De Burg in Brugge, 1751 (Groeningemuseum).
De Spiegelrei in Brugge, 1747 (Groeningemuseum).

Pieter Ledoulx, ook Le Doulx (Brugge, 1 maart 1730 - Brugge, 14 oktober 1807), was een Vlaams tekenaar, schilder en schrijver.

Levensloop

[bewerken | brontekst bewerken]

Pieter-Franciscus Ledoulx was de kleinzoon van Pieter Ledoulx, burgemeester van Oostende, en de zoon van Pieter-Franciscus Ledoulx (Oostende, 1698 - Brugge, 1773) een vooraanstaande ingezetene van de stad Brugge, en van Rosa Bouckaert.

Ledoulx liep school bij de augustijnen. Vanaf 1745 volgde hij lessen aan de Brugse kunstacademie, bij Matthijs de Visch en waarschijnlijk bij Jan Garemijn.

Van hem zijn weinig schilderijen bewaard: een zelfportret (toen hij 21 was), twee surrealistisch aandoende Brugse stadsgezichten (de Spiegelrei en het Burgplein) en enkele religieuze werken. Hij maakte ook een aantal salongarnitures en behangsels, te vinden in patriciërswoningen in Brugge, Gent en Brussel.

Zijn bekendheid verwierf hij vooral door de zeer talrijke waterverfschilderingen met accuraat weergegeven bloemen, planten, insecten, vogels, kruiden, stenen, archeologische voorwerpen en medische rariteiten. Een aantal van zijn tekeningen berust in de Brugse Musea, in de Koninklijke Bibliotheek (Brussel) en in particuliere verzamelingen. Hij maakte zijn aquarellen vaak in opdracht van verzamelaars, onder wie voornamelijk Joseph van Huerne (1752-1844). Hiervoor werkte hij vaak samen met twee andere Brugse tekenaars en kunstschilders, Jozef Ducq (1762-1829) en Jan Karel Verbrugge (1756-1831).

Ledoulx bleef vrijgezel en overleed in zijn woning in de Boeveriestraat.

Handschriften van de auteur-historicus

[bewerken | brontekst bewerken]

Naast schilder en tekenaar was Ledoulx ook schrijver. Hij heeft aanzienlijk veel werk in handschrift nagelaten. Ze hebben de verdienste over vele mensen en zaken uit voornamelijk West-Vlaanderen gegevens te hebben verzameld die men zelden of nooit elders zou aantreffen. Hij heeft het nadeel dat hij hierbij de historische exactheid minder belangrijk achtte dan de romantische, soms feeërieke touch die hij graag aan zijn verhalen gaf.

Onder de handschriften die bewaard worden in het Brugse stadsarchief en in de stadsbibliotheek, of in andere fondsen, zijn te vernoemen:

In dit werk gaf Ledoulx levensbeschrijvingen van 500 Bruggelingen (geleerden, juristen, schrijvers, geestelijken, ambtenaren), vanaf de middeleeuwen tot in zijn tijd. Voor dit werk schreef zijn vriend de rederijker en schoenmaker Johannes Quicke (1744-1807) een lofdicht: Eer-bazuin geblaezen tot lof van den onvermoeielijken en menschlievenden heer Petus Le Doulx, kunstschilder, voor het opstellen der levens van de geleerden der stad Brugge.

In dit werk gaf Ledoulx de biografie van 158 kunstenaars. Voor dit werk schreef zijn vriend, de dichter en augustijn Augustinus Baude (1734-1816) een huldedicht onder de titel: Eer-Croon voor den begaefden heer, Mijnheer Petrus Ledoulx, kunstschilder, toen hij in het licht gaf de levens der Brugsche schilders ten jare 1795.

Publicatie

[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur

[bewerken | brontekst bewerken]
[bewerken | brontekst bewerken]