van de CIA volledig bloot te leggen, wat de regering van de Verenigde Staten natuurlijk niet zal toestaan.
Geheimhouding door betrokkenen is een voorwaarde voor het slagen van een verholen samenzwering. Deze geheimhouding wordt moeilijker naarmate de tijd verstrijkt en het aantal samenzweerders toeneemt en daarmee het risico dat een deelnemer per ongeluk zijn mond voorbij praat, bewust het geheim lekt aan bijvoorbeeld een journalist vanwege morele of ideologische gewetensnood, zoals een klokkenluider, of om financieel of andersoortig persoonlijk gewin, of dat de buitenwereld het complot ontdekt door de sporen die de activiteiten van de samenzweerders nalaten. Daarom wordt het steeds onwaarschijnlijker dat er daadwerkelijk sprake is van een complot naarmate de tijd verstrijkt en naarmate er meer deelnemers nodig zouden zijn om het complot uit te voeren én geheim te houden.
Natuurkundige David Robert Grimes van de Universiteit van Oxford berekende in 2016 wiskundig hoe lang een samenzwering geheim gehouden zou kunnen worden op grond van drie factoren: het aantal betrokken samenzweerders, de hoeveelheid verstreken tijd en de intrinsieke waarschijnlijkheid dat een samenzwering mislukt. Dit paste hij toe op vier bekende complottheorieën en hij concludeerde dat het zeer waarschijnlijk zou zijn dat, als er daadwerkelijk sprake was van complotten, deze inmiddels al wel ontmaskerd zouden zijn: het geloof dat de maanlanding geënsceneerd was zou binnen 3,7 jaar zijn onthuld, het geloof dat de klimaatverandering opzettelijk is verzonnen tussen 2,7 en 26,8 jaar, het geloof dat vaccins autisme veroorzaken binnen 3,2 tot 34,8 jaar en het geloof dat farmaceutische bedrijven een geneesmiddel voor kanker hebben achtergehouden binnen 3,2 jaar.[12]
Er wordt getwijfeld aan de juistheid van het volgende gedeelte.
Raadpleeg de bijbehorende overlegpagina en pas na controle desgewenst het artikel aan.
Opgegeven reden: De voorbeelden behoeven stuk voor stuk nog (deugdelijke secundaire) bronnen om de genoemde voorbeelden onder complottheorie te laten vallen - ter onderscheiding van speculatie of roddel (sjabloon geplaatst op 12 juni 2021)
Op microniveau in de samenleving kunnen individuen schade oplopen door complottheorieën jegens hen of jegens de groep waartoe zij behoren/zich mee identificeren. Op grotere schaal kan complotdenken worden gebruikt bijvoorbeeld door een politieke partij, een overheid of een religieuze stroming om de meerderheid van de bevolking achter zich te krijgen, zoals bij het opgeroepen angstbeeld van een joodse wereldregering ten tijde van nazi-Duitsland. Complotdenken heeft ook bijgedragen aan jodenvervolgingen, christenvervolgingen en moslimvervolgingen en geweld tegen minderheden en niet-oorspronkelijke bewoners. Andersom kan de verspreiding van een samenzweringstheorie door een belanghebbende minderheidsgroep juist gebruikt worden om afbreuk te doen aan het vertrouwen in de overheid, en daarmee de samenleving te destabiliseren, zoals het geloof in een van bovenaf opgelegde Nieuwe Wereldorde.[13] Meer bekende voorbeelden volgen hieronder voor Nederland en België en daarna verder per onderwerp.
Al dan niet vermeende complottheorieën in Nederland luiden als volgt:
Al dan niet vermeende complottheorieën in België luiden als volgt:
Onderstaande satire hebben een ridiculiserende werking op het fenomeen van complottheorieën.